23 646
Bepalingen inzake de arbeids- en rusttijden (Arbeidstijdenwet)

nr. 37
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN MIDDELKOOP C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 23

Ontvangen 30 maart 1995

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 5:4 wordt vervangen door:

Artikel 5:4

1. De werknemer verricht op zondag geen arbeid, tenzij:

a. dit uit de aard van de arbeid voortvloeit. In dat geval verricht de werknemer in ieder geval op tenminste 4 zondagen in elke periode van 13 achtereenvolgende weken geen arbeid;

b. de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de betrokken werknemer daar telkens mee instemt. In dat geval verricht de werknemer in ieder geval op tenminste 9 zondagen in elke periode van 13 weken geen arbeid.

2. Van het eerste lid, onderdeel a, kan ten aanzien van het aantal zondagen waarop in ieder geval geen arbeid wordt verricht, met inachtneming van het derde lid, slechts bij collectieve regeling worden afgeweken. Van het eerste lid, onderdeel b, kan ten aanzien van het aantal zondagen waarop in ieder geval geen arbeid wordt verricht, met inachtneming van het vierde lid, slechts bij collectieve regeling worden afgeweken. Elk beding waarbij op andere wijze dan in de eerste en tweede volzin is bepaald wordt afgeweken van het eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, is nietig.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer op tenminste 13 zondagen in elke periode van 52 achtereenvolgende weken geen arbeid verricht.

4. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat de werknemer op tenminste 33 zondagen in elke periode van 52 achtereenvolgende weken geen arbeid verricht.

5. Indien een jeugdige werknemer op zondag arbeid verricht, organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat hij op de dag voorafgaande aan die zondag geen arbeid verricht.

Toelichting

Het amendement beoogt tweeërlei.

In de eerste plaats de bescherming van de rechtspositie van de werknemer die bezwaren heeft tegen arbeid op zondag indien deze arbeid niet uit de aard van de arbeid voortvloeit.

In deze gevallen is zondagsarbeid alleen mogelijk indien de werknemer daarmee instemt.

In de tweede plaats beoogt het amendement duidelijker aan te geven dat arbeid vanwege bedrijfsomstandigheden een uitzondering op de regel «geen arbeid op zondag» hoort te zijn. In het wetsvoorstel is het mogelijk dat vanwege bedrijfsomstandigheden op 39 zondagen in het jaar gewerkt kan worden. Dit is veel te ruim.

Van Middelkoop

Bijleveld-Schouten

Rosenmöller

Naar boven