nr. 37
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN MIDDELKOOP C.S. TER
VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 23
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 5:4 wordt vervangen door:
Artikel 5:4
1. De werknemer verricht op zondag geen arbeid, tenzij:
a. dit uit de aard van de arbeid voortvloeit. In dat geval verricht de
werknemer in ieder geval op tenminste 4 zondagen in elke periode van 13 achtereenvolgende
weken geen arbeid;
b. de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de betrokken werknemer
daar telkens mee instemt. In dat geval verricht de werknemer in ieder geval
op tenminste 9 zondagen in elke periode van 13 weken geen arbeid.
2. Van het eerste lid, onderdeel a, kan ten aanzien van het aantal zondagen
waarop in ieder geval geen arbeid wordt verricht, met inachtneming van het
derde lid, slechts bij collectieve regeling worden afgeweken. Van het eerste
lid, onderdeel b, kan ten aanzien van het aantal zondagen waarop in ieder
geval geen arbeid wordt verricht, met inachtneming van het vierde lid, slechts
bij collectieve regeling worden afgeweken. Elk beding waarbij op andere wijze
dan in de eerste en tweede volzin is bepaald wordt afgeweken van het eerste
lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, is nietig.
3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer op tenminste
13 zondagen in elke periode van 52 achtereenvolgende weken geen arbeid verricht.
4. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat de werknemer op tenminste
33 zondagen in elke periode van 52 achtereenvolgende weken geen arbeid verricht.
5. Indien een jeugdige werknemer op zondag arbeid verricht, organiseert
de werkgever de arbeid zodanig, dat hij op de dag voorafgaande aan die zondag
geen arbeid verricht.
Toelichting
Het amendement beoogt tweeërlei.
In de eerste plaats de bescherming van de rechtspositie van de werknemer
die bezwaren heeft tegen arbeid op zondag indien deze arbeid niet uit de aard
van de arbeid voortvloeit.
In deze gevallen is zondagsarbeid alleen mogelijk indien de werknemer
daarmee instemt.
In de tweede plaats beoogt het amendement duidelijker aan te geven dat
arbeid vanwege bedrijfsomstandigheden een uitzondering op de regel «geen
arbeid op zondag» hoort te zijn. In het wetsvoorstel is het mogelijk
dat vanwege bedrijfsomstandigheden op 39 zondagen in het jaar gewerkt kan
worden. Dit is veel te ruim.
Van Middelkoop
Bijleveld-Schouten
Rosenmöller