23 645 Openbaar vervoer

Nr. 770 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2022

Met deze brief reageer ik graag op het verzoek van de Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat van 7 juli jl. om een reactie op een ingezonden brief met als thema de toegankelijkheid in het openbaar vervoer. In dezelfde brief heeft de commissie verzocht om een schriftelijke uiteenzetting van de plannen, ambities en de stand van zaken met betrekking tot de toegankelijkheid en inclusiviteit van het openbaar vervoer in Nederland, met daarbij een specifieke verwijzing naar het Bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer.

Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd door een brief over de stand van zaken rondom het Bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer.1 In dezelfde brief heb ik de ontwikkelingen rondom toegankelijkheid in het openbaar vervoer toegelicht en ben ik ingegaan op de toekomstvisie die door het ministerie wordt uitgedragen met betrekking tot toegankelijkheid in het openbaar vervoer. Ik verwijs daarom graag naar voornoemde brief ter beantwoording van uw vragen over deze punten.

Bij de bestudering van de ingezonden brief die door de commissie is toegevoegd aan haar brief komt naar voren dat er vragen leven bij de burger over defecten bij liften op stations, de beschikbaarheid van reisassistentie en informatievoorziening naar aanleiding van persoonlijke ervaringen van de burger. Graag maak ik kenbaar dat ik de geschetste situatie in de brief van de burger ten zeerste betreur. Op 9 februari 2022 hebben de Kamerleden Van Ginneken (D66) en Van der Graaf (ChristenUnie) vragen gesteld over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer.2 In de beantwoording van deze vragen heb ik aangegeven dat de reparatie van liften prioriteit heeft bij het toegankelijk houden van stations. In dat kader heb ik verwezen naar het initiatief van ProRail om samen met onder andere gemeentes en bouwaannemers te werken aan verbeteringen in de beschikbaarheid van liften. Afgesproken is dat zal worden ingezet op een nieuw monitoringssysteem waarmee storingen sneller gedetecteerd zullen worden. Ook zal het systeem een betere informatievoorziening bieden over de beschikbaarheid van de liften.

De verwachting is dat eind dit jaar het monitoringssysteem in alle liften gereed zal zijn. Tevens kan de informatie uit het monitoringssysteem dan naar verwachting worden gedeeld met vervoerders en app-bouwers. Zo kunnen reizigers vervolgens via de reisplanner en andere OV-apps geïnformeerd worden over defecten. Om tot die tijd reizigers te voorzien in de behoefte om te weten welke lift in storing is heeft NS in zijn reisinformatie opgenomen op welk station een lift langdurig in storing is. Hoe deze informatie verkregen kan worden heeft NS op zijn website uitgelegd. Nog steeds is het uitgangspunt bij liftstoringen dat vervangend taxivervoer via de NS-klantenservice beschikbaar wordt gesteld en de kosten door ProRail worden gedragen. Het signaal dat taxi’s reizigers afzetten op een plek die slecht toegankelijk is, is een signaal waar ProRail en NS op zullen acteren. De in de brief beschreven problemen rondom de verlening van reisassistentie door Arriva worden door het bedrijf gezien als incidenten, die niettemin voor de schrijver van de brief erg vervelend zijn. Arriva heeft toegezegd dit intern onder de aandacht te brengen.

Specifiek voor het station Dordrecht geldt dat op dit station al enige tijd sprake is van (langdurige) liftstoringen. In de maand maart was er sprake van een liftopsluiting van een lift waarbij de liftdeuren beschadigd zijn geraakt. Dit heeft geleid tot een langdurige storing omdat de liftdeuren moesten worden vervangen. De andere twee liften op dit station hebben regelmatig storingen doordat er veel aanrijdingen tegen de liftdeuren zijn. Dit lijkt te maken te hebben met de interwijk-functie die de reizigerstunnel vervult maar ook de haakse hoeken die gemaakt moeten worden om in de lift te kunnen komen. ProRail onderzoekt maatregelen die getroffen kunnen worden om op korte termijn de liftbeschikbaarheid op dit station te verbeteren. Voor wat betreft de perronhoogte op dit station waaraan wordt gerefereerd in de burgerbrief, geldt dat op dit station op twee perronsporen nog aanpassingen moeten worden doorgevoerd. Deze werkzaamheden zullen uiterlijk in het najaar van 2022 uitgevoerd worden.

Voor de perronhoogte op station Valkenburg geldt dat in 2021 werkzaamheden zijn uitgevoerd aan het perron waarmee de toegankelijke instap is gerealiseerd. Uit de meest recente perronmeting is gebleken dat dit perron op de juiste norm ligt. De situatie waaraan in de brief wordt gerefereerd wordt vooralsnog verklaard door een eenmalig incident met de uitschuiftrede waarnaar ProRail onderzoek zal doen.

Afsluitend wil ik graag nogmaals benadrukken dat ik de in de brief geschetste situaties betreurenswaardig vind. Ik heb dit onder de aandacht gebracht van de betreffende organisaties en ga ervan uit dat zij zich zullen blijven inspannen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 23 645, nr. 768.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2021/2022, nr. 2146.

Naar boven