23 645 Openbaar vervoer

Nr. 503 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2012

In antwoord op uw brief van 30 mei 2012 bericht ik u dat ik in principe bereid ben om – wanneer de situatie daarom vraagt – de overeenkomst met de stadsregio Amsterdam aan te passen. In de bestuursovereenkomst is daarvoor een bepaling voor onvoorziene omstandigheden opgenomen.

Momenteel acht ik een aanpassing echter niet noodzakelijk omdat ik als onderdeel van de afspraken uit de bestuursovereenkomst de Stadsregio Amsterdam ontheffing van de aanbestedingsplicht heb verleend tot 15 december 2014. Bovendien sluit de in behandeling zijnde initiatiefwet aanbesteding niet uit, maar wijzigt de plicht in een keuzemogelijkheid voor inbesteden dan wel aanbesteden.

Indien het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde keuzevrijheid voor inbesteden dan wel aanbesteden van openbaar vervoer mogelijk te maken in een plusregio die de gemeente Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam of Utrecht omvat, kracht van wet krijgt, zal ik conform de hiervoor genoemde bepaling voor onvoorziene omstandigheden in overleg treden met SRA. Aangezien zowel de vigerende wetgeving als het initiatiefwetsvoorstel aanbesteden mogelijk maken, zal ik op dat moment samen met SRA bezien of de overeenkomst en bijbehorende ontheffing aanpassing behoeft dan wel ontbonden wordt.

Indien de aanbestedingsplicht voor kortere of langere duur blijft bestaan en aanpassing van de bestuursovereenkomst met het oog op de doorlooptijd van de verleende ontheffing en de wettelijke basis onder het openbaar vervoer in de stadsregio Amsterdam noodzakelijk is, zal ik eveneens tijdig in overleg treden met de Stadsregio Amsterdam waarbij ik bovendien toezeg coulant om te zullen gaan met de termijnen van de bestuurovereenkomst.

Op dit moment wil ik noch op het één (wettelijke verankering van de keuzemogelijkheid tussen inbesteding en aanbesteding) noch op het ander (continuering van de aanbestedingsplicht) vooruitlopen.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven