23 645 Openbaar vervoer

Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2011

Hierbij ontvangt u mijn reactie op het rapport «Efficiencygegevens regionaal stad- en streekvervoer» dat ik op 29 november 2010 aan de Tweede Kamer heb gezonden. De Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu vroeg bij brief van 28 januari 2011 (2011Z01692/2011D04218) om een nadere toelichting op het rapport.

Het rapport inzake de efficiencycijfers in het openbaar vervoer is opgesteld, naar aanleiding van de vraag van de Vaste Kamercommissie tijdens een AO over het openbaar vervoer in de drie grote steden op 18 mei 2010 (kamerstuk 29 984, nr. 227).

Ik heb deze toezegging van mijn ambtsvoorganger uitgevoerd. In het rapport wordt een relatieve en overzichtelijke vergelijking gemaakt van de efficiëncytrends en de kwaliteit van het openbaar vervoer in openbaar aanbestede en onderhands gegunde concessiegebieden. Het rapport is gemaakt op basis van vertrouwelijkheid en daarom is niet overal met absolute gegevens gewerkt.

De belangrijkste conclusies die ik uit het rapport trek zijn:

  • bij aanbesteding van OV treden behoorlijke efficiencywinsten op;

  • bij tweede aanbesteding van een concessie vlakt de efficiencywinst af;

  • in de G3 zijn efficiencywinsten in het busvervoer zichtbaar, die toegroeien naar die van de aanbestede concessies, maar er is nog meer winst te halen als de totale lijnennetten worden aanbesteed;

  • voor de klanttevredenheid maakt het niet uit of het OV is aanbesteed of niet.

Het rapport ondersteunt het kabinetsvoornemen tot aanbesteding van het openbaar vervoer in de G3: opening van de markt gaat gepaard met efficiencywinsten waarbij de klanttevredenheid op peil blijft en er geen verschraling in het aanbod en de kwaliteit van het openbaar vervoer optreedt.

Het rapport laat ook zien dat de G3 de afgelopen jaren zelf bezuinigingen hebben doorgevoerd. Dit neemt niet weg dat door de schaalgrootte, de structuur en de aantrekkingskracht van de grote steden op de commerciële vervoerbedrijven te verwachten is dat er meer winst te boeken is bij aanbesteding dan wat de G3 tot nu toe hebben gerealiseerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven