23 645
Openbaar vervoer

nr. 221
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2008

In uw brief van 14 mei 2008 (08-VW-B-093) verzoekt u mij te bevestigen dat u voorafgaand aan het Algemeen Overleg van 25 juni 2008 nader geïnformeerd wordt over de uitvoering van de motie Koopmans cs. (31 200-XII, nr. 36). In deze motie wordt gevraagd met voorstellen te komen om de doelstellingen van het Implementatieplan Toegankelijkheid Spoor zo veel als mogelijk voor 2018 te kunnen realiseren.

Mede namens de staatssecretaris laat ik weten dat ik u voorafgaand aan het Algemeen Overleg van 25 juni 2008 nader zal informeren over voortgang en de oplossingsrichtingen van het onderzoek op dat moment.

Op dit moment onderzoeken ProRail en NS de versnellingsmogelijkheden. Dit onderzoek valt uiteen in twee delen: NS richt zich op de mogelijkheden op het gebied van aanpassingen aan het rijdend materieel, ProRail op de mogelijkheden op het gebied van aanpassingen aan de infrastructuur. Beide onderzoeksdelen worden in overleg op elkaar afgestemd. Conform afspraak word ik in juni door ProRail en NS geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek. De uitkomst ervan zal een conceptvoorstel bevatten om het Implementatieplan versneld uit te voeren en de consequenties daarvan in termen van kosten, effectiviteit, doelmatigheid en mijlpalen.

Ik hecht er echter waarde aan dat dit conceptvoorstel voor versnelling, evenals met het Implementatieplan is gebeurd, wordt afgestemd met belanghebbenden alvorens mijn conclusies eraan te verbinden. Het definitieve voorstel voor versnelling ontvangt u na het zomerreces. Ik heb u reeds toegezegd om als eerste stap in deze kabinetsperiode € 20 miljoen versneld in toegankelijkheidsmaatregelen te investeren. Dit wordt in het voorstel meegenomen.

Voorts vraagt u mij in uw brief om informatie over de prioriteitsvolgorde die gehanteerd wordt bij het plaatsen van de liften op de stations.

Het liftenprogramma wordt afgestemd op de fasering van de perrons. In het Implementatieplan Toegankelijkheid spoor is een overzicht gegeven van de fasering waarin de stations toegankelijk worden gemaakt. In onderstaande tabel is de voorlopige fasering op corridor-niveau opgenomen.

2006/2007 2008 20092010 2011–2015 2015 e.v
Hard inc.Valys-maatregelenHard Hard VoornemenVerwachting Resterende stations
Perron PerronPerron Perron Perron Perron/liften
Zutphen-Winterswijk (2007) Noordelijke Nevenlijnen Valleilijn Arnhem-Winterswijk NSP Den Haag CentraalZutphen-Oldenzaal Almelo-Mariënberg Nader te bepalen* NSP Arnhem NSP Rotterdam Centraal Nader te bepalen* NSP Utrecht Centraal (deel) Randstad-Zuid (deel) Elst-Tiel Nader te bepalen* NSP Utrecht Centraal (deel) Randstad-Zuid (deel)   Overige stations (deelvariant)
      
Liften op 8 stations Liften op 5 stations Liften op 9 stations Liften op 2 stations Liften op 13 stations  
Deel kleine maatregelenDeel kleine maatregelenDeel kleine maatregelenDeel kleine maatregelenDeel kleine maatregelen 

* De fasering van de Merwede-Linge-lijn, Heuvellandlijn en Maaslijn moet nader bepaald worden, maar zijn voorgenomen in de periode 2009–2011.

Ik verwacht dat de voorstellen vanuit het lopende onderzoek naar versnelling van NS en ProRail een aangepaste planning zal laten zien.

Voor een meer uitgebreide toelichting op deze prioriteitsvolgorde verwijs ik u volledigheidshalve naar het Implementatieplan Toegankelijkheid, zoals op 29 september 2006 aan u is aangeboden (bijlage bij kamerstuk 23 645, nr. 144, pagina 27 tot en met 30).

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven