23 645
Openbaar vervoer

nr. 19
MOTIE VAN HET LID NIJPELS-HEZEMANS

Voorgesteld in het nota-overleg van 4 december 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– het regeringsbeleid beoogt het zolang mogelijk zelfstandig laten zijn van ouderen en volwaardige deelname van ouderen aan het maatschappelijk leven;

– het regeringsbeleid alleen gerealiseerd kan worden indien de mobiliteit van ouderen wordt gewaarborgd;

– een groot deel van de ouderen in Nederland voor de mobiliteit is aangewezen op het openbaar vervoer;

– de kwaliteit van het openbaar vervoer in onvoldoende mate is afgestemd op de mobiliteitseisen van ouderen;

– bij de beleids-, ontwikkelings- en realisatiefunctie van het stads- en streekvervoer zoveel als mogelijk dient te worden voldaan aan de mobiliteitseisen van ouderen;

verzoekt de regering een adequaat toetsings- en evaluatieinstrumentarium te ontwikkelen zodat aan de mobiliteitseisen van ouderen wordt voldaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Nijpels-Hezemans

Naar boven