23 594 (R 1496)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap

nr. 34
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 5 maart 1998

Bij koninklijke boodschap van 14 februari 1998 is ingediend een nieuw voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap. In verband daarmede bericht ik u dat ik, daartoe gemachtigd door de Koningin, het bij Uw Kamer aanhangige voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (kamerstukken II, 1994–1995, 23 594 (R 1496)), intrek.

Heden heb ik de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal bericht het bij die Kamer aanhangige voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (kamerstukken I 1994–1995, 23 029 (R 1461)), in te trekken.

Afschrift van mijn brief aan de voorzitter van de Eerste Kamer gaat hierbij.1

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven