23 580
Nieuwe regelen ter bescherming van natuur en landschap (Natuurbeschermingswet 19..)

nr. 13
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 september 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 37, tweede lid, wordt het woord «vergoeding» vervangen door: subsidie.

B

Artikel 106 komt te luiden:

Artikel 106

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. Indien de artikelen 7 tot en met 10, 12, 60 en 61 van het bij koninklijke boodschap van 12 mei 1993 ingediende voorstel van wet, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten, op de datum van inwerkingtreding van de artikelen 36, eerste en vierde lid, 37, vijfde lid, 40, tweede lid, 41, tweede lid, 78, eerste lid, 92, eerste lid, en 100 van deze wet nog niet in werking zijn getreden, komt in artikel 1a, onder 2, de zinsnede betreffende de Natuurbeschermingswet te luiden:

de Natuurbeschermingswet, de artikelen 23, eerste lid, 24, 24a, eerste lid, en 25, eerste, tweede en vierde lid.

2. Indien de artikelen 7 tot en met 10, 12, 60 en 61 van het bij koninklijke boodschap van 12 mei 1993 ingediende voorstel van wet, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten, vóór of op de datum van inwerkingtreding van de artikelen 36, eerste en vierde lid, 37, vijfde lid, 40, tweede lid 41, tweede lid, 78, eerste lid, 92, eerste lid, en 100 van deze wet in werking zijn getreden, vervalt in artikel 1a, onder 2, de zinsnede betreffende de Natuurbeschermingswet.

3. In artikel 1a, onder 2, wordt, onder vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, in de opsomming ingevoegd:

de Natuurbeschermingswet 19.., de artikelen 36, eerste en vierde lid, 37, vijfde lid, 40, tweede lid, 41, tweede lid, 78, eerste lid, 92, eerste lid, en 100.

4. In artikel 1a, onder 3, vervalt de zinsnede betreffende de Natuurbeschermingswet.

C

Artikel 108, onderdeel J, komt te luiden:

J

In artikel 18.14 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. In gevallen als bedoeld in artikel 8.39b, geeft het bevoegd gezag een beschikking tot toepassing van bestuursdwang, oplegging van een last onder dwangsom of intrekking van de vergunning op verzoek van het krachtens de Natuurbeschermingswet 19.. bevoegd gezag indien de beperkingen waaronder de vergunning overeenkomstig artikel 8.39b, derde lid, is verleend, of de voorschriften die overeenkomstig die bepaling aan de vergunning zijn verbonden, niet worden nageleefd. Bij het verzoek kan het krachtens de Natuurbeschermingswet 19.. bevoegd gezag een termijn bepalen waarbinnen aan zijn verzoek wordt voldaan.

D

Artikel 108, onderdeel K, komt te luiden:

K

In artikel 20.2, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel c wordt na de zinsnede «artikel 8.36» toegevoegd: dan wel 8.39b

2. In onderdeel d wordt na de zinsnede «artikel 8.39» toegevoegd: dan wel 8.39e.

E

In artikel 108, onderdeel L, wordt de zinsnede «Natuurbeschermingswet (Stb. 1967, 572)» vervangen door: «Natuurbeschermingswet».

F

Artikel 109 komt te luiden:

Artikel 109

1. De hoofdstukken I tot en met IV en VA tot en met VII van de Natuurbeschermingswet vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen van voornoemde hoofdstukken, dan wel onderdelen daarvan, verschillend kan worden vastgesteld.

2. De Natuurbeschermingswet wordt ingetrokken.

3. Na de inwerkingtreding van artikel 70, eerste lid, van deze wet berust de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling op dat artikel.

G

Na artikel 109 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 109a

1. Voorzover afdeling 5.2 van de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (derde tranche Algemene wet bestuursrecht) in werking is getreden voor de datum van inwerkingtreding van dit artikel, vervallen de artikelen 72 tot en met 78 van deze wet.

2. Voorzover de in het eerste lid bedoelde afdeling 5.2 in werking treedt op een datum gelegen na de inwerkingtreding van dit artikel, vervallen de artikelen 72 tot en met 78 van deze wet met ingang van de dag waarop voornoemde afdeling in werking treedt.

Toelichting

Deze nota van wijziging betreft een voorstel voor enkele wetstechnische aanpassingen van het wetsvoorstel.

De onderdelen A, C en G houden verband met de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze treedt naar verwachting op 1 januari 1998 in werking. In onderdeel A wordt thans overeenkomstig de Awb-terminologie de term vergoeding vervangen door subsidie. Onderdeel C hangt samen met het feit dat ook de terminologie van artikel 18.14 van de Wet milieubeheer inzake het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom aan de Awb zal worden aangepast. Omdat artikel 108, onderdeel J, van het onderhavige wetsvoorstel artikel 18.14 van de Wet milieubeheer wijzigt, dient dit onderdeel in gelijke zin te worden aangepast. In onderdeel G wordt voorgesteld de artikelen inzake toezicht te laten vervallen indien de derde tranche van de Awb in werking is getreden. In de Awb worden de benodigde bevoegdheden namelijk reeds afdoende geregeld.

De onderdelen D en E van deze nota betreffen het aanpassen van de verwijzing naar artikelonderdelen van de Wet milieubeheer. Deze verwijzing was niet meer geheel actueel.

Onderdeel F strekt er in eerste instantie toe de hoofdstukken van de bestaande Natuurbeschermingswet, behalve hoofdstuk V, te laten vervallen. Het voorgestelde artikel 109, eerste lid, kan in werking treden wanneer de corresponderende artikelen van de nieuwe Natuurbeschermingswet in werking treden.

Hoofdstuk V van de huidige Natuurbeschermingswet gaat over de bescherming van soorten. Dit hoofdstuk wordt vervangen door artikelen die inzake de bescherming van soorten zijn opgenomen in het voorstel voor een Flora- en faunawet (kamerstukken II 1992/93, 23 147). In dat voorstel is geregeld dat hoofdstuk V vervalt bij het in werking treden van de betrokken bepalingen van de Flora- en faunawet. Pas op dat tijdstip kan de Natuurbeschermingswet als geheel worden ingetrokken door artikel 109, tweede lid, in werking te laten treden.

Een en ander is mogelijk omdat in artikel 111 van het wetsvoorstel is bepaald dat de verschillende artikelen of onderdelen van de wet op verschillende tijdstippen in werking kunnen treden.

Het voorgestelde onderdeel B strekt er toe de strafbaarstelling van de betrokken bepalingen in de Wet op de economische delicten dienovereenkomstig aan te passen. Pas wanneer de verbodsbepalingen van de huidige Natuurbeschermingswet inzake soortenbescherming vervallen, kan de strafbaarstelling van die bepalingen ingevolge de Wet op de economische delicten worden opgeheven.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Naar boven