23 490
Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag

nr. 467
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2007

Hierbij bied ik u aan, informatie over de agenda voor de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van de lidstaten van de EU, 1 en 2 oktober 2007 te Lissabon. Tot op heden heeft het Portugese voorzitterschap nog geen duidelijkheid verschaft over de (exacte) inhoud van de discussie die is voorzien tijdens deze informele bijeenkomst van de Raad. Zoals bekend betreft het enkel een informele gedachtewisseling over verschillende onderwerpen door de Raad.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, 1 tot en met 2 oktober 2007 te Lissabon

1. Implementatie van nieuwe technologieën in het geïntegreerd beheer van buitengrenzen

Het Portugese voorzitterschap zal naar alle waarschijnlijkheid willen spreken over de implementatie van nieuwe technologieën ten behoeve van een geïntegreerd beheer voor de buitengrenzen van de EU. De exacte invulling van dit onderwerp is vooralsnog onbekend.

Nederland ondersteunt het initiatief van het Portugese voorzitterschap om de implementatie van nieuwe technologieën ten behoeve van het geïntegreerd beheer van de buitengrenzen op de agenda te plaatsen. Om ongewenste migratie effectief aan te kunnen pakken, dient er een efficiënte en effectieve grensbewaking te zijn waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe technologieën, zoals het gebruik van biometrische identificatiemiddelen en gegevens. Daarnaast draagt het bij aan de openbare orde en nationale veiligheid en de bestrijding van terrorisme. Op dit moment worden door de Europese Commissie in samenwerking met de lidstaten en het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex) studies voorbereid die zien op het generen van ideeën ten behoeve van het ontwikkelen van instrumenten en beleid voor een effectieve en efficiënte toepassing van nieuwe technologieën bij een geïntegreerd grensbeheer.

Voorts is Nederland van mening dat het initiatief van het Portugese voorzitterschap moet aansluiten op de relevante passages in het Haagse Programma, met name de paragrafen over de externe dimensie van asiel en migratie alsook op de conclusies over de beheersing van de migratiestromen die zijn aangenomen door de Europese Raad van 4 en 5 november 2004 en op de richtsnoeren en Raadsconclusies met betrekking tot geïntegreerd beheer voor de buitengrenzen van de EU, die tijdens het Finse voorzitterschap zijn aangenomen. De doelstellingen die met een geïntegreerd grensbeheer zijn beoogd, worden door Nederland ondersteund. Nederland acht samenwerking tussen EU-lidstaten en met derde landen, waaronder landen die onder het Europees nabuurschapbeleid vallen, van groot belang voor een effectieve en efficiënte uitvoering van een geïntegreerd grensbeheer. Dat past ook binnen de concentrische benadering voor het grensbeheer, die inhoudt dat het grensbeheer al start in de landen van herkomst, bijvoorbeeld met het onderzoek van visumaanvragen. Ten aanzien van de samenwerking met (nieuwe) lidstaten en derde landen zijn capaciteitopbouw, trainingen en gezamenlijke acties ten behoeve van grenscontrole en bestrijding van mensenhandel en illegale immigratie belangrijke instrumenten. Hierbij kan in het licht van preventieve maatregelen de relatie tussen migratie en ontwikkeling een belangrijke rol spelen. Humanitaire en veiligheidsaspecten die hierbij zijn genoemd, worden door Nederland van belang geacht. Ook het principe dat op basis van risicoanalyse een effectievere en efficiëntere grenscontrole kan worden uitgevoerd, wordt door Nederland ondersteund.

2. Preventie van terrorisme

Op basis van de huidige informatie blijkt dat het voorzitterschap voornemens is een discussie te entameren over de strategische aanpak van terrorisme op de langere termijn. Onderdeel daarvan vormt de vraag hoe de situatie en de dreiging er in de toekomst uit zal zien, en op welke wijze daarop preventief beleid ontwikkeld zou moeten worden. De discussie zal daarmee ook in het teken staan van de follow-up van het Haagse Programma. Nederland verwelkomt dit initiatief en onderstreept het belang van een aanpak voor de langere termijn, waarbij ook de effectiviteit van maatregelen zou moeten worden bezien. Duidelijk is evenwel dat de huidige prioritaire onderwerpen, zoals de aanpak van radicalisering, chemische, biologische, radiologische en nucleaire agentia, de aanpak van explosieven en precursoren, alsook het gebruik van Internet voor rekrutering en terroristische doeleinden, ook in de toekomst van belang zullen blijven.

3. E-Justice

Het Portugese voorzitterschap heeft het onderwerp E-Justice – in navolging van Duitsland – als prioriteit op de agenda van de JBZ-Raad gezet. Op 4 september 2007 heeft een conferentie over dit thema in Lissabon plaatsgevonden. Nederland gaf daar een presentatie over de Nederlandse ervaringen met het insolventieregister. Ook onder de Sloveense en Franse voorzitterschappen zal het onderwerp E-Justice op de agenda staan. Nederland juicht dit zeer toe.

E-Justice heeft tot doel ervoor te zorgen dat burgers, bedrijven, rechtspersonen, juridische professionals en rechtbanken in staat zijn om op elektronische wijze gegevens uit te wisselen. Juist in internationaal rechtsverkeer liggen belangrijke mogelijkheden voor het gebruik van ICT. E-Justice houdt in dat er een technisch platform (portal) op Europees niveau zal worden gecreëerd, dat het transnationale rechtsverkeer tussen Justitiële informatiesystemen en betrokkenen bij juridische procedures zal verbeteren. Er is gekozen voor een gefaseerde aanpak waarbij de lidstaten ruimte wordt geboden om al dan niet te participeren. Bestaande nationale en internationale procedures en procesregels worden gerespecteerd. De coördinatie en standaardisatie die nodig is om E-Justice van de grond te krijgen, zal in de Raadswerkgroep E-Justice ter hand worden genomen.

E-Justice zal een proces zijn dat een lange adem vergt. Standaardisatie en coördinatie zijn processen die vaak op landelijk niveau al de nodige inspanning vergen. Nederland is echter bereid om een actieve bijdrage te leveren aan de gestelde prioriteiten. Internationale samenwerking en grensoverschrijdend elektronisch rechtsverkeer zijn onderwerpen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom streeft Nederland ernaar – waar dat mogelijk is – te behoren bij de «kopgroep» van landen die zich inspannen op dit terrein. Nederland zal de komende maanden actief betrokken zijn bij het inrichten van een «portal» waarmee de insolventieregisters van Oostenrijk, Portugal, Duitsland, Italië en Nederland met elkaar verbonden worden. Ook is Nederland voornemens aan te sluiten bij het Duits-Franse initiatief met betrekking tot de uitwisseling van informatie uit strafregisters.

4. Bescherming van kinderen; civielrechtelijke en strafrechtelijke samenwerking

Naar verwachting zal de Raad tijdens deze informele bijeenkomst van gedachten wisselen over de mogelijkheid van invoering van een EU-breed signaleringssysteem voor kinderen die vermist of die ontvoerd zijn of dreigen te worden. Deze problematiek, die zowel strafrechtelijke als civielrechtelijke aspecten heeft, wordt in de lidstaten momenteel op verschillende manieren benaderd. Nederland acht het van belang dat er voortgang wordt geboekt in dit dossier, dat sinds enige jaren in Brussel wordt bestudeerd. De recente succesvolle toepassing van het Franse «Alerte Enlèvement» en de daaropvolgende suggestie van Franse zijde een dergelijk systeem op Europees niveau in te voeren, heeft een nieuwe impuls gegeven aan deze discussie. Commissaris Frattini stelde voorts in juli 2007 voor om de verschillende nationale benaderingswijzen naast elkaar te leggen met het oog op het onderzoeken van de mogelijkheid van een transnationaal netwerk. Op basis van een uitwisseling van best practices tussen de lidstaten zouden nieuwe manieren van opsporingsberichtgeving kunnen worden onderzocht. Informatie-uitwisseling binnen de EU op dit gebied is ook gewenst. Daartoe zal aansluiting kunnen worden gezocht bij bestaande of in ontwikkeling zijnde informatie-uitwisselingsystemen zoals het SIS en het EIS.

5. Schengen

Tijdens de lunch zal naar alle waarschijnlijkheid de stand van zaken met betrekking tot de toetreding tot Schengen van negen van de op 1 mei 2004 toegetreden EU-lidstaten worden besproken.

Nederland is van mening dat de uitbreiding van het Schengengebied een verbetering zal betekenen voor het dagelijkse leven van de burgers, omdat hierdoor het vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie wordt verruimd. Het is daarbij van groot belang dat geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid op het grondgebied van de Europese Unie. Daarom wordt de juiste toepassing van het Schengen-acquis op het gebied van gegevensbescherming, politiesamenwerking, zee-, land- en luchtgrensbewaking, visa en het Schengen Informatiesysteem (SIS) geëvalueerd in de nieuwe Schengen-landen, alvorens de binnengrenscontroles kunnen worden opgeheven. In afwachting van de realisatie van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), is de tijdelijke oplossing, SISone4ALL, per 1 september 2007 technisch succesvol afgerond waardoor de nieuwe Schengen-landen gebruik kunnen maken van het huidige SIS. Pas nadat, op basis van evaluaties die al geruime tijd plaatsvinden, wordt vastgesteld dat de toetredende nieuwe Schengen-landen voldoen aan alle voorwaarden, kunnen op 31 december 2007 de controles aan de land- en de zeegrenzen worden opgeheven en eind maart 2008 aan de luchtgrenzen. Deze systematiek van evaluaties is ook toegepast toen andere landen toetraden tot het Schengen-gebied en bevestigd in onder meer de JBZ-Raad van 6 december 2006 en de Europese Raad van 20 en 21 juni 2007. Nederland heeft er vertrouwen in dat het uitgezette tijdpad gerealiseerd kan worden. Formele besluitvorming is voorzien in de Raad van november a.s.

Naar boven