nr. 11
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 21 oktober 1996
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 5 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende :
5. Onze Minister kan bij ministeriële regeling regels stellen met
betrekking tot de kwaliteitseisen waaraan personen in dienst van een bestuursorgaan
moeten voldoen indien zij in de uitoefening van hun functie beveiligingswerkzaamheden
verrichten.
6. Van de regels, bedoeld in het vijfde lid, kan Onze Minister in bijzondere
gevallen ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften
worden verbonden.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
Na verlettering van onderdeel i tot onderdeel j, wordt na onderdeel h
een nieuw onderdeel i ingevoegd, luidende:
i. de behandeling van klachten;
C
Artikel 12 , tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
In de eerste volzin wordt na «Voordat een beveiligingsorganisatie»
ingevoegd:, of zodra een particuliere alarmcentrale als bedoeld in artikel
3, onderdeel b,
D
Artikel 17a vervalt.
Toelichting
Onderdeel A
De beide leden die door middel van dit onderdeel aan artikel 5 worden
toegevoegd, voorzien in de mogelijkheid dat aan beveiligingsfunctionarissen
in overheidsdienst opleidingseisen kunnen worden gesteld. Ook zal een beperkt
antecedentenonderzoek voor deze categorie beveiligers op basis van dit voorstel
mogelijk zijn. In een ministeriële regeling zal de minister van Justitie
de eisen nader uitwerken. De ministeriële regeling zal tevens een overgangsregime
bevatten en bepaalde categorieën overheidsfunctionarissen vrij stellen
van de eisen.
Dat zullen met name personen zijn die in het kader van werkgelegenheidstimulerende
maatregelen beveiligingswerkzaamheden verrichten en personen voor wie het
om andere redenen niet billijk zou zijn als zij plotseling met vakbekwaamheidseisen
worden geconfronteerd, terwijl zij van hun vakbekwaamheid reeds op andere
wijze hebben doen blijken. Bij deze laatste categorie personen valt bijvoorbeeld
te denken aan oudere, zeer ervaren ambtenaren. Daarnaast regelt het zesde
lid van artikel 5 nog een ontheffingsmogelijkheid voor individuele gevallen.
In paragraaf 4.2 van de nota naar aanleiding van het eindverslag is deze wijziging
van het wetsvoorstel aangekondigd.
Onderdeel B
Dit onderdeel voorziet in de aanpassing van het wetsvoorstel zoals in
de nota naar aanleiding van het eindverslag in paragraaf 1 (Inleiding) is
toegezegd.
Onderdeel C
In de praktijk blijkt het voor particuliere alarmcentrales niet mogelijk
te zijn om iedere nieuwe abonnee tevoren aan te melden. Zodra een installateur
alarmapparatuur operationeel heeft gemaakt, pleegt hij dit bij de alarmcentrale
te melden en wordt de aansluiting meteen gerealiseerd. De in het voorstel
gebruikte term «voordat» is overgenomen uit de bestaande wetgeving
en vooral van belang voor de particuliere beveiligingsorganisaties die aan
beveiliging doen door middel van voor het publiek zichtbare beveiligingsfunctionarissen.
Voor particuliere alarmcentrales kan echter worden volstaan met een melding
aan de politie van de regio waar het te beveiligen object gelegen is, zodra
de aansluiting tot stand is gebracht. Dat betekent dat onmiddellijk na het
eerste moment dat alarmsignalen doorgegeven kunnen worden van het object naar
de alarmcentrale, een kennisgeving aan de politie moet worden gezonden van
het nieuw beveiligde object.
Onderdeel D
In dit onderdeel wordt de eerder voorgestelde wijziging van artikel 13
van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), ongedaan gemaakt, om redenen die
in paragraaf 4.2 van de nota naar aanleiding van het eindverslag zijn uiteengezet.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal