nr. 75
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 7 februari 2003
Op 6 februari jl. heeft de Turkse regering Nederland formeel verzocht
om drie Patriot-raketverdedigingssystemen te stationeren in Turkije. Heden
heeft de Regering besloten positief te reageren op dit rechtstreekse verzoek
van Turkije om militaire ondersteuning bij de verdediging van zijn grondgebied.
In de brief van de Regering van 6 december jl. (Kamerstuk 23 432,
nr. 65) werden de Patriot-raketverdedigingssystemen genoemd als onderdeel
van het Amerikaanse verzoek aan Nederland om bij te dragen aan de planning
ten behoeve van een eventueel militair optreden tegen Irak. Het besluit tot
stationering van Nederlandse Patriot-systemen in Turkije is genomen in reactie
op een verzoek van een NAVO-bondgenoot. Het besluit staat dus als zodanig
los van, en loopt niet vooruit op, een eigen Nederlands oordeel of al dan
niet sprake is van «material breach» door Irak. De beschikbaarstelling
van Nederlandse Patriot-systemen voor Turkije is een preventieve, defensieve
militaire maatregel. De eenheden worden beschikbaar gesteld voor een termijn
van zes maanden.
De Patriots zullen deel gaan uitmaken van de luchtverdedigingcapaciteit
in een regio van Turkije die binnen het bereik valt van Irakese tactische
ballistische raketten. Indien het komt tot een militair optreden tegen Irak
onder leiding van de VS, dan neemt de dreiging van een Irakese aanval tegen
Turkije toe. Gelet op ervaringen uit het verleden is die dreiging niet ondenkbeeldig.
De Nederlandse Patriot-systemen zullen per schip worden vervoerd naar
Turkije. Vanwege de noodzakelijke voorbereidingen is thans niet precies bekend
wanneer de Patriots ter plekke zullen zijn en operationeel gereed voor inzet.
Een Nederlandse verkenningsmissie zal de omstandigheden ter plekke onderzoeken,
op basis waarvan de samenstelling van de eenheid verder zal worden toegesneden
op de situatie. Volgens de huidige verwachting zal het totale Nederlandse
contingent uit ongeveer 350 militairen bestaan, ervan uitgaande
dat de bewaking grotendeels in handen zal zijn van Turkije.
Volgens een risico-inschatting van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst
zijn de veiligheidsrisico's voor het Nederlandse personeel, naast de Irakese
raketdreiging, vooral gelegen in verschillenden vormen van criminaliteit en
een kans op terroristische aanslagen. Daartegen zullen de noodzakelijke maatregelen
worden genomen. Turkije is overigens als gastland verantwoordelijk voor de
bescherming van de Nederlandse militairen; het statusverdrag van de NAVO is
van toepassing.
De planning van de stationering van de Nederlandse Patriots in Turkije
wordt gecoördineerd met Turkse militaire autoriteiten en US Central Command.
De VS leveren zelf ook Patriot-systemen voor andere locaties in Turkije. Daarnaast
zal de VS ook bijdragen aan de raketverdediging van Israël.
Met de stationering van drie systemen zijn additionele uitgaven gemoeid
in de orde van grootte van 15 tot 20 miljoen euro. Deze uitgaven kunnen worden
geaccommodeerd binnen de post vredesoperaties van de HGIS.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. G. de Hoop Scheffer
De Minister van Defensie,
H. G. J. Kamp