23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 534 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2024

De humanitaire crisis in Gaza is al maanden lang ernstig en heeft zich de afgelopen weken verder verdiept. In deze brief kondig ik daarom een extra Nederlandse hulpbijdrage aan. In deze brief ga ik ook in op motie (Kamerstuk 23 432 nr. 520) van de leden Van Baarle en Piri, en motie (Kamerstuk 23 432 nr. 529) van het lid de Roon.

Humanitaire situatie in Gaza

Het kabinet maakt zich zorgen over de honderdduizenden mensen die uit Rafah hebben moeten vertrekken, voor het overgrote deel zonder veilig toevluchtsoord. Bovendien is humanitaire toegang door het hernieuwde geweld sterk beperkt. De sluiting van de grensovergang bij Rafah, de aanhoudende problemen bij andere grensovergangen en de beperkte distributie van hulp binnen Gaza stellen de bevolking voor kritieke problemen. Hulpverlening binnen Gaza is uitermate gevaarlijk en ingewikkeld door de zware gevechten, het gebrek aan veiligheidsgaranties voor hulporganisaties en tekorten aan voertuigen en brandstof.

Humanitaire hulp blijft nodig. Dat geldt ook voor diplomatieke en politieke inspanningen, onder meer om gijzelaars vrij te krijgen en een onmiddellijk staat-het-vuren te bewerkstelligen. Hoe ver weg het ook lijkt, is het bovendien belangrijk om nu al vooruit te kijken naar de toekomst van Gaza en om in internationaal verband te spreken over early recovery en wederopbouw. De VN Senior Coördinator Humanitaire Hulp en Wederopbouw van Gaza, mevrouw Sigrid Kaag heeft gevraagd om tijdelijke versterking van haar team, omdat Nederland expertise heeft op het gebied van innovatieve financiering. Daarop heeft het kabinet besloten om iemand ter beschikking te stellen die mee zal denken over financiering voor wederopbouw.

Nederlandse bijdrage

Sinds de aanslag van 7 oktober 2023 heeft Nederland 55 miljoen euro aan extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor humanitaire respons, bovenop Nederlandse ondersteuning van de maritieme corridor en deelname aan air drops. Zoals aan uw Kamer kenbaar gemaakt in de Voorjaarsnota, reserveerde Nederland bovendien EUR 20 miljoen voor de toekomstige wederopbouw van Gaza.

Vanwege de blijvende crisis in Gaza en de enorme humanitaire noden stelt het kabinet vanuit de BHOS-begroting extra middelen ter hoogte van EUR 13 miljoen beschikbaar. Daarnaast blijft het kabinet alternatieve financieringsmogelijkheden onderzoeken, mede in navolging van de motie van het lid De Roon (Kamerstuk 23 432, nr. 529).

De aanvullende Nederlandse bijdrage van EUR 10 miljoen en een reservering van EUR 3 miljoen is bestemd voor verschillende organisaties. Nederland zet hiermee in op diversificatie van hulp, om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van een enkele organisatie en zo het bredere hulpsysteem te versterken. Bij de keuze van organisaties houdt het kabinet rekening met specifieke expertise en responscapaciteiten. Hieronder licht ik de verschillende bijdragen toe:

  • EUR 3 miljoen komt ten goede aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), voor medische hulp Gaza. Ook helpt die bijdrage de WHO bij het voorkomen en controleren van uitbraken van ziekten door midden van early warning en monitoring.

  • EUR 4 miljoen komt ten goede aan het Emergency Response Plan van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in de Palestijnse Gebieden. Actie is nodig om verdere verslechtering van de economische situatie tegen te gaan. Dit plan heeft tot doel om de sociaaleconomische impact van de crisis op Palestijnse werkenden en de Palestijnse economie te verlichten.

  • EUR 3 miljoen komt ten goede aan het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC). Hiermee kan ICRC zich onder andere inzetten voor traumaverwerking. Ook kan dit worden ingezet voor de uitvoering van het ICRC-mandaat om te onderhandelen over het vrij krijgen van de gijzelaars en de hereniging van families. Over deze onderwerpen sprak ik op 4 juni jl. in Genève met ICRC President Spoljaric Egger.

  • Tot slot reserveert het kabinet EUR 3 miljoen voor UNRWA. UNRWA zet zich in voor humanitaire hulp in Gaza. Ook bieden zij hulp aan Palestijnse vluchtelingen in Jordanië, Libanon, Syrië en de Westelijke Jordaanoever. Hiermee draagt UNRWA bij aan stabiliteit in de hele regio. Daarnaast rekenen ook andere organisaties op de logistieke diensten van UNRWA om hun hulp ter plaatse te krijgen.

De EUR 3 miljoen voor UNRWA betreft een reservering, aangezien de uitgangspunten ten aanzien van de financiering van UNRWA zoals uiteengezet in de Kamerbrief van 26 april jl. (Kamerstuk 26 150, nr. 211) blijven staan.

Er moet opvolging gegeven worden aan de aanbevelingen uit het rapport van voormalige Franse Minister van Buitenlandse Zaken Catherine Colonna. UNRWA heeft toegezegd om de aanbevelingen te implementeren en heeft hiertoe in mei een actieplan opgesteld en een team aangesteld dat hierop toeziet. Het kabinet verwelkomt dit actieplan en is zich ervan bewust dat aanbevelingen in verschillende snelheden worden geïmplementeerd. Op 31 mei jl. sprak ik met de Commissaris-Generaal van UNRWA, de heer Lazzarini. De heer Lazzarini liet weten dat hij met zijn organisatie zoveel mogelijk vaart maakt om de aanbevelingen te implementeren. Ik sprak mijn waardering voor zijn inspanningen uit en liet weten dat Nederland de implementatie nauwlettend zal blijven volgen. Hij gaf tevens aan dat de financieringssituatie van UNRWA precair is; de organisatie heeft in huidige situatie middelen tot eind juni.

Zoals met uw Kamer gedeeld, weegt Nederland het onderzoek van het Office of Internal Oversight Services van de VN (OIOS) mee, dat beschuldigingen onderzoekt naar betrokkenheid van UNRWA-medewerkers bij de aanslag van 7 oktober jl. Omdat dit onderzoek individuen betreft, worden de uitkomsten alleen op hoofdlijnen openbaar. Toch heeft Nederland bij OIOS aangedrongen op maximale openheid richting donoren.

Als bovengenoemde inspanningen voor het kabinet voldoende vertrouwen wekken, zal Nederland overgaan tot uitbetaling van het gereserveerde bedrag.

Conferentie 11 juni

Deze extra Nederlandse bijdrage zal worden ingebracht op 11 juni, wanneer de internationale gemeenschap op uitnodiging van Koning Abdullah II van Jordanië, President Sisi van Egypte en Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Guterres bijeenkomen om te spreken over de huidige humanitaire situatie in Rafah en over toekomstperspectieven voor Gaza. Namens Nederland zullen de Minister van Buitenlandse Zaken en de Speciaal Humanitair Gezant voor Gaza, Marjanne de Kwaasteniet, deelnemen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Naar boven