23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 513 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2024

Op 4 en 5 februari jl. is uw Kamer door het kabinet in kennis gesteld van de uitvoering door Nederland van twee zogeheten airdrops om onder andere medische hulpgoederen bestemd voor een Jordaans veldhospitaal in Gaza te leveren.1 Met deze brieven heeft het kabinet uw Kamer eveneens geïnformeerd dat Nederland paraat blijft staan om zo mogelijk via de lucht, met partners en in breder internationaal verband, aanvullende humanitaire steun aan Gaza te leveren.

In overeenstemming met artikel 100 van de Grondwet informeert het kabinet u hierbij over het besluit tot inzet van de krijgsmacht voor nieuwe aanvullende humanitaire hulp aan Gaza. Het betreft het uitvoeren van airdrops door Defensie in de komende dagen om via de lucht voedselhulp aan Gaza te leveren, in samenwerking met Jordanië en andere internationale partners, en in afstemming met Israël. In deze brief worden de elementen van het Toetsingskader betrokken die gezien de specifieke aard van deze operatie (kortdurende operatie ten behoeve van humanitaire hulp in een gewapend conflict) van toepassing zijn.

Nederlandse inzet in Gaza

De humanitaire situatie in Gaza is de afgelopen weken nog nijpender geworden. Er zijn grote tekorten aan de meest basale levensbehoeften. VN-organisaties melden dat sterfte dreigt door hongersnood en uitdroging, waarbij met name kinderen extra kwetsbaar zijn. De aanvoer van humanitaire steun voor de bevolking van Gaza is bij lange na niet voldoende en de distributie binnen Gaza zelf wordt steeds problematischer, door blokkades, vernietigde infrastructuur en het gebrek aan veilige humanitaire corridors. In het noorden heeft het World Food Program omwille van veiligheidsredenen de verstrekking van voedsel geheel moeten stoppen, in andere delen van Gaza schiet deze ruim tekort.

Het verruimen en versnellen van toegang over land, waaronder het openen van meerdere grensovergangen, blijft de meest effectieve manier om op de benodigde schaal hulpgoederen aan Gaza te leveren. Het opschalen van veilige, onmiddellijke en ongehinderde humanitaire toegang over land vormt dan ook de primaire Nederlandse inzet en het kabinet onderstreept deze noodzaak met klem bij iedere gesprekspartner, waaronder Israël, en wijst op de geldende verplichtingen onder internationaal recht.

Gegeven de belemmeringen in de praktijk verkent Nederland samen met internationale partners daarnaast blijvend andere manieren waarop noodhulp Gaza kan bereiken, waaronder via de lucht en over zee. Daarmee geeft het kabinet ook uitvoering aan de motie van het lid Dobbe c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2801) en de motie van het lid Ergin c.s. (Kamerstuk 36 410 X, nr. 75).

Doelstelling

Nederland beoogt bij te dragen aan essentiële basisbehoeften van de burgerbevolking in Gaza door het leveren van specifieke humanitaire goederen waar momenteel een zeer ernstig tekort aan is en die in dit verband kunnen worden gekwalificeerd als een essentieel belang. Het gaat daarbij om voedselpakketten met Meals Ready to Eat (MRE).

Internationale operatie

Nederland zal deze operatie gezamenlijk uitvoeren met internationale partners onder coördinatie van Jordanië en in afstemming met Israël. Inmiddels heeft Jordanië met internationale partners (o.a. Egypte, VAE, Frankrijk en VS) meerdere airdrops uitgevoerd waarbij op grotere schaal op diverse plekken voedselpakketten worden afgeworpen. De Nederlandse inzet omvat een C-130 transportvliegtuig en bijbehorend detachement.

Gronden voor operatie

Nederland draagt met deze voorgenomen inzet bij aan het leveren van noodhulp. Het kabinet heeft de afgelopen maanden alle partijen in het conflict met klem opgeroepen tot het eerbiedigen van het humanitair oorlogsrecht. De partijen bij het gewapend conflict hebben op basis daarvan de plicht snelle en ongehinderde doortocht van humanitaire hulp toe te staan en te faciliteren. Het kabinet wijst in dit verband specifiek op VNVR-resolutie 2712, die oproept tot ongehinderde volledige humanitaire toegang tot Gaza om de voorziening van basisgoederen te faciliteren en tot opschaling van de levering van humanitaire goederen.

Een onmiddellijk tijdelijk humanitair staakt-het-vuren, vrijlating van de gegijzelden en onmiddellijke en veilige toegang tot humanitaire hulp zijn belangrijke stappen richting een duurzame oplossing van dit conflict dat al aan teveel burgers, waaronder een groot aantal kinderen, het leven heeft gekost. Het huidige conflict heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat een duurzame oplossing onontbeerlijk is. Het is van belang dat er snel zicht komt op een tweestatenoplossing, waarbij een veilig Israël en een levensvatbare Palestijnse staat in vrede naast elkaar kunnen bestaan. Nederland zal zich daar, ook in EU-verband, ten volle voor inzetten.

Bevelstructuur

Een Nederlandse liaisonofficier is aangesloten bij het Jordaanse operatiecentrum in de aanloop naar en uitvoering van deze actie, ten behoeve van een goede informatie- en inlichtingenpositie. Deze liaisonofficier is tevens Red Card Holder en bewaakt in die hoedanigheid namens de Commandant der Strijdkrachten (CDS) dat de opdracht past binnen de Nederlandse inzet. Eveneens zijn er twee Nederlandse logistieke specialisten op het gebied van luchtvracht afgereisd naar Jordanië om de precisie van de levering te bevorderen.

Risico’s

Er zijn operationele risico’s verbonden aan de operatie. De C-130 is uitgerust met afdoende beschermingsmiddelen. Om deze risico’s zo veel mogelijk te beperken brengt Nederland experts naar het gebied en wordt de operatie afgestemd met Jordanië en Israël en in samenwerking met een internationale coalitie uitgevoerd. Jordanië heeft dergelijke airdrops voor het leveren van goederen aan Gaza al meer dan tien keer uitgevoerd.

Recente leveringen van hulpgoederen door andere landen hebben aangetoond dat de leveringen risico’s met zich meebrengen voor de toch al precaire veiligheidssituatie op de grond, waaronder bij de opvang en verdeling van goederen. Het risico op burgerslachtoffers en schade aan gebouwen is klein maar op voorhand niet geheel uit te sluiten. Om dit risico zo klein mogelijk te maken, zijn de volgende mitigerende maatregelen genomen. Defensie heeft in nauw overleg met de Jordaanse counterparts gekeken naar de meest geschikte locatie om de drops uit te voeren. Daarnaast is het gewicht van de pakketten ingesteld op het minimaliseren van mogelijke schade. Om de drop zo nauwkeurig mogelijk uit te voeren wordt zorgvuldig gekeken naar een tijdstip bij daglicht, weercondities en de wijze van afgooien. Als de nauwkeurigheid van de drop in het geding komt, dan wordt besloten deze niet uit te voeren. Hiervoor vindt nauwe afstemming plaats tussen Nederland, Jordanië en Israël.

Vervolg

Het leveren van hulpgoederen aan Gaza over land is de meest effectieve manier om op de benodigde schaal hulpgoederen te leveren. Nederland zal daar dan ook primair op blijven inzetten. Desondanks blijft Defensie paraat staan om via de lucht, met partners en in breder internationaal verband, aanvullende humanitaire (medische) steun aan Gaza te leveren. De volledige medewerking van Israël is daarbij een belangrijke voorwaarde.

Financiën

De kosten van deze operatie komen uit het budget van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Hiervoor wordt het convenant noodhulp aangewend.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, G.E.W. van Leeuwen


X Noot
1

Kamerbrief «Humanitaire hulp aan Gaza via airdrop» d.d. 4 februari 2024 (Kamerstuk 32 432, nr. 509) en Kamerbrief Humanitaire hulp aan Gaza via tweede airdrop d.d. 5 februari 2024 (Kamerstuk 32 432, nr. 510).

Naar boven