23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 476 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2020

Met deze brief wil ik uw Kamer een schriftelijke reactie geven op het vredesplan van president Trump voor het Israëlisch-Palestijns conflict, conform uw verzoek van 7 februari jongstleden.

Dinsdag 28 januari presenteerde President Trump in bijzijn van demissionair premier Netanyahu de visie van de Amerikaanse regering over de oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict. Het is het politieke gedeelte dat hoort bij de economische plannen die de VS eerder presenteerde (zie tevens de antwoorden op Kamervragen hieromtrent d.d. 16 juli 2019, Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3511).

Inhoud van het plan

De voorstellen beginnen met een reflectie op de internationale inzet. Het concludeert dat de Oslo-akkoorden niet gewerkt zouden hebben vanwege de vele open eindes en Palestijns geweld. Het stelt dat de VN-inzet, inclusief de VN-resoluties die de VS in het verleden gesteund heeft, niet gewerkt hebben en geen realistische oplossing zouden bieden voor het conflict.

De visie zoals verwoord in het plan zou volgens de Amerikaanse regering realistisch zijn, gebaseerd op de feiten op de grond waarbij het Israëlisch veiligheidsbelang voorop staat. De Amerikaanse regering roept de Palestijnse autoriteiten op om naar de onderhandelingstafel te komen waarbij deze visie als uitgangspunt van de besprekingen kan dienen.

Hieronder wordt ingegaan op de voorstellen die betrekking hebben op enkele van de finale statuskwesties waar beide partijen zich aan gecommitteerd hebben met de Oslo-akkoorden en andere cruciale elementen van de voorstellen.

Einddoel: het plan gaan uit van een twee-statenoplossing, maar bepleit dat hierbij de soevereiniteit van de Palestijnse staat ondergeschikt wordt aan de Israëlische veiligheid, en daarom beperkt moet worden.

Grenzen: Israël zou de Jordaanvallei en alle bestaande nederzettingen mogen annexeren, zonder voorwaarden. De VS erkent de Israëlische claims op de Westelijke Jordaanoever. De Palestijnen zullen worden gecompenseerd met stukken grond in Israël, vooral in de Negev-woestijn. Deze verplichting, net als alle andere verplichtingen voor Israël in de visie, zijn voorwaardelijk gemaakt aan acceptatie van het plan door de Palestijnen, inclusief een oplossing voor Gaza. Het plan noemt ook de mogelijkheid dat een deel van Israël, grenzend aan de Westelijke Jordaanoever met voornamelijk inwoners van Palestijnse komaf, onderdeel kan worden van de toekomstige Palestijnse staat. Het plan zegt dat Israël soevereiniteit krijgt over de territoriale wateren. Israël zou het verkeer van goederen en personen naar de toekomstige Palestijnse staat blijven controleren, net als het luchtruim.

Nederzettingen: volgens het plan hoeft niemand zijn huis te verlaten en worden alle huidige nederzettingen deel van Israël. Afgelegen nederzettingen worden met verbindingswegen verbonden met de rest van Israël. Israël mag vier jaar lang niet bouwen in de gebieden die beoogd zijn voor de toekomstige Palestijnse staat, maar wel in de gebieden die door de VS toebedeeld worden aan Israël.

Jeruzalem: De plan erkent Jeruzalem binnen de grenzen zoals gevormd door de Israëlische veiligheidsbarrière als de hoofdstad van Israël. De toekomstige Palestijnse staat mag de niet-aaneengesloten wijken en dorpen buiten de veiligheidsmuur als hoofdstad claimen, en deze Al Quds noemen.

Heilige plaatsen: de status quo op de Tempelberg/Haram al Sharif zou bewaard worden, maar het plan zegt ook dat mensen van alle geloven het recht moeten krijgen te bidden op de Tempelberg/Haram al Sharif.

Veiligheid: Israël blijft ook na tekenen van een vredesakkoord verantwoordelijk voor veiligheid, inclusief in de Palestijnse staat. Er zal een Israëlische militaire presentie blijven in de toekomstige Palestijnse staat, en Israël behoudt het recht op ieder moment deze op te schalen en in te grijpen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza wanneer het dat nodig acht.

Vluchtelingen: in het plan wordt voorzien dat er geen recht op terugkeer is voor Palestijnse vluchtelingen. Palestijnse vluchtelingen moeten opgevangen worden in de landen waar ze wonen, zich vestigen in de Palestijnse staat en een klein deel, max. 50.000 mensen, zou zich kunnen vestigen in de lidstaten van de Organization of Islamic Cooperation (OIC). Het recht op hervestiging in de Palestijnse staat zou onderworpen worden aan afspraken over veiligheid voor Israël. Er wordt een fonds bepleit dat compensatie kan bieden aan individuele vluchtelingen, maar de VS stelt dat de beoogde investeringen in de Palestijnse staat en regio een betere manier zouden zijn om de Palestijnse vluchtelingen te helpen. UNRWA zal opgeheven moeten worden. Er wordt tevens bepleit dat er ook een oplossing moet komen voor de joodse vluchtelingen die de Arabische landen hebben moeten ontvluchten en zich gevestigd hebben in Israël. Zij zouden gecompenseerd moeten worden voor hun persoonlijke verliezen, en Israël zou gecompenseerd moeten worden voor de opvang. Dit moet verder buiten het vredesakkoord geregeld worden.

Sloop Palestijnse huizen: na een vredesakkoord mag Israël volgens het plan in de Palestijnse gebieden die grenzen aan Israël beperkingen opleggen aan bebouwing en planning van de openbare ruimte, uit veiligheidsoverwegingen. In de gebieden die zijn aangewezen voor de toekomstige Palestijnse staat mag Israël geen bestaande gebouwen slopen, tenzij daar een veiligheidsreden voor is of als strafmaatregel. Zolang er geen akkoord is, behoudt Israël volgens het plan het recht gebouwen te slopen in de gebieden die aan de beoogde Palestijnse staat worden toegewezen, indien die gebouwen na de presentatie van het VS-plan worden gebouwd zonder vergunning.

Gaza: de voorstellen eisen demilitarisering en ontwapening van alle groepen in Gaza. Het plan maakt een terugkeer van de PA naar Gaza, of anders het plaatsen van Gaza onder bestuur van een ander land of internationaal bestuur een voorwaarde voor de erkenning van een Palestijnse staat.

Internationale reacties

Demissionair premier Netanyahu heeft gezegd direct stappen tot annexatie te gaan zetten. De leider van de belangrijkste oppositiepartij, Gantz, zegt voorstander te zijn van annexatie na de verkiezingen, maar wel in overleg met regionale partners. De Verenigde Staten en Israël hebben afgesproken na de Israëlische verkiezingen op 2 maart samen een comité in te stellen dat de grenzen van het te annexeren gebied gaat vastleggen. De Palestijnse Autoriteit is hierbij niet betrokken. Leiders in de nederzettingenbeweging reageerden kritisch op het plan, omdat het plan voorziet in een Palestijnse staat en de bepalingen over uitbreiding van nederzettingen.

President Abbas verwierp het plan, omdat dat geen levensvatbare Palestijnse staat zou opleveren. In de VN Veiligheidsraad riep hij het Kwartet (VS, EU, Rusland en VN) op om een vredesconferentie te organiseren.

Egypte verwelkomde de Amerikaanse inspanningen en riep op het plan te gebruiken om de Palestijnse rechten op een onafhankelijke staat, in overeenstemming met internationale besluiten te verwezenlijken. Jordanië herhaalde diens steun voor een onafhankelijke Palestijnse staat op basis van de grenzen van 1967 en waarschuwde tegen annexatie. Qatar sprak waardering uit voor de Amerikaanse inspanningen en herhaalde dat een oplossing in lijn moet zijn met het Arabisch vredesvoorstel. Saudi-Arabië sprak waardering uit voor de Amerikaanse inspanningen en riep op tot hervatting van onderhandelingen, zodat de Palestijnse rechten verwezenlijkt zouden worden. Koning Salman heeft in een telefoongesprek met president Abbas gezegd dat Saudi Arabië de Palestijnen zal steunen bij hun keuzes. De Arabische Liga en OIC verwierpen het plan, en herhaalden hun steun voor het Arabisch Vredesinitiatief.

De EU heeft in een eerste gezamenlijke verklaring gezegd het plan te bestuderen en het belang onderstreept van een onderhandelde oplossing in lijn met internationaal recht en internationale parameters. De EU riep daarbij beide partijen op door hun handelen een oprecht commitment aan de twee-statenoplossing te laten zien. In een tweede verklaring waarschuwde de Europese Hoge Vertegenwoordiger tegen unilaterale annexatie. In de Raad Buitenlandse Zaken van 17 februari besprak de Raad de recente ontwikkelingen ten aanzien van het Midden-Oosten Vredes Proces, met bijzondere aandacht voor het Amerikaanse plan (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2118). Lidstaten benadrukten de twee-statenoplossing en de rol van het internationaal recht bij het zoeken naar een oplossing van het conflict. Op verzoek van verschillende lidstaten zegde Hoge Vertegenwoordiger Borrell toe om tijdens de Raad van maart uitgebreid te spreken over het Midden-Oosten Vredesproces en het Amerikaanse plan.

Appreciatie

Het conflict tussen Israël en de Palestijnen heeft dringend nieuwe impulsen nodig om tot een oplossing te komen. Allereerst voor de Israëliërs en Palestijnen, maar ook voor verbetering van relaties in de regio en daarbuiten.

Het initiatief van de VS biedt gelegenheid om tot een nieuwe inspanning te komen teneinde de voortdurende impasse te doorbreken. Het heeft lang geduurd totdat de VS diens visie ontvouwde. In deze periode maakten beide partijen met negatieve stappen een oplossing steeds moeilijker. Afgelopen jaren worden gekenmerkt door meerdere geweldsuitbarstingen rond Gaza, een groeiende humanitaire crisis in Gaza, een versnelling van de uitbreidingen van nederzettingen en aan beide zijden leiderschap dat zich steeds verder afkeerde van de onderhandelingstafel.

In de periode dat de VS eraan werkte, hebben Nederland en de EU er bij de VS op aangedrongen rekening te houden met de aspiraties van beide partijen en naar wegen te zoeken om de Palestijnen weer te betrekken bij diens inzet. Nederland heeft in deze periode bij de Palestijnse Autoriteit aangedrongen op herstel van de contacten met de Verenigde Staten. Desondanks is er geen toenadering geweest en zijn de Palestijnen niet betrokken geweest bij de totstandkoming van het plan.

De Amerikaanse voorstellen voorzien in een andere benadering dan die Israël en de PLO hebben ingezet met de Oslo-akkoorden en die door de VS, de EU en de rest van de internationale gemeenschap sindsdien is ondersteund, inclusief het Arabisch Vredesinitiatief van 2002.

Het kabinet constateert dat de VS-regering zich blijft uitspreken voor een twee-statenoplossing, maar dat het plan daarbij ver afwijkt van de Palestijnse beoogde oplossing alsmede van de breed aanvaarde internationale parameters.

De kabinetsinzet is de verwezenlijking van de twee-statenoplossing: een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat naast een veilig en internationaal erkend Israël. Nederland en de EU hanteren hiervoor parameters die meermaals in Raadsconclusies zijn vastgelegd. Belangrijk in dit verband is dat de EU zich inzet voor een twee-statenoplossing op basis van de grenzen van 1967 en geen verandering van grenzen accepteert, tenzij door beide partijen overeengekomen. Daar horen veiligheidsmaatregelen bij die de Israëlische veiligheid beschermen, maar tegelijkertijd aan de Palestijnen laten zien dat de bezetting voorbij is. En een onderhandelde oplossing voor Jeruzalem, die recht doet aan de aspiraties van beide partijen en die Jeruzalem de gedeelde hoofdstad maakt van beide partijen.

Het kabinet is bezorgd dat de visie goedkeuring lijkt te geven aan unilaterale annexatie van de Jordaanvallei en alle nederzettingen en verwijst naar de eerdere reactie daarop in de Kamerbrief van 11 september jl. met Kamerstuk 23 432, nr. 474). Annexatie is in strijd met internationaal recht en acceptatie ervan schept een gevaarlijk precedent in andere territoriale conflicten waarbij landen diepe historische banden aanvoeren als rechtvaardiging voor territoriale aanspraken buiten hun eigen grondgebied. Nederland zal eenzijdige annexatie dan ook niet erkennen.

Nederland voert overleg met Europese en internationale partners over de weg vooruit. Nederland spreekt ook met de beide partijen hierover. Tijdens haar bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden 3-6 februari jl. heeft de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel de visie van het Kabinet zoals verwoord in deze brief overgebracht en bij beide partijen aangedrongen op constructieve stappen die vrede dichterbij brengen en het afzien van stappen die vrede moeilijker maken of ingaan tegen internationaal recht. Uiteindelijk kunnen alleen onderhandelingen leiden tot een akkoord tussen Israël en de Palestijnse Autoriteiten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven