23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 433 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S.

Voorgesteld 9 juni 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Minister in uitvoering van de motie-Ten Broeke c.s. (34 300-V, nr. 22) heeft aangegeven dat er binnen de EU geen draagvlak bestaat om te komen tot richtsnoeren voor alle producten uit alle bezette dan wel betwiste gebieden;

tevens overwegende dat een meerderheid van de EU-lidstaten en instellingen de richtsnoeren wel willen toepassen ten opzichte van Israël omdat de situatie aldaar als «een eigenstandige aangelegenheid wordt gezien»;

constaterende dat hiermee nadrukkelijk de suggestie wordt gewekt dat er met twee maten wordt gemeten;

verzoekt de regering, geen steun te verlenen aan het (eenzijdig) toepassen van interpretatieve mededelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Van der Staaij

De Roon

Naar boven