23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 337 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2012

Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 22 november 2012 over de situatie inzake Gaza.

1. De stand van zaken inzake Gaza en het wapenstilstandsakkoord

Op 21 november 2012 kwam een einde aan de acht dagen durende geweldsescalatie rond Gaza. Raketbeschietingen van Hamas en andere militante groeperingen in Gaza op Israël en de militaire acties van Israël tegen doelen in Gaza kostten in totaal aan zes Israëliërs en naar schatting 162 Palestijnen het leven. Aan Israëlische zijde vielen daarnaast naar schatting 219 gewonden; aan Palestijnse zijde 1202 (bron: OCHA).

Na intensieve bemiddeling door Egypte kwamen partijen op 21 november een staakt-het-vuren overeen en spraken af daags na het ingaan van het staakt-het-vuren in overleg te treden over de opening van grensovergangen voor goederen en personen. Daarnaast zegden Egypte en de VS aan Israël toe zich in te spannen wapensmokkel naar Gaza tegen te gaan. Essentieel element van het bestand is de blijvende betrokkenheid van Egypte bij de naleving van het staakt-het-vuren. Het bestand heeft tot op heden stand gehouden, ondanks een raketbeschieting op 22 november vanuit Gaza en een grensincident op 23 november waarbij één Palestijnse dode viel.

De Nederlandse regering betreurt de slachtoffers die als gevolg van het conflict zijn gevallen. De regering acht het van groot belang dat het staakt-het-vuren zo spoedig mogelijk wordt uitgewerkt in een langdurig bestand. Daarbij dient de humanitaire situatie in Gaza verbeterd te worden, onder meer door opening van de grensovergangen, en dient recht te worden gedaan aan Israëlische veiligheidsbehoeften, waaronder het definitief beëindigen van de raketbeschietingen en aanvallen langs de grens. De internationale gemeenschap kan hierbij een belangrijke ondersteunende rol spelen door het faciliteren van opening van grensovergangen, het helpen tegengaan van wapensmokkel en het assisteren bij de economische ontwikkeling van Gaza.

Tijdens het gewapend conflict heeft de Nederlandse regering de bemiddeling door Egypte en andere landen gesteund. Daartoe vonden gesprekken plaats met onder meer de Israëlische premier Netanyahu, de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Lieberman, de Palestijnse minister van Buitenlandse zaken Malki en de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken Amr. De Nederlandse regering riep partijen op tot de-escalatie. Nederland erkent het recht van Israël om zijn burgers te beschermen tegen raketbeschietingen, met inachtneming van de grenzen die het internationale recht hieraan stelt.

2. De gevolgen voor de blokkade van Gaza

Als gevolg van de geldende beperkingen met betrekking tot personen- en goederenverkeer van en naar Gaza is de sociaal-economische situatie in het gebied de afgelopen jaren sterk verslechterd. Er leven circa 1,7 miljoen mensen op een zeer beperkte oppervlakte van 360 km2. Jongeren hebben een somber toekomstperspectief: de werkloosheid is zeer hoog (37 procent; OCHA 2011) en er is een tekort aan voedsel, schoon drinkwater en bouwmaterialen. Een beperkte versoepeling van de toegang tot Gaza in juni 2010 heeft hierin weinig verandering gebracht. De EU heeft om die reden – met volledige erkenning van de legitieme Israëlische veiligheidsbehoeften – herhaaldelijk aangedrongen op versoepeling van de im- en exportrestricties.

Het bestand van 21 november biedt perspectief op verbetering van de situatie in Gaza. Als partijen erin slagen tot een vervolgakkoord te komen over het tegengaan van wapensmokkel enerzijds en opening van de grensovergangen anderzijds, kan dat een belangrijke impuls geven aan de economie en daarmee aan verbetering van de leefomstandigheden in Gaza.

De Nederlandse regering steunt beide onderdelen van de onderhandelingsagenda – verbetering van de veiligheid van Israël en verlichting van het grensregime – en zal in samenspraak met EU-partners bezien hoe toekomstige overeenstemming hierover kan worden gefaciliteerd. Gedacht kan worden aan ondersteuning van de Egyptische douane, heractivering van de EU-grensmissie EUBAM Rafah en verbetering van de infrastructuur van grensovergangen naar zowel Israël als Egypte. Nederland is op dit laatste gebied al actief: begin dit jaar werd met Israël en de Palestijnse Autoriteit de levering overeengekomen van een containerscanner ten behoeve van versneld goederentransport tussen de Westelijke Jordaanoever en Jordanië. Nederland werkt momenteel aan het tot stand brengen van een zelfde scannerleverantie voor de Gazaans-Israëlische grensovergang Kerem Shalom / Kerem AbuSalim.

3. De militaire situatie in de Sinaï en de afspraken met Egypte met betrekking tot het tegengaan van de aanvoer van wapens via tunnels

De veiligheidssituatie in de Sinaï-woestijn is het afgelopen jaar verslechterd. Er is een toename van wapensmokkel, evenals van de aanwezigheid van terroristische cellen. Op 5 augustus jl. vond een aanslag plaats bij de grensovergang nabij Rafah; op 16 september jl. schoten militanten een antitankraket af op het hoofdkwartier van de Egyptische veiligheidsdiensten in al-Arish en op 21 september jl. vielen terroristen Israëlische soldaten aan nabij Har Harif.

In het vredesakkoord tussen Egypte en Israël uit 1979 is de Sinaï aangewezen als gedemilitariseerde zone. Een internationale vredesmissie, de Multinational Force and Observers (MFO), houdt toezicht op de naleving hiervan. Vanwege de onrustige situatie in de Sinaï en het belang van instandhouding van het vredesakkoord tussen Egypte en Israël is het kabinet voornemens de meerjarige financiële bijdrage aan MFO te verhogen tot 3 miljoen dollar voor de periode 2013–2016. Tevens zal in reactie op een verzoek van MFO vanaf februari 2013 voor een periode van 18 maanden een personele bijdrage van vier militairen ten behoeve van de MFO-staf worden geleverd.

Versoepeling van het grensregime tussen Gaza en Egypte en het gelijktijdig tegengaan van wapensmokkel via de tunnels zal onderwerp zijn van verdere besprekingen tussen betrokken partijen. Op dit moment is de regering nog niets bekend over de (te verwachten) uitkomsten hiervan. Nederland zal waar mogelijk bijdragen aan het faciliteren van toekomstige afspraken.

Op 20 november 2012 nam Nederland deel aan multilaterale consultaties over de Gaza-crisis in het kader van het Gaza Counter Arms Smuggling Initiative (GCASI), een samenwerkingsverband van een tiental landen en internationale organisaties – waaronder de VS, de EU en Israël en Nederland – gericht op het tegengaan van wapensmokkel naar Gaza. Nederland heeft in dit overleg gepleit voor effectievere samenwerking tegen wapensmokkel en de noodzaak onderstreept daarbij ook Egypte en de Palestijnse Autoriteit te betrekken.

4. De humanitaire situatie in Gaza, de door Nederland toegezegde hulp aan Gaza en de hulpvraag vanuit UNRWA

Hulp aan slachtoffers van het conflict heeft op dit moment prioriteit. Hulporganisaties hebben aangegeven dat vooral in de Gazastrook dringend behoefte is aan medische hulp. Op verzoek van de Palestijnse Autoriteit heeft de regering daarom besloten via het Nederlandse Rode Kruis een bijdrage van 1 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de getroffen bevolking in Gaza. Het geld wordt gebruikt voor medische behandeling van gewonden en voor hulpgoederen zoals matrassen en dekens.

Daarnaast heeft de regering besloten de algemene bijdrage voor 2012 aan het United Nations Relief and Works Agency (UNRWA), dat zich onder meer in Gaza inzet voor de leniging van humanitaire noden van geregistreerde Palestijnse vluchtelingen, met 2 miljoen euro te verhogen. In overleg met betrokken partijen wordt bezien of Nederland ook op andere manieren een bijdrage kan leveren aan humanitaire hulpverlening in Gaza.

Ten slotte

Duurzame vrede in de regio kan alleen worden bereikt als Israël en de Palestijnen terugkeren naar de onderhandelingstafel om een finaal akkoord te sluiten over een twee-statenoplossing. Over de wijze waarop de Nederlandse regering hieraan een bijdrage wil leveren, ontvangt uw Kamer op korte termijn een separate brief.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven