23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 324 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2011

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 19 april 2011 met kenmerk 2011Z08387/2011D23193 inzake een petitie aangeboden door Stichting Talliq.

De petitie vraagt aandacht voor de naleving van het internationale recht door Israël en om zorgen hierover over te brengen aan de Israëlische regering. Voorts vraagt de petitie om opschorting van het EU-Israël associatieverdrag.

Nederland dringt, bilateraal en in EU-verband, voortdurend aan op respect voor het internationaal humanitair recht en de mensenrechten. Tevens monitoren Nederland en andere EU-lidstaten rechtszaken met een mensenrechtenaspect.

Het EU-Israël Associatieverdrag is een belangrijk instrument om te werken aan verdere uitbreiding en verbetering van de wederzijdse betrekkingen. De regering is van mening dat investeren in de goede relaties, zowel in EU-verband als bilateraal, leidt tot een vruchtbare dialoog met Israël. Het kabinet vraagt op passende momenten aandacht voor omstandigheden die verbetering. Zo heeft Nederlandse interventie bij de Israëlische autoriteiten geleid tot opening van de grenzen met Gaza ten behoeve van de export van groenten en fruit. Opschorting van het EU-Israël Associatieverdrag zou de communicatie tussen de EU en Israël, ook op het gebied van de naleving van het internationaal recht, niet ten goede komen.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven