23 147
Regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet)

nr. 98
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID M. B. VOS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 30

Ontvangen 2 oktober 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 57, derde lid, aanhef, tweede volzin, wordt vervangen door: Overige voorschriften en beperkingen houden in ieder geval in:.

Toelichting

Het is niet terecht het aan provinciale besturen over te laten of grondgebruikers al dan niet toestemming voor het rapen van eieren op hun land dienen te geven. Een dergelijk verzoek om toestemming behoort standaard te zijn, in de eerste plaats omdat anders strijdigheid ontstaat met bepalingen uit het Burgelijk Wetboek (art. 55 Boek 5) en het Wetboek van Strafrecht (art. 461) aangaande de vrijheid om erf en land van derden te mogen betreden en in de tweede plaats omdat anders strijdigheid ontstaat met de EG-Vogelrichtlijn (art. 9), waarin wordt bepaald dat het rapen onder strikt gecontroleerde omstandigheden dient plaats te vinden.

M. B. Vos

Naar boven