23 147
Regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet)

nr. 71
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SWILDENS-ROZENDAAL EN VAN DEN BOS

Ontvangen 26 september 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel 68a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 68aa

1. Het is verboden bij de uitoefening van bevoegdheden toegekend bij of krachtens de artikelen 63 tot en met 65b, dieren te vangen of te doden:

a. met een geweer of een jachtvogel in een veld dat niet voldoet aan de krachtens artikel 47 gestelde eisen;

b. op zondagen, de nieuwjaarsdag, de tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen en hemelvaartsdag;

c. op begraafplaatsen.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden aan andere beperkingen dan bepaald in het eerste lid, worden gebonden voorzover dit noodzakelijk is ter uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties, of indien dit noodzakelijk is in verband met de instandhouding van soorten of de veiligheid.

II

In artikel 108, onderdeel 5, wordt na «68, vijfde lid,» ingevoegd: 68aa, eerste lid,.

Toelichting

Het ligt voor de hand dat bejaging, in het kader van de artikelen 63 t/m 65b onder dezelfde randvoorwaarden plaats dient te vinden als die gelden bij het uitoefenen van de jacht.

Swildens-Rozendaal

Van den Bos

Naar boven