23 147
Regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet)

nr. 40
AMENDEMENT VAN HET LID POPPE

Ontvangen 26 september 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 48 wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, dat luidt:

1. Het is verboden te jagen:

a. met behulp van klemmen, gif, lijm, mistnetten, kunstlicht, kraaienvangkooien, lokaas of lokdieren;

b. door middel van fretteren of de inzet van aardhonden;

c. door het uitgraven van vossenburchten.

II

Aan artikel 48, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, die luidt: De algemene maatregel van bestuur bepaalt onder welke omstandigheden kan worden afgeweken van het eerste lid.

III

In artikel 108, onderdeel 5, wordt «48, eerste en tweede lid» vervangen door: eerste, tweede en derde lid.

Toelichting

Evident ontoelaatbare jachtmiddelen dienen direct in de wet opgenomen te worden. Daarnaast geeft het bestaande eerste lid de mogelijkheid, in te spelen op nieuwe jachtmethoden, bij algemene maatregel van bestuur jachtmiddelen toe te laten of te verbieden.

De algemene maaregel van bestuur kan worden afgeweken van het verbod van het eerste lid. Hierbij kan gedacht worden aan het geval dat aarden opvangwallen rond opslagtanks van olie en chemicaliën worden ondergraven; in een dergelijke geval moet het gebruik van de fret mogelijk zijn.

Poppe

Naar boven