23 147
Regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet)

nr. 105
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID POPPE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 40

Ontvangen 2 oktober 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

I

Het eerste lid wordt vervangen door:

1. Het is verboden te jagen:

a. met behulp van klemmen, gif, lijm, mistnetten, kunstlicht, kraaienvangkooien, lokaas of lokdieren;

b. door middel van fretteren of de inzet van aardhonden;

c. door het uitgraven van vossenburchten;

d. door middel van drijfjacht.

II

Het tweede lid wordt vervangen door:

2. Bij algemene maatregel van bestuur worden de tot jagen geoorloofde middelen aangewezen en kan het gebruik van die middelen worden uitgesloten of beperkt. Daarbij kunnen regels worden gesteld betreffende de eisen waaraan die middelen dienen te voldoen, alsmede betreffende het gebruik van munitie waarbij tevens rekening gehouden kan worden met belangen van veiligheid, volksgezondheid, welzijn en milieu. De algemene maatregel van bestuur bepaalt onder welke omstandigheden kan worden afgeweken van het eerste lid.

Toelichting

Evident ontoelaatbare jachtmiddelen dienen direct in de wet opgenomen te worden. Daarnaast geeft het tweede lid de mogelijkheid, in te spelen op nieuwe jachtmethoden, bij algemene maatregel van bestuur jachtmiddelen toe te laten of te verbieden.

Bij algemene maaregel van bestuur kan worden afgeweken van het verbod van het eerste lid. Hierbij kan gedacht worden aan het geval dat aarden opvangwallen rond opslagtanks van olie en chemicaliën worden ondergraven; in een dergelijke geval moet het gebruik van de fret mogelijk zijn.

Poppe

Naar boven