nr. 105
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID POPPE TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 40
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
I
Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Het is verboden te jagen:
a. met behulp van klemmen, gif, lijm, mistnetten, kunstlicht, kraaienvangkooien,
lokaas of lokdieren;
b. door middel van fretteren of de inzet van aardhonden;
c. door het uitgraven van vossenburchten;
d. door middel van drijfjacht.
II
Het tweede lid wordt vervangen door:
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden de tot jagen geoorloofde
middelen aangewezen en kan het gebruik van die middelen worden uitgesloten
of beperkt. Daarbij kunnen regels worden gesteld betreffende de eisen waaraan
die middelen dienen te voldoen, alsmede betreffende het gebruik van munitie
waarbij tevens rekening gehouden kan worden met belangen van veiligheid, volksgezondheid,
welzijn en milieu. De algemene maatregel van bestuur bepaalt onder welke omstandigheden
kan worden afgeweken van het eerste lid.
Toelichting
Evident ontoelaatbare jachtmiddelen dienen direct in de wet opgenomen
te worden. Daarnaast geeft het tweede lid de mogelijkheid, in te spelen op
nieuwe jachtmethoden, bij algemene maatregel van bestuur jachtmiddelen toe
te laten of te verbieden.
Bij algemene maaregel van bestuur kan worden afgeweken van het verbod
van het eerste lid. Hierbij kan gedacht worden aan het geval dat aarden opvangwallen
rond opslagtanks van olie en chemicaliën worden ondergraven;
in een dergelijke geval moet het gebruik van de fret mogelijk zijn.
Poppe