23 147
Regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet)

nr. 103
AMENDEMENT VAN HET LID STELLINGWERF

Ontvangen 2 oktober 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 30 wordt vervangen door:

Artikel 30

1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de volgende diersoorten als wild worden aangewezen: haas (Lepus europaeus), fazant (Phasianus colchicus), patrijs (Perdix perdix), wilde eend (Anas platyrhynchos), konijn (Oryctolagus cuniculus) en houtduif (Columba palumbus).

2. De krachtens het eerste lid gegeven omschrijvingen kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden beperkt ter uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties, alsmede ter bescherming van diersoorten opgenomen op de door Onze Minister vastgestelde nationale lijst van met uitroeiing bedreigde of speciaal gevaar lopende soorten.

Toelichting

Als wild aangewezen diersoorten kunnen op enig moment een kwetsbare of bedreigde diersoort vormen. Op dit moment is dat met de patrijs het geval. Niet voor niets is deze diersoort op de «Rode lijst» voor vogels geplaatst. Het is onlogisch een soort op een dergelijke lijst te plaatsen en tegelijkertijd de jacht hierop open te stellen. Dit amendement geeft vorm aan het nee-tenzij principe en biedt de minister de mogelijkheid het aantal bejaagbare soorten op grond van de in het tweede lid genoemde motieven te beperken.

Stellingwerf

Naar boven