22 969
Wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen

nr. 29
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 22

Ontvangen 19 september 1995

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

In artikel I, onderdeel G, wordt artikel 343, tweede lid, als volgt gewijzigd:

I

In de eerste volzin vervalt de zinsnede «tenzij van de schuldenaar in redelijkheid een langere termijn kan worden gevergd, in welk geval deze op ten hoogste vijf jaar kan worden vastgesteld,».

II

De tweede volzin wordt vervangen door:

In afwijking van de eerste volzin kan de termijn op ten hoogste vijf jaar worden vastgesteld, indien voor de gehele termijn vanaf de vaststelling van het saneringsplan in dat plan tevens een nominaal bedrag wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 295, derde lid.

Toelichting

Deze amendementen leggen uitdrukkelijk vast dat de norm is: 3 jaar tenzij.

Het eerste onderdeel schrapt de zinsnede «tenzij in redelijkeid een langere termijn kan worden gevergd» omdat die woorden suggereren dat de redelijkheid al voldoende is om een langere termijn als uitzondering op de norm te hanteren.

Het «tenzij» dient invulling te krijgen in die situaties waarbij

– er sprake is van niet te goeder trouw zijn, maar de rechter meent niet gebruik te moeten maken van artikel 288, tweede lid, onder b;

– er sprake is van een natuurlijk persoon als ondernemer en de hoogte van de schulden en/of de terugbetalingscapaciteit daartoe aanleiding geeft;

– er naar het oordeel van de rechter sprake is van een bijzondere situatie.

De amendementen bewerkstelligen dat de schuldsaneringsregeling uitsluitend langer dan drie jaar kan duren, indien voor de gehele looptijd vanaf de vaststelling van het saneringsplan, een nominaal bedrag boven de beslagvrije voet wordt toegekend.

Noorman-den Uyl

Naar boven