22 969
Wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen

nr. 27
MOTIE VAN DE LEDEN NOORMAN-DEN UYL EN DITTRICH

Voorgesteld 7 september 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat het kabinet in de Wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen voor het bepalen van de beslagvrije voet aansluiting zoekt met de beslagwet en het daarin gehanteerde percentage van 90%;

overwegende, dat het wenselijk is dat er een eenduidige norm en afstemming nodig zijn in diverse regelingen voor het bepalen van de beslagvrije voet, opdat voorkomen wordt dat hetgeen de ene regeling aan ruimte laat de andere regeling vervolgens wegneemt;

overwegende, dat een percentage van 90% van het relevante bijstandsniveau onder de definitie van bestaansonzekerheid valt die het Sociaal Cultureel Planbureau op 95% en lager van het relevante bijstandsniveau stelt;

van mening, dat het onwenselijk is deze situatie lang te laten voortduren;

verzoekt het kabinet:

– met spoed een evaluatie van de beslagwet in gang te zetten,

– uiterlijk 1 januari 1996 de Kamer een voorstel te doen inzake de te hanteren beslagvrije voet en het harmoniseren van deze grens in een aantal wetten, regelingen en bepalingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Noorman-den Uyl

Dittrich

Naar boven