22 969
Wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen

nr. 16
MOTIE VAN HET LID ROSENMÖLLER C.S.

Voorgesteld 4 april 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat bij ongeveer tweehonderdduizend huishoudens sprake is van een problematische schuldsituatie;

overwegende, dat de uitkeringen de afgelopen tien jaar in relatieve zin zijn achtergebleven bij de ontwikkeling van midden- en hogere inkomens;

van mening, dat bijvoorbeeld gezinnen, alleenstaande ouders en ouderen zonder aanvullend pensioen op bijstandsniveau vaak structurele financiële problemen hebben met alle mogelijke sociale gevolgen van dien;

van mening, dat mede als gevolg van deze ontwikkeling het vraagstuk van armoedebestrijding in Nederland weer een actueel thema is geworden;

van mening, dat het wenselijk is gemeenten meer vrijheid te geven om de mensen met de laagste inkomens financieel te steunen;

verzoekt het kabinet te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het budget voor de Bijzondere Bijstand te verruimen;

verzoekt het kabinet tevens bij de evaluatie van de Bijzondere Bijstand concrete, nieuwe voorstellen te doen die de gemeenten in staat stellen vanuit de Bijzondere Bijstand de mensen met de laagste inkomens extra financiële steun te geven bijvoorbeeld in de vorm van het periodiek verstrekken van een bedrag ineens,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rosenmöller

Doelman-Pel

Boogaard

Van Dijke

Naar boven