22 894 Preventiebeleid voor de volksgezondheid

26 991 Voedselveiligheid

Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juli 2010

In de reguliere monitoring, die het Centrum voor Monitoring van Vectoren (CMV) van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit in opdracht van mij verricht, zijn sinds afgelopen vrijdag 23 juli drie soorten exotische muggen aangetroffen bij importeurs van gebruikte banden. Het betreft de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus), de Amerikaanse bandenmug (Aedes atropalpus of «rock-pool mosquito») en de Gele koorts mug (Aedes Aegypti). Op één bedrijf zijn twee muggensoorten gevangen en op twee bedrijven één soort muggen. Er is op dit moment geen groot gevaar voor de volksgezondheid. Toch neem ik voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat deze muggen zich op dit moment vestigen in Nederland.

De Amerikaanse bandenmug komt van oorsprong voor in Noord-Amerika. De tijgermug komt op diverse plekken ter wereld voor, ook in Zuid-Europa. De Gele koorts mug komt wijdverspreid voor in (sub)tropische klimaten. Bepaalde exotische muggensoorten zijn potentiële vectoren voor infectieziekten; zoals de tijgermug voor Dengue, West Nilevirus en Chikungunya. De Amerikaanse bandenmug kan in vitro West Nilevirus en andere virussen overdragen, zoals Japanese encephalitis, Western & Eastern equine encephalitis, maar in de praktijk blijkt de bijdrage van deze mug aan de verspreiding van deze virussen minimaal. De Gele koorts mug kan onder andere het gele koorts virus overdragen, maar vestiging van deze mug in Nederland is zeer onwaarschijnlijk. Het CMV monitort in Nederland langs diverse snelwegen, bij bedrijven die handelen in gebruikte autobanden en importeurs van Lucky Bamboo of en welke muggen er voorkomen.

Het is voor het eerst dat de tijgermug in een niet afgesloten ruimte in Nederland is aangetoond. Ik heb daarom het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu om advies gevraagd. Het CIb concludeert dat op dit moment de aanwezigheid van de genoemde exotische muggensoorten, behoudens overlast van muggenbeten, geen groot gevaar voor de volksgezondheid vormen. De aantallen zijn nu nog beperkt en op dit moment lijkt het onwaarschijnlijk dat de muggen virale ziekteverwekkers bij zich dragen die bij mensen infectieziekten kunnen veroorzaken. Om te voorkomen dat de muggen zich op deze locaties verder vermenigvuldigen en verspreiden, en daarmee zich zouden kunnen vestigen in Nederland, moeten deze muggen zo spoedig mogelijk worden bestreden. Overigens is vanwege de internationale handel en klimatologische veranderingen op lange termijn import en vestiging van exotische muggensoorten in Nederland naar verwachting niet te voorkómen.

Ik volg het advies van het CIb en heb opdracht gegeven de bestrijding te starten. Het CMV zal in nauwe samenwerking met het CIb de bestrijding coördineren. Zij zullen worden ondersteund door Franse experts, die de afgelopen jaren ervaring hebben opgedaan met het bestrijden van ongewenste muggenpopulaties. Direct betrokkenen en omwonenden worden door onder andere de regionale GGD over de bestrijding geïnformeerd.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) heeft een ontheffing verleend voor het gebruik van passende biociden die voor deze specifieke toepassing nog niet zijn toegelaten. Het College voor de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft het gebruik van deze middelen in deze situatie beoordeeld op de gevaarsaspecten voor arbeidsbescherming, volksgezondheid en milieu. Het Ctgb concludeert dat het risico aanvaardbaar is mits een aantal risicoreducerende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen zijn als voorwaarden gesteld voor de ontheffing.

In de komende periode zal ik in gesprek gaan met verschillende partijen om de taakverdeling en verantwoordelijkheden voor de bestrijding van exotische muggen in Nederland verder uit te werken en zal u over de uitkomst daarvan in kennis stellen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven