Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juli 2010
In de reguliere monitoring, die het Centrum voor Monitoring van Vectoren (CMV) van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit in
opdracht van mij verricht, zijn sinds afgelopen vrijdag 23 juli drie soorten exotische muggen aangetroffen bij importeurs
van gebruikte banden. Het betreft de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus), de Amerikaanse bandenmug (Aedes atropalpus of «rock-pool mosquito») en de Gele koorts mug (Aedes Aegypti). Op één bedrijf zijn twee muggensoorten gevangen en op twee bedrijven één soort muggen. Er is op dit moment geen groot gevaar
voor de volksgezondheid. Toch neem ik voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat deze muggen zich op dit moment vestigen in
Nederland.
De Amerikaanse bandenmug komt van oorsprong voor in Noord-Amerika. De tijgermug komt op diverse plekken ter wereld voor, ook
in Zuid-Europa. De Gele koorts mug komt wijdverspreid voor in (sub)tropische klimaten. Bepaalde exotische muggensoorten zijn potentiële
vectoren voor infectieziekten; zoals de tijgermug voor Dengue, West Nilevirus en Chikungunya. De Amerikaanse bandenmug kan
in vitro West Nilevirus en andere virussen overdragen, zoals Japanese encephalitis, Western & Eastern equine encephalitis, maar in
de praktijk blijkt de bijdrage van deze mug aan de verspreiding van deze virussen minimaal. De Gele koorts mug kan onder andere
het gele koorts virus overdragen, maar vestiging van deze mug in Nederland is zeer onwaarschijnlijk. Het CMV monitort in Nederland
langs diverse snelwegen, bij bedrijven die handelen in gebruikte autobanden en importeurs van Lucky Bamboo of en welke muggen
er voorkomen.
Het is voor het eerst dat de tijgermug in een niet afgesloten ruimte in Nederland is aangetoond. Ik heb daarom het Centrum
Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu om advies gevraagd. Het CIb concludeert
dat op dit moment de aanwezigheid van de genoemde exotische muggensoorten, behoudens overlast van muggenbeten, geen groot
gevaar voor de volksgezondheid vormen. De aantallen zijn nu nog beperkt en op dit moment lijkt het onwaarschijnlijk dat de
muggen virale ziekteverwekkers bij zich dragen die bij mensen infectieziekten kunnen veroorzaken. Om te voorkomen dat de muggen
zich op deze locaties verder vermenigvuldigen en verspreiden, en daarmee zich zouden kunnen vestigen in Nederland, moeten
deze muggen zo spoedig mogelijk worden bestreden. Overigens is vanwege de internationale handel en klimatologische veranderingen
op lange termijn import en vestiging van exotische muggensoorten in Nederland naar verwachting niet te voorkómen.
Ik volg het advies van het CIb en heb opdracht gegeven de bestrijding te starten. Het CMV zal in nauwe samenwerking met het
CIb de bestrijding coördineren. Zij zullen worden ondersteund door Franse experts, die de afgelopen jaren ervaring hebben
opgedaan met het bestrijden van ongewenste muggenpopulaties. Direct betrokkenen en omwonenden worden door onder andere de
regionale GGD over de bestrijding geïnformeerd.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) heeft een ontheffing verleend voor het gebruik van
passende biociden die voor deze specifieke toepassing nog niet zijn toegelaten. Het College voor de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb) heeft het gebruik van deze middelen in deze situatie beoordeeld op de gevaarsaspecten voor arbeidsbescherming,
volksgezondheid en milieu. Het Ctgb concludeert dat het risico aanvaardbaar is mits een aantal risicoreducerende maatregelen
worden genomen. Deze maatregelen zijn als voorwaarden gesteld voor de ontheffing.
In de komende periode zal ik in gesprek gaan met verschillende partijen om de taakverdeling en verantwoordelijkheden voor
de bestrijding van exotische muggen in Nederland verder uit te werken en zal u over de uitkomst daarvan in kennis stellen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink