22 894 Preventiebeleid voor de volksgezondheid

Nr. 272 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2010

Op 18 mei jongstleden heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg een rapport gepubliceerd getiteld: «Koude keten voor vaccins tegen de Mexicaanse griep bij zorginstellingen op orde, maar nog niet geborgd».1 Zorginstellingen hebben op mijn verzoek dit najaar hun gezondheidszorgpersoneel alsmede in hun instelling verblijvende personen uit de medische risicogroepen gevaccineerd. Naar aanleiding van signalen dat bij sommige instellingen risicovolle situaties bestonden voor de opslag van vaccins, is de inspectie hiernaar een onderzoek gestart.

De vaccinatie tegen de Mexicaanse griep was bijzonder omdat deze onder grote tijdsdruk plaatsvond en omdat de vaccins rechtstreeks vanuit het NVI geleverd werden aan de instellingen, zonder tussenkomst van een apotheker. Het NVI en het RIVM hebben gezorgd voor de distributie van de vaccins en voor de voorlichting over de wijze van opslag, toediening en registratie. Daarnaast hebben zij, samen met de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (SNPG), een speciaal callcentre ingesteld. Hier konden instellingen terecht met vragen over de vaccinatie.

De instellingen waren zelf verantwoordelijk voor verantwoorde opslag, toediening en registratie van de vaccins.

De inspectie heeft gekeken naar de activiteiten van het NVI en het RIVM alsook naar die van de instellingen. Voor deze laatste categorie is een steekproef genomen van 81 instellingen op een totaal van circa 3800. Het betrof instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, instellingen voor verstandelijk gehandicapten, verzorgingshuizen en thuiszorginstellingen. De inspectie heeft specifiek onderzocht of deze instellingen de vaccins deugdelijk behandelden en bewaarden en of er voldaan werd aan de eisen voor een goede registratie.

De algemene conclusie van de inspectie is dat de bewaring, behandeling en toediening van de H1N1-vaccins bij de meeste onderzochte instellingen aan de normen voldoet. Dit geldt ook voor de bewaring en behandeling van de vaccins bij het RIVM en het NVI. De inspectie is dan ook van mening dat mijn beleid om H1N1-vaccins rechtstreeks aan artsen en instellingen te leveren, zonder tussenkomst van een apotheker, goed is geweest.

Wél moeten, zoals uit de titel van het rapport ook blijkt, processen in de zogenoemde koude keten beter geborgd worden. De inspectie doet hiertoe enkele praktische aanbevelingen aan mij, het NVI, het RIVM en de zorginstellingen. Vanwege het éénmalige karakter van de activiteiten gericht op de vaccinatie, zet de inspectie geen concrete vervolgacties in gang richting de bezochte instellingen.

Specifiek voor VWS adviseert de inspectie om een tweetal punten structureel beter te regelen. In de eerste plaats adviseert zij mij om beleid te ontwikkelen over de rol van de toezichthoudend apotheker bij een dergelijke campagne waar vaccins rechtstreeks vanuit de overheid aan instellingen worden geleverd. In de tweede plaats adviseert zij mij om de Regeling Geneesmiddelenwet voor instellingen aan te scherpen om te komen tot verplichte registratie van batchnummers van vaccins.

In deze, aan mij, gerichte adviezen kan ik mij goed vinden. Ik zal hieraan op korte termijn gevolg geven.

De overige praktische aanbevelingen kunnen goed gebruikt worden bij eventuele toekomstige vaccinatiecampagnes in geval van (dreigende) infectieziektencrises. Daarnaast zijn sommige van de aanbevelingen ook nuttig voor de zorginstellingen die, in het kader van de jaarlijkse seizoensgriep, hun zorgpersoneel vaccinatie zouden moeten aanbieden2. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG). Het NVI en het RIVM hebben aangegeven dat zij de relevante praktische aanbevelingen meenemen in de organisatie van het NPG.

Tot slot wil ik nog laten weten dat ik verheugd ben over de conclusies van de inspectie. Dit geeft mij vertrouwen om in de toekomst opnieuw van deze route gebruik te maken, indien dit aan de orde is.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

XNoot
2

De Gezondheidsraad beveelt vaccinatie van gezondheidszorgpersoneel sinds 2007 aan ter bescherming van de gezondheid van mensen uit de medische risicogroepen die in de instellingen verblijven.

Naar boven