22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 december 2013

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, de Minister van Defensie en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mijn reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 19 december 2013 inzake Recente ontwikkelingen in Zuid-Sudan.

Recente ontwikkelingen

In Juba brak zondagavond 15 december onrust uit. De precieze oorzaak blijft onduidelijk. President Kiir heeft voormalig vice-president Riek Machar, die hij deze zomer had ontslagen, beschuldigd van een couppoging. Dit lijkt momenteel onwaarschijnlijk en Machar ontkent dit. Er zijn ook berichten dat in de Presidentiële Garde onrust zou zijn uitgebroken langs etnische lijnen, met name tussen de Dinka en de Nuer. De veiligheidssituatie verslechterde snel en de onrust verspreidde zich vervolgens naar zes van de tien deelstaten van het land: Central en Eastern Equatoria, Jonglei, Warrap, Upper Nile en Unity State. Naar schatting zijn 62.000 personen als gevolg van de gevechten ontheemd geraakt. Ruim 40.000 mensen hebben hun toevlucht gezocht op VN-bases in Juba, Bor en Bentiu. De hulpverlening bestaat momenteel uit het voorzien in (basis)gezondheidzorg, water en sanitatie. Daarnaast worden tenten, voedsel en «non-food items» gedistribueerd.

In Juba is het sinds woensdag 18 december rustiger en normaal verkeer is weer op gang gekomen. De situatie wordt echter geschat als aanhoudend fragiel en onvoorspelbaar. Rebellen (Nuer, gelieerd aan Machar) hebben de hoofdstad Bor van Jonglei en hoofdstad Bentiu van het olierijke Unity State in handen. Steeds meer ooggetuigen spreken van huiszoekingen van Nuer op zoek naar Dinka en andersom. Ook binnen de regeringstroepen zou volgens aanhoudende berichten sprake zijn van onrust langs etnische lijnen. De politieke situatie is verhard waarbij zowel President Kiir als Riek Machar hun grip op gebieden probeert te verzekeren. Elf hoge Zuid-Sudanese functionarissen zijn vastgezet door de Nationale Veiligheidsdienst in opdracht van president Kiir.

(Noord-) Sudan heeft bezorgd gereageerd op het geweld. President Bashir heeft aangegeven dat Sudan op een positieve manier wil bijdragen aan het streven naar vrede. Vrijdag 20 december is een delegatie van Ministers van verschillende buurlanden (waaronder Ethiopië, Kenia, Uganda, Djibouti en Sudan) van het samenwerkingsverband IGAD1, naar Juba afgereisd om te bemiddelen in het conflict. Zij willen op korte termijn met alle partijen om de tafel gaan zitten. Ook lokale initiatieven worden ontplooid, zo hebben kerkelijk leiders opgeroepen tot vredesinitiatieven. De EU, de AU en de VN Veiligheidsraad hebben in verklaringen opgeroepen tot onmiddellijke stopzetting van vijandelijkheden en het aangaan van dialoog tussen de verschillende partijen. Secretaris-Generaal Ban Ki Moon heeft 23 december opgeroepen om extra UNMISS-troepen in te schakelen, 24 december eind van de dag zal de Veiligheidsraad zich hierover beraden.

Tijdens een toespraak in het parlement op 23 december heeft President Kiir aangegeven bereid te zijn tot dialoog, maar hij stelde ook dat de elf functionarissen gevangen blijven. Hun vrijlating is echter een voorwaarde van Machar om de dialoog te starten. De situatie wordt nauwgezet gevolgd door de Nederlandse ambassade in Juba alsook het departement in Den Haag. Op initiatief van Nederland heeft onder andere een overleg plaatsgevonden in de internationale contactgroep2 over Zuid-Sudan met directeuren en speciaal vertegenwoordigers.

Nederlandse deelneming UNMISS

De Nederlandse bijdrage aan de VN-missie UNMISS bestaat uit maximaal 30 personen. De inzetperiode waartoe in 2011 is besloten (Kamerstuk 22 831 nrs. 72 en 74) loopt tot half maart 2014 en momenteel bestaat de bijdrage uit 28 functionarissen van de politie en de Koninklijke marechaussee: achttien medewerkers bij de United Nations Police (UNPOL), acht stafofficieren en twee liaisonofficieren. Momenteel bevinden zich 22 van de 28 Nederlandse functionarissen in UNMISS in Zuid-Sudan. De overige Nederlanders in UNMISS zijn met verlof of roteren. Met de Nederlandse Senior National Representative (SNR) in Juba is frequent contact. De situatie in Zuid-Sudan en de positie van de Nederlanders worden intensief gemonitord.

De situatie in Zuid-Sudan is momenteel onrustig en onvoorspelbaar, ook voor VN-personeel. Dit is niet zozeer omdat westerlingen een doelwit zijn, maar vooral omdat lokale burgers hun toevlucht zoeken tot de VN-kampen. Dit bleek op 19 december in Akobo waar Dinka’s hun toevlucht zochten tot het VN-kamp dat vervolgens werd aangevallen door naar schatting 2000 Nuer-jongeren. Bij deze aanval zijn, naast burgers, twee Indiase UNMISS-militairen om het leven gekomen. In Akobo zijn geen Nederlanders van UNMISS.

De VN neemt in heel Zuid-Sudan verscherpte veiligheidsmaatregelen ter bescherming van het VN-personeel en de Internally Displaced Persons (IDP’s) in de VN-kampen. De VN gaat de kleinere VN-kampen, waar geen of weinig force protection ter beschikking is, evacueren. Vooralsnog heeft dit geen betrekking op VN-kampen waar zich Nederlanders bevinden. Ook trekt de VN alle niet-essentiële staf van UNMISS terug uit Zuid-Sudan maar dit heeft evenmin betrekking op het Nederlandse personeel.

Op dit moment lijkt het met name in de deelstaten Jonglei en Unity tot gevechten te kunnen komen. In deze deelstaten bevinden zich geen Nederlanders van UNMISS. De VN trekt al het onbewapende VN-personeel uit Bor (Jonglei) terug en tevens brengt de VN extra bewapende UNMISS-troepen uit andere delen van het land over naar Bor om het VN-kamp te beschermen. Ook wordt op alle niveaus via politieke dialoog getracht om een aanval van de Nuer op het VN-kamp in Bor, waar vooral IDP’s van de Dinka-stam hun toevlucht hebben gezocht, te voorkomen.

Op bijna alle VN-locaties waar Nederlanders zijn gestationeerd kunnen de generieke werkzaamheden vooralsnog grotendeels doorgang vinden. De marechaussees in de VN-kampen in Juba ondersteunen de opvang van de vele burgers die daar hun toevlucht hebben gezocht.

De Nederlanders vallen onder het mandaat van de VN en volgen de commandolijn van de VN. In beginsel betekent dit dat op de Nederlanders in UNMISS alleen door de VN genomen maatregelen van toepassing zijn. Zoals gesteld in de artikel 100-brief over Nederlandse deelname aan UNMISS (Kamerstuk 29 521 nr. 172) beschikken de verantwoordelijke Ministers over de mogelijkheid om de Nederlandse functionarissen in het uiterste geval aan UNMISS te onttrekken. Hiertoe is op dit moment onvoldoende aanleiding.

Repatriëring Nederlandse burgers

Vanwege de zeer onzekere veiligheidssituatie is besloten over te gaan tot het evacuatie van Nederlandse burgers uit Zuid-Sudan. De ambassade in Juba heeft Nederlanders in Zuid-Sudan opgeroepen om het land te verlaten en hen geïnformeerd over de evacuatieoperatie. 43 Nederlanders hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en zij zijn op vrijdag 20 december door een vliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht opgehaald uit Juba. Naast de 43 Nederlanders zijn ruim 40 mensen van een andere nationaliteit (onder meer Belgen, Canadezen, Britten en Zweden) meegenomen. Verder zal de bezetting van de Nederlandse ambassade in Juba tot een minimum worden teruggebracht. Nederlanders in Zuid-Sudan zijn hier vandaag over geïnformeerd. Daarnaast heeft de ambassade Nederlanders in Zuid-Sudan nogmaals dringend opgeroepen het land zo snel mogelijk te verlaten. Op dit moment bevinden zich ongeveer twintig Nederlanders in Zuid-Sudan. Drie van hen hebben aangegeven uit het land weg te willen. De ambassade staat met deze personen in contact.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Intergovernmental Authority on Development

X Noot
2

Met oa. Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Canada, Frankrijk, Noorwegen en de EDEO.

Naar boven