22 718 OVSE-Assemblée

AG/ nr. 47 VERSLAG VAN DE 29STE JAARLIJKSE ZITTING 2021

Vastgesteld 20 september 2021

1. Inleiding

Van 30 juni tot en met 6 juli 2021 vond de jaarvergadering plaats van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (verder OVSE PA).1 Vanwege de nog geldende beperkingen in verband met de corona-pandemie vond deze vergadering deels online en deels fysiek plaats. De commissievergaderingen waren geheel online, het Standing Committee en de plenaire vergadering vonden fysiek plaats met slechts de deelname van de delegatieleiders, voor diegenen die fysiek konden afreizen; de rest nam deel via de videoverbinding. De Kamerdelegatie bestond uit Eerste Kamerleden Karimi (GroenLinks, delegatieleider) en Gerkens (SP) en Tweede Kamerlid Brekelmans (VVD). Delegatieleider Karimi nam fysiek deel aan het Standing Committee op 5 juli en de plenaire vergadering op 6 juli in de Hofburg in Wenen, Oostenrijk. Zo’n 300 parlementsleden uit 57 landen namen deel. Naast het debatteren over drie rapporten in de drie commissies, stond de «Annual Session» voornamelijk in het teken van het al dan niet agenderen van zogenaamde urgentie onderwerpen op de plenaire agenda, waaronder die van mevrouw Karimi over Wit-Rusland en van de verkiezingen van een nieuwe president. Mevrouw Karimi was gevraagd deel te nemen aan het tellerscomité om de online verkiezingen te controleren. En marge van het overleg werd de delegatieleider goed ontvangen op de residentie op 6 juli door de plaatsvervangende Permanente Vertegenwoordiger bij de OVSE, mevrouw De Ruijter en collega’s.

Commissievergaderingen

Vanwege de bijzondere omstandigheden begon de vergadering ditmaal met online commissievergaderingen. Op 30 juni kwam de Mensenrechtencommissie («General Committee on Democracy, Human Rights and Humanitarian Questions») bijeen. In deze humanitaire commissie, ofwel de commissie die gaat over de Derde Veiligheidsdimensie, presenteerde de Noorse rapporteur Kari Henriksen haar rapport «Reinforcing Multilateralism in Times of Global Crisis: A Parliamentary Call for Future Action». Ze begon haar bijdrage met dat in veel OVSE-landen het autoritarisme is toegenomen, de vrijheid van de media is beperkt, journalisten zijn aangevallen, het aantal gevallen van huiselijk geweld is toegenomen en er dat er sprake is van een ware pandemie van haat zaaiende taal jegens minderheden, vluchtelingen, migranten en andere kwetsbaar gemaakte personen. Ze benadrukte het belang van multilaterale diplomatie om het vertrouwen in de instellingen te herstellen. Volgens haar moeten we als we duurzame oplossingen willen, de dialoog versterken, zelfs in online-vorm, waarbij de verwezenlijking van humanitaire doelstellingen en de belangen van de gemeenschappen centraal staan. We kunnen allemaal profiteren van elkaars ervaringen en adviezen via het OVSE-PA-platform. Henriksen moedigde alle parlementsleden ook aan om gebruik te maken van de andere instrumenten waarover de OVSE beschikt, zoals de beoordeling van wetgeving door deskundigen via het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten, alsook de aanbevelingen van de Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden van de OVSE en de Vertegenwoordiger voor de Vrijheid van de Media. Henriksen vroeg in het bijzonder aandacht voor de gevolgen van onopgeloste conflicten in de OVSE-regio, onder meer de enorme humanitaire gevolgen van het conflict in Oost-Oekraïne en de illegale annexatie van de Krim, alsook naar het conflict in Nagorno-Karabach. Ze stelde dat in andere gebieden, zoals in Georgië, de humanitaire impact nog lang doorgaat nadat de geweren zijn neergelegd. Ze drong er daarom bij de parlementsleden op aan om van hun regeringen te eisen dat zij de politieke wil vinden om deze conflicten op een voor beide partijen gunstige manier op te lossen.

Mevrouw Karimi onderschreef in haar interventie de bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in de afgelopen maanden zoals beschreven in het rapport. Ze benadrukte hierbij de huidige verslechterende situatie in Wit-Rusland van aanhoudende onderdrukking van personen met afwijkende meningen. Ze sloot hierbij aan bij de recente verklaringen afgegeven van de voorzitter, ondervoorzitter en rapporteur van deze commissie. Ze benoemde de vele journalisten en personen die hun mening uiten in gevangenschap zitten onder zorgwekkende omstandigheden. Gezondheidswerkers die aan demonstraties deelnamen, kregen te maken met represailles. Ze haalde een citaat aan van de Wit-Russische oppositieleider Tsikhanouskaya: «De mensen zijn bang, niemand voelt zich veilig, en de mensen moeten zich afvragen wat er met hun kinderen of bejaarde ouders zal gebeuren als ze ontvoerd worden. En de grenzen zijn ook gesloten, dus er is geen ontsnappen aan.» Tot slot kondigde ze aan een urgentie item in te dienen bij het Standing Committee over de huidige situatie in Wit-Rusland. In de conceptresolutietekst worden de Wit-Russische autoriteiten opgeroepen hun algemene aanpak van dissidenten in het land te heroverwegen en alle politieke gevangenen vrij te laten. Ze riep haar collega’s op om steun te verlenen aan dit item.

De commissie op gebied van de Tweede Veiligheidsdimensie «General Committee on Economic Affairs, Science, Technology and Environment» besprak op 1 juli het rapport over versterking van het multilateralisme in tijden van mondiale crisis, voornamelijk vanuit economische perspectief. De leden benadrukten dat de internationale gemeenschap lering moet trekken uit de ervaring met COVID-19 om soortgelijke crises in de toekomst het hoofd te bieden en de planeet adequaat te beschermen door een verantwoordelijker beleid. De Albanese rapporteur

Elona Gjebrea Hoxha onderstreepte in haar toelichting hoe COVID-19 de economie heeft ondermijnd en het leven van miljarden mensen over de hele wereld heeft ontwricht, en de noodzaak van gecoördineerde inspanningen bij de aanpak van vele aanverwante kwesties. Volgens haar moeten parlementariërs een leidende rol spelen bij het smeden van een nieuwe, post-COVID-wereldorde die effectief tegemoetkomt aan de ontwikkelingsbehoeften en tegelijkertijd de planeet beschermt. Ze pleitte voor een duurzaam ontwikkelingsmodel waarin economische, sociale, milieu en volksgezondheidsfactoren evenveel aandacht krijgen. Mevrouw Karimi bracht in dat niet vergeten moest worden dat de pandemie nog niet beëindigd is. «In Europa en Noord-Amerika waar de helft is gevaccineerd gaan we terug naar normaal. Maar in Afrika is minder dan 1% gevaccineerd. We moeten inzetten op toegang tot vaccins voor iedereen en onze regeringen daarop aanspreken,» aldus Karimi.

Op 2 juli concludeerden de leden van de commissie inzake politieke zaken en veiligheid, ofwel de commissie van de Eerste Veiligheidsdimensie, met name dat de voortdurende bedreigingen van veiligheid en de aanvallen op het multilateralisme aantonen dat het internationale veiligheidssysteem moet worden versterkt en verdedigd. Nu miljoenen mensen het slachtoffer zijn van het geweld en de ontheemding als gevolg van langdurige conflicten, de dreigingen in verband met cyber-/ICT-oorlogvoering toenemen, niet-overheidsactoren en hybride oorlogvoering zich verspreiden, en de OVSE-waarden steeds meer in twijfel worden getrokken, is er behoefte aan een doortastende en vastberaden internationale reactie, aldus de OVSE-parlementsleden. Rapporteur Laurynas Kasciunas uit Litouwen betreurde het dat er in het OVSE-gebied nog steeds grote bedreigingen voor de veiligheid bestaan, van militaire agressie tegen buurlanden, bezetting en illegale annexatie van grondgebied tot schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Hij benadrukte dat het tijd is om ervoor te zorgen dat de Helsinki-beginselen met daden worden nageleefd. «Wij, parlementariërs zijn hier in het bijzonder verantwoordelijk voor, omdat we moeten proberen onze regeringen verantwoordelijk te houden voor hun beleid en besluiten». Een aantal uitdagingen bestempelde hij als prioritair: de crisis van het multilateralisme, het conflict tussen Rusland en Oekraïne, Nagorno-Karabach, het conflict in Georgië, de kwestie Transnistrië, opkomende uitdagingen op het gebied van cyber-/ICT-veiligheid, de impact van de pandemie op transnationale dreigingen, en politieke repressie. Wat Oekraïne betreft, herhaalde Kasciunas de reeds lang bestaande oproepen van de OVSE-PA tot herstel van de Oekraïense soevereiniteit en tot terugtrekking van alle troepen door de Russische Federatie.

Vergadering van het Standing Committee

Het meest politieke orgaan van de OVSE PA Assemblee, het Standing Committee bestaande uit 57 delegatieleiders, kwam grotendeels fysiek bijeen op 5 juli in Wenen. OVSE PA President Lord Bowness die vanwege de beperkingen zelf niet aanwezig kon zijn, opende de vergadering via de videoverbinding. In zijn openingswoorden informeerde hij de leden dat de delegatieleider uit Wit-Rusland niet aanwezig kon zijn omdat hij geen visa kon krijgen. Via de Oostenrijkse delegatieleider hoorde mevrouw Karimi dat vanwege het ontbreken van een Oostenrijks consul-generaal in Wit-Rusland een visum elders gehaald moest worden. Polen en Litouwen hadden de toegang geweigerd. Een visum had ook opgehaald kunnen worden uit Moskou, maar dit weigerde de delegatie in kwestie. Diverse malen onderstreepte de Russische delegatieleider de heer Tolstoi het onacceptabel te vinden dat het de Wit-Russische delegatieleider onmogelijk was gemaakt door Polen en Litouwen hierbij aanwezig te zijn in persoon.

De agenda van de middag werd beheerst door het al dan niet toestaan van het agenderen van zogenaamde Urgency Items, ofwel dringende kwesties relevant voor het OVSE-proces en betrekking hebbend op een gebeurtenis die niet langer dan 24 dagen voor aanvang van de jaarvergadering heeft plaatsgevonden. Om een item in te dienen, moest de indiener 24 handtekeningen uit 10 landen verzamelen. Naast het item van mevrouw Karimi over Wit-Rusland, had senator Cardin uit de Verenigde Staten een urgent item ingediend over recente antisemitische incidenten, toenemende haat en intolerantie en complottheorieën in de OVSE-regio. De Oekraïense delegatie vroeg via een urgent item aandacht voor de illegale bezetting van de Krim door de Russische Federatie en om vrije scheepvaart in de Zwarte Zee en de Zee van Azov. Na eerst een discussie over of alle drie items wel aan de criteria voldeden verwijzende naar een event van minder dan 24 dagen geleden, vond een discussie vóór en tegen het agenderen plaats. Hiervoor gold de regel consensus minus één. In haar verdediging vóór het urgentie item over Belarus, herhaalde mevrouw Karimi haar grote zorgen over de aanhoudende onderdrukking van afwijkende meningen in Belarus en de verslechterende mensenrechtensituatie. Gezondheidswerkers die over verwondingen hebben geschreven, krijgen te maken met brute represailles van de autoriteiten. De arrestaties gaan door. Ook haalde ze een recent bericht van Amnesty International aan van 2 juli jl. over de arrestatie van een rechtenstudente. In haar afstudeerrede eerde zij afgestudeerde medestudenten die te maken hadden gehad met represailles voor hun steun aan vreedzame demonstranten. «Als volksvertegenwoordigers moeten we aan de kant van de bevolking van Belarus staan. Ik doe een dringend beroep op de Wit-Russische autoriteiten om hun houding tegenover afwijkende meningen te herzien en alle politieke gevangenen vrij te laten. Ik roep u op om steun te verlenen aan het agenderen van dit item.» De delegatieleider van Wit-Rusland sprak zich tegen dit item uit. Het zou niet gaan om de realiteit en zou uitgaan van valse vooronderstellingen. Hij verwees naar Amsterdam waarbij eerder dit jaar politie waterkannonen inzette tegen demonstranten. Tegen alle drie items werd bezwaar gemaakt door tenminste twee delegaties, waarbij ze alle drie niet werden geaccordeerd door het Standing Committee. De President wees de leden op de mogelijkheid van het aantekenen van beroep, schriftelijk bij de plenaire vergadering. Alle drie maakten hiervan gebruik. Dit betekende dat een stemming zou volgen in de plenaire vergadering, waarbij de regel zou gelden van twee-derde meerderheid.

De vergadering vervolgde met een rapport van de President over de afgelopen periode evenals een rapport van de penningmeester, de heer Peter Juel-Jensen uit Denemarken. De penningmeester gaf aan dat de financiële situatie van de OVSE Assemblee gezond is. De hoogte van de nationale contributies is bevroren vanwege de bijzondere situatie en om parlementen te helpen die geconfronteerd worden met economische problemen. In het voorgestelde budget worden aanvullende middelen gereserveerd voor: medische verzekeringen voor het OVSE PA personeel, een nieuw onderkomen van het Liaison kantoor in Wenen, een nieuw online registratiesysteem, het Call for Action – Helsinki +50 Initiatief en het Junior Professional Programme.

Secretaris General Montella rapporteerde vanuit het secretariaat van de OVSE PA. Hij onderstreepte onder meer de activiteiten in het kader van Helsinki +50 Process initiatief hetgeen geleid wordt door ambassadeur Zannier. Dit is een initiatief om parlementsleden van de OVSE en hun regeringen te mobiliseren om het belang van de rol van de OVSE te herhalen, zowel in het huidige internationale veiligheidskader en op weg naar de 50e verjaardag van de Slotakte van Helsinki (Helsinki +50 proces). De heer Montella informeerde de leden over het nieuwe kantoor in Wenen, inclusief de aanschaf van e-bikes om bij te dragen aan een zero-emissie uitstoot, het nieuwe registratiesysteem, de vernieuwde tweetalige website met nu ook een Russische versie. Hij sloot zijn betoog af met aan te kondigen dat de heer Nothelle, ambassadeur van de OVSE PA bij de Permanente Raad van de OVSE, binnenkort met pensioen gaat, maar wel zal aanblijven als adviseur. In de zomerperiode zal een nieuwe ambassadeur worden aangesteld.

Plenaire vergadering

Aan het einde van de plenaire vergadering werd de uitslag bekend gemaakt van de elektronische verkiezingen van de diverse posities binnen de OVSE PA. Als nieuwe president werd Margareta Cederfelt uit Zweden gekozen evenals ondervoorzitters Pia Kauma (Finland), Daniela de Ridder (Duitsland), Askar Shakirov (Kazachstan), Reinhold Lopatka (Oostenrijk), en Irene Charalambides (Cyprus). Ook verkozen waren Pere Joan Pons (Spanje) en Gudrun Kugler (Oostenrijk) tot voorzitter en rapporteur van de economische commissie, en Sereine Mauborgne (Frankrijk) en Johan Buser (Zweden) als voorzitter en rapporteur van de mensenrechtencommissie. Eerder op de middag had de Zweedse Minister van Buitenlandse Zaken en fungerende voorzitter van de OVSE, mevrouw Linde haar prioriteiten toegelicht.

Het vierde agendapunt was het al dan niet aanvaarden van het agenderen van de drie urgente items op de plenaire agenda, nu met twee-derde van de stemmen. De delegaties uit Rusland en Wit-Rusland maakten bezwaren tegen de items over Belarus en Oekraïne vanwege procedurele redenen. De delegatie uit Wit-Rusland was het onmogelijk gemaakt om fysiek deel te nemen en er waren vragen over het quorum van de deelnemende landen. Volgens het bestuur van de Assemblee waren deze redenen ongegrond. Het toelaten van de beide items tot de plenaire agenda werd met twee-derde meerderheid aanvaard hetgeen voor de Russische en Wit-Russische delegatie aanleiding was om het overleg fysiek dan wel online te verlaten. Vervolgens werden de beide resoluties door de Assemblee aangenomen. De resolutie «The General Approach to Dissent in Belarus», van mevrouw Karimi, betreurt de ondermijning van het recht op vreedzame vergadering en de vrijheid van de media in het land en dringt er bij de autoriteiten in Belarus op aan de beperkingen op vreedzame massabijeenkomsten en de vrijheid van de media te heroverwegen. Ook roept het Belarus op alle politieke gevangenen vrij te laten, met de oppositie in gesprek te gaan en toe te staan dat er vrije en eerlijke verkiezingen worden gehouden met waarnemers van de OVSE. De resolutie «De destabiliserende militaire opbouw door de Russische Federatie in de buurt van Oekraïne in de tijdelijk bezette autonome republiek Krim en de stad Sevastopol, Oekraïne, de Zwarte Zee en de Zee van Azov,» voornamelijk gesponsord door Mykyta Poturaiev (Oekraïne), spreekt bezorgdheid uit over de grootschalige militaire oefeningen die de Russische Federatie in april onaangekondigd heeft gehouden in de buurt van de grens met Oekraïne. Het dringt er bij de Russische Federatie op aan haar troepen, wapens en militaire uitrusting uit de Krim terug te trekken en haar toezeggingen in het kader van het document van Wenen van 2011 in goed vertrouwen na te komen.

De resolutie «Aanpak van de toename van haat, onverdraagzaamheid, geweld en discriminatie in de gehele OVSE-regio» van het lid Cardin werd met algemene stemmen aanvaard, na nog enige wijziging in de tekst te hebben aangebracht. Deze resolutie dringt er bij de deelnemende OVSE-staten op aan een OVSE-actieplan tegen discriminatie, gelijkheid en insluiting aan te nemen, de capaciteit van de rechtshandhavings-diensten voor de bestrijding van discriminatie op te bouwen en de inspanningen van de civiele samenleving ter bestrijding van extremisme en discriminatie te ondersteunen.

De plenaire vergadering omvatte ook verslagen van leiders van recente verkiezingswaarnemingsmissies, alsook van voorzitters van ad-hoc comités en speciale vertegenwoordigers van de OVSE-PA. De leden hoorden onder meer over het werk van de OVSE op het gebied van migratie, terrorismebestrijding, Arctische aangelegenheden, klimaatverandering, genderkwesties en mensenhandel. Vanwege tijdgebrek kon het algemene debat niet meer doorgaan.

De voorzitter van de delegatie, Karimi

De griffier van de delegatie, Bakker-de Jong


X Noot
1

De belangrijkste documenten en toespraken van deze jaarvergadering zijn te vinden op de website van de OVSE PA: https://www.oscepa.org/en/meetings/annual-sessions/upcoming-annual-session

Naar boven