22 718 OVSE-Assemblée

AF/ Nr. 46 VERSLAG VAN DE WINTERVERGADERING

Vastgesteld 29 juni 2020

Inleiding

Drie leden van de vaste OVSE-delegatie namen op 20 en 21 februari 2020 namens het Nederlandse parlement deel aan de 19de Wintervergadering1 van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE PA). Het Tweede Kamerlid Van den Bosch (VVD, delegatieleider) en de Eerste Kamerleden Dittrich (D66) en Karimi (GL) ontvingen samen met ongeveer 250 parlementariërs uit de andere deelnemende staten high-level briefings over de OVSE. Ook debatteerden zij over de drie rapporten die op de «Annual Session» van 3 tot en met 7 juli 2020 in Vancouver behandeld zullen worden. Voor een aantal leden van de Nederlandse delegatie ging dit jaar veel aandacht uit naar een side event over de misbruik van internationale uitleveringsprocedures en rechtsbijstandsverzoeken, bijvoorbeeld via Interpol of Schengen. De heer Dittirch en mevrouw Karimi organiseerden dit side event samen de Open Dialogue Foundation, een non-gouvernementele organisatie, die actief is op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in een aantal voormalige communistische landen. Verder was er een bilaterale ontmoeting met George Tsereteli, de voorzitter van de Assemblee, en een dinergesprek met de Nederlandse permanent vertegenwoordiger bij de OVSE, Jeroen Boender. De delegatie is hem erkentelijk voor de ontvangst op de residentie op donderdag 20 februari.

Vergadering Standing Committee

Het is gebruikelijk dat sessies van de OVSE PA beginnen met een vergadering van het Standing Committee, het meest politieke orgaan van de Assemblee. Alle 57 delegatieleiders hebben zitting in dit Standing Committee. Vaak gebruiken zij de vergadering om namens hun land een politieke boodschap af te geven. Zo meldde de Amerikaanse delegatieleider, senator Wicker, dat het niet zonder betekenis was dat het Amerikaanse Congres de grootste delegatie ooit naar de Wintervergadering had gestuurd. Diezelfde week had de Amerikaanse delegatie ook de jaarlijkse veiligheidsconferentie in München bezocht en de Voorzitter van het Huis van Afgevaardigden had aan een vergadering van de NAVO Parlementaire Assemblee in Brussel deelgenomen. Volgens senator Wicker wilden de Amerikanen hiermee duidelijk maken dat zij een grote affectie hebben voor de OVSE, de NAVO en de EU en voor de gedeelde internationale waarden waar deze organisaties voor staan.

In het Standing Committee legden de voorzitter en de secretaris-generaal van de Assemblee, de heer Tsereteli en de heer Montella, verantwoording af voor het dagelijks bestuur van de organisatie. Ten aanzien van de begroting, waarover jaarlijks door de delegatieleiders wordt gestemd, meldde de secretaris-generaal dat er sprake is van een klein overschot dit jaar. De contributies van de aangesloten parlementen zijn recentelijk weliswaar iets gestegen, maar met deze bijdragen wordt op een financieel verantwoorde wijze omgegaan, stelde hij. Voorzitter Tsereteli besprak de recente en toekomstige verkiezingswaarnemingsmissies, die de Assemblee organiseert. Enige discussie was er over het verzoek dat de OVSE PA had gekregen om een waarnemingsmissie te sturen naar de lokale verkiezingen in Donbass (Oost-Oekraïne) later dit jaar. Vanwege het conflict tussen Rusland en Oekraïne over dit gebied, is het uiteraard een zeer politieke beslissing voor de OVSE PA om daar al dan niet te gaan waarnemen. Voorzitter Tsereteli gaf aan hier vooralsnog weinig voor te voelen. Zolang er geen vrede heerst, lijkt overeenstemming over de samenstelling van kandidatenlijsten, stembureau en de te volgen kieswetten ver uit zicht. De OVSE PA zou naar zijn idee pas verkiezingen moeten waarnemen als er een robuuste vrede is bereikt.

Op voorstel van de Britse Lord Bowness werd het reglement van orde van de Assemblee aangepast inzake de procedure voor het indienen van resoluties («supplementary items») voor de «Annual Session». Het ging daarbij om een wijziging in de procedure voor het samenvoegen van meerdere resoluties over hetzelfde onderwerp en over de manier waarop resoluties voor behandeling geagendeerd worden.

Voorts werd in het Standing Committee verslag uitgebracht van de werkzaamheden van de ad hoc commissie voor de bestrijding van terrorisme en de ad hoc commissie voor migratie. Tot slot werd vooruitgeblikt op de komende vergaderingen van de OVSE PA dit jaar in Kopenhagen, Vancouver, San Marino en Tirana.

Vergaderingen van de drie commissies (deels gezamenlijk)

Leden van de Nederlandse delegatie pleegden op verschillende momenten tijdens de commissievergaderingen interventies. Zo vroeg de heer Dittrich in de Mensenrechtencommissie («General Committee on Democracy, Human Rights and Humanitarian Questions») op 20 februari of de Assemblee zou kunnen overwegen om een Special Representative voor LGTBI-kwesties aan te stellen. De Assemblee heeft momenteel acht van dergelijke Special Representatives voor uiteenlopende kwesties zoals Mediterrane zaken, mensensmokkel, corruptiebestrijding, een digitale agenda en Arctische kwesties.

In de Mensenrechtencommissie (vaak ook de Derde Commissie genoemd) beschreef de Noorse parlementariër Kari Henriksen als rapporteur de outline van het rapport dat zij beoogde te presenteren op de Annual Session. Haar focus lag daarbij op het publiek vertrouwen in overheden en openbare instituties. Om dit vertrouwen op peil te houden was het volgens haar van belang dat parlementariërs zich ervoor inzetten dat vreedzame protesten voor mensenrechten beschermd worden en dat burgerrechten niet beperkt worden door geweld of intimidatie. Voortdurend geweld en belastering van vrouwen in publieke functies zijn in dit kader ook een bron van zorg, evenals beperkingen van de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Ook signaleerde zij dat de ruimte in veel deelnemende staten van de OVSE voor civil society om actief te zijn, afneemt. Mevrouw Henriksen besloot met een oproep aan haar collega-parlementariërs om zich op te stellen als bewakers van de OVSE-verplichtingen, die hun landen vrijwillig waren aangegaan. Een van de andere sprekers was de directeur van het Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR) van de OVSE, mevrouw Gisladottir. Zij sprak haar zorgen uit over een toenemende trend van polarisatie, die zij in veel OVSE-landen signaleerde, waarbij politieke leiders de traditionele «checks and balances» in een staatsbestel ondermijnen en zo de fundamenten van de democratie aantasten. Zij benoemde specifiek de positie van vluchtelingen, discriminatie en intolerantie, en de toenemende druk op vrouwen, die actief zijn in civil society en politiek. Al deze ontwikkelingen maken de noodzaak voor multilaterale samenwerking groter, zei mevrouw Gisladottir. Parlementariërs spelen een sleutelrol in het mogelijk maken van deze internationale afstemming, was haar conclusie.

Mevrouw Karimi verwees in haar interventie in de gezamenlijke vergadering van de drie commissies op 21 februari naar het side event dat zij, samen met de heer Dittrich, de dag ervoor had georganiseerd (zie hieronder). Dat stond in het teken van het misbruik van internationale justitiele opsporingsmechanismen, zoals Interpol. Mevrouw Karimi herinnerde eraan dat de Assemblee in het verleden bij verschillende gelegenheden stelling had genomen tegen dergelijk misbruik, waarbij internationale signaleringen werden ingezet om mensenrechtenactivisten, politieke opponenten of asielzoekers dwars te zitten. Daarbij had de Assemblee specifiek de Russische Federatie genoemd. Zowel in 2018 als in 2019 had de Assemblee hier resoluties over aangenomen. Mevrouw Karimi riep de deelnemende staten van de OVSE op gehoor te geven aan deze oproepen. Ook kondigde zij aan hierop terug te komen tijdens de volgende Annual Session.

De secretaris-generaal van de OVSE, Thomas Greminger, deed in zijn speech voor de Assemblee vier voorstellen om een tegenwicht te bieden aan de bedreigingen van de gezamenlijke veiligheid in de OVSE. De eerste was de bevordering van samenwerking en het herstel van vertrouwen in multilaterale instellingen. De tweede betrof het vergroten van de ruimte voor dialoog. De derde was het vinden van een vreedzame oplossing voor de internationale crisis in en rond Oekraine. Zijn laatste voorgestelde oplossing was het intensiveren van bestaande partnerschappen en het openen van nieuwe vormen van samenwerking.

Albanie bekleedt in 2020 het roulerend voorzitterschap van de OVSE. In dat kader lichtte de Albanese Staatssecretaris voor Europese en Buitenlandse Zaken, de heer Etjen Xhafaj, de prioriteiten toe, die zijn land zich daarbij gesteld had. Het betrof drie thema’s: 1) een verschil maken op de grond, 2) gezamenlijk commitments vervullen en 3) werken aan stabiliteit door dialoog. Hij merkte op dat de parlementariërs van de OVSE Assemblee er, vanuit hun controlerende rol, met name voor konden zorgen dat hun regeringen de afspraken in OVSE-verband na zouden komen. Als er vooruitgang geboekt zou worden in de OVSE onder het Albanese voorzitterschap, zou dat vooral te danken zijn aan internationale samenwerking, waarin parlementariërs een onmisbare rol vervullen.

In het debat dat hierop volgde stelden de leden van de Assemblee vooral kwesties aan de orde met betrekking tot een versterkte dialoog met civil society, hervorming van strafrechtsystemen en de effectiviteit van de OVSE. Net als in de afgelopen jaren kwam ook uitgebreid aan de orde hoe de internationale crisis in Oekraine gedeescaleerd zou kunnen worden.

Bilaterale ontmoetingen

Op donderdag 20 februari organiseerden de heer Dittrich en mevrouw Karimi een goed bezocht side event in samenwerking met de internationale NGO Open Dialogue Foundation. Dit had als titel «New and old ways of suppressing dissent in the OSCE area: protecting political refugees from legal and technological abuse». Hiervoor waren als sprekers mensenrechtenactivisten uit Rusland, Kazachstan, Turkije, Italie en China uitgenodigd, die ieder verhaalden hoe zij door internationale signaleringen werden belemmerd in hun werk en dagelijkse activiteiten in de landen waar zij politiek asiel hadden gezocht en gekregen. De heer Dittrich benadrukte in de discussie het belang van een goede en open samenwerking van de OVSE Assemblee met NGO’s, zoals de Open Dialogue Foundation. Door kennis te nemen van elkaars activiteiten en thema’s kan er kruisbestuiving ontstaan tussen de parlementariërs van de Assemblee en de activisten van de civil society, zo meende hij. Hij was dan ook verheugd te constateren dat deze Wintervergadering een record aantal side events in samenwerking met NGO’s kende en dat specifiek de Open Dialogue Foundation ook regelmatig samenwerkt met Nederlandse parlementariërs in de parlementaire assemblee van de Raad van Europa.

Mevrouw Karimi sprak over het belang van het tegengaan van misbruik van internationale signaleringen, zoals in het kader van Interpol of Schengen. Met name autocratische regimes zetten deze signaleringen in tegen politieke tegenstanders, zelfs als die de landsgrenzen ontvlucht zijn. De Assemblee had hier al meerdere keren stelling tegen genomen en zou dat naar haar idee opnieuw moeten doen, aangezien eerdere oproepen tot nu toe weinig effect hadden gesorteerd.

Op vrijdag 21 februari hadden de heer Van den Bosch en mevrouw Karimi een bilaterale ontmoeting met de president van de OVSE Assemblee, George Tsereteli. Dit gesprek betrof het werk van het Ad Hoc Committee on Migration, waar mevrouw Karimi sinds kort lid van is namens de Nederlandse delegatie. Deze commissie is zeer actief en mevrouw Karimi ontvouwde in het gesprek haar suggesties voor de toekomstige werkzaamheden van de commissie.

De voorzitter van de delegatie, Van den Bosch

De griffier van de delegatie, Westerhoff


X Noot
1

De belangrijkste speeches en rapporten van de Wintervergadering zijn na te lezen op deze website: https://www.oscepa.org/meetings/winter-meetings/upcoming-winter-meeting.

Naar boven