22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement

BX VERSLAG

Vastgesteld 26 september 2025

Op donderdag 3 juli en vrijdag 4 juli 2025 vond in Kopenhagen, Denemarken, de bijeenkomst plaats van voorzitters van de commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie (EU), hierna aangeduid als de COSAC-voorzittersbijeenkomst.

Naast de voorzitters van de commissies voor Europese zaken van parlementen van de EU-lidstaten en van het Europees Parlement namen onder andere vertegenwoordigers van parlementen van kandidaat-lidstaten deel aan de bijeenkomst.

Bastiaan van Apeldoorn, voorzitter van de commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, woonde de bijeenkomst bij. De ambtelijke ondersteuning bestond uit Ilse Van den Driessche en Gertrude Kort. In verband met nationale vergaderverplichtingen was de commissie Europese zaken van de Tweede Kamer niet vertegenwoordigd.

De delegatie brengt als volgt verslag uit.1

1. En marge van de conferentie

Voorafgaand aan de conferentie op 3 juli kreeg de heer Van Apeldoorn een technische briefing, verzorgd door Nienke Trooster, de Nederlandse ambassadeur in Denemarken. Daarbij is met name gesproken over het Deense voorzitterschap van de Raad van de EU van 1 juli tot 31 december 2025 en de politieke ontwikkelingen in Denemarken.

2. COSAC-voorzittersbijeenkomst

Opening

Na een welkomstwoord van ondervoorzitter van het Deense parlement Lars-Christian Brask volgde de opening door Brigitte Klintskov Jerkel, voorzitter van de commissie Europese Zaken van het Deense parlement. Zij ging in op het motto van het Deense voorzitterschap van de EU: een sterker Europa in een veranderende wereld. Het uitgangspunt van Denemarken is dat Europa daartoe een leidende rol moet nemen op drie belangrijke onderwerpen: veiligheid, concurrentiekracht en de groene transitie.

Procedurele zaken en diversen

Klintskov Jerkel zat ook het agendapunt over procedurele zaken voor. Ze bracht verslag uit van de vergadering van de troika-voorzittersbijeenkomst van de dag ervoor. Het concept van het 44e halfjaarlijkse verslag van COSAC werd goedgekeurd. Hierin wordt aandacht gevraagd voor vereenvoudiging van regelgeving, voor transparantie en de toegang tot EU-documenten. Nationale parlementen zullen een vragenlijst over deze thema's ontvangen.

Het huidige permanente lid van het COSAC-secretariaat zal tot het einde van 2026 aanblijven, zo nodig deels gefinancierd door het Deense voorzitterschap. Voor de toekomst zet de troika in op volledige cofinanciering van de post door de COSAC-leden (in plaats van de huidige 50%). COSAC-leden worden gevraagd dit voorstel in overweging te nemen en voorkeur uit te spreken voor de begindatum (januari 2026 of januari 2027). Een brief aan de nationale parlementen hierover is op 11 juli 2025 verstuurd.

Dan komen de ontvangen brieven aan de orde. In navolging van de vorige voorzitter van de Raad van de EU, Polen, heeft het Deense voorzitterschap besloten Georgië niet uit te nodigen voor deze COSAC-voorzittersbijeenkomst. Vanuit het Franse parlement is een voorstel ontvangen om besluitvorming over de bijdragen en conclusies van de COSAC-bijeenkomsten bij twee derde meerderheid mogelijk te maken, in plaats van de huidige drie vierde meerderheid. Ook beoogt het voorstel een richtlijn voor stemmingen op te stellen. Het voorstel zal bij de plenaire COSAC-bijeenkomst worden geagendeerd.

Sessie I: prioriteiten van het Deense voorzitterschap van de Raad van de EU

De Deense Minister voor Europese Zaken Marie Bjerre lichtte de prioriteiten van het Deense voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie verder toe. Bjerre betoogde dat in een veranderende wereld, Europa mee moet veranderen – het behoud van de status quo is geen optie meer. Het Deense voorzitterschap zet daarom in op een sterker Europa: op het gebied van veiligheid, concurrentiekracht en vergroening.

Een veilig Europa:

Bjerre benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van Europa voor haar defensie. Hierbij hoort het versterken van de defensie-industrie, steun aan Oekraïne en het opvoeren van de sancties tegen Rusland. Ook uitbreiding van de EU is in dit opzicht belangrijk. Dit moet wel op basis van verdienste (merit-based) gebeuren. Ten slotte is migratie een belangrijk thema.

Een concurrerend en groener Europa:

Concurrentiekracht ligt aan de basis van de Europese macht en invloed. Maar vereenvoudiging van Europese regels is belangrijk voor de concurrentiepositie van de EU. Groene innovatie moet worden gestimuleerd, met name met betrekking tot hernieuwbare energie en energie-infrastructuur.

Om deze doelen te bereiken is politieke moed nodig, aldus Bjerre. Daarbij hoort een ambitieuze en verantwoorde EU-begroting: het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het komende half jaar zal Denemarken de onderhandelingen over het MFK leiden.

Na deze uiteenzetting was er gelegenheid voor de deelnemers om te reageren op de Deense prioriteiten van het EU-voorzitterschap. Hierbij was er veel aandacht voor het vergroten van de Europese veiligheid en het investeren in verbetering van defensie. Ook stelden veel landen de uitbreiding van de EU aan de orde.

Commissievoorzitter Van Apeldoorn vroeg aandacht voor de noodzaak voor grotere strategische autonomie van Europa en steunde de Deense hernieuwde nadruk op de klimaatambities van de EU. Bovendien riep hij op om te komen tot een moderne EU-begroting, waarbij het instrument van eurobonds geen structurele oplossing kan bieden.

In de afsluiting van de sessie reageerde Bjerre op de bijdragen van de landen. Ze begon met de stelling dat Europa verenigd is in diversiteit en dat het van mening kunnen verschillen juist een kracht is van Europa. Over het onderwerp eurobonds stelde ze dat deze op dit moment niet aan de orde zijn, maar dat Denemarken met open vizier de gesprekken ingaat.

Sessie II: Oekraïne en Europese veiligheid en defensie

In deze sessie spraken de Deense Minister van defensie Troels Lund Poulsen, Marie-Agnes Strack-Zimmermann, Europarlementariër en voorzitter van de commissie voor veiligheid en defensie van het Europees Parlement, en Ivanna Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie voor Europese aangelegenheden van het Oekraïense parlement.

Poulsen verwachtte dat de militaire dreiging in Europa verder zal toenemen. Hij ziet steun voor Oekraïne als een topprioriteit, zeker gezien de recente intensivering van de militaire aanvallen door Rusland. Ontwikkeling van de defensie-industrie Oekraïne is daarbij van groot belang. Poulsen sloot af met de oproep om allemaal meer te doen op het gebied van defensie, zowel in de samenwerking tussen landen als met de industrie voor de productie van materieel.

In haar bijdrage benadrukte Strack-Zimmermann dat Europa niet veilig is zonder veiligheid in Oekraïne. Ook zij benoemde de urgentie van steun aan Oekraïne. Het verzwakken van Rusland door bijvoorbeeld strengere sancties is van groot belang, betoogde zij. Parlementariërs kunnen hieraan bijdragen door industrie tot de orde te roepen als die zich niet aan de sancties houdt.

Strack-Zimmermann bracht de verschillende Europese instrumenten om defensie te stimuleren onder de aandacht. De nieuwe Europese begroting moet een ambitieus veiligheids- en defensiehoofdstuk bevatten, aldus het Europarlementslid.

Ten slotte riep Strack-Zimmermann op tot eenheid binnen Europa en het tonen van politieke wil. Het Europees Parlement zal haar rol daarin blijven spelen en dit najaar een interparlementaire bijeenkomst over defensie organiseren.

De derde spreker, Ivanna Klympush-Tsintsadze, schetste een beeld van de situatie in Oekraïne. Ruslands aanvallen nemen toe, maar de internationale steun aan Oekraïne is de afgelopen tijd afgenomen. Klympush-Tsintsadze riep op tot het opvoeren van de defensieproductie en investeringen in de Oekraïense defensie-industrie. Zij pleitte ervoor dat Europa snel tot actie overgaat en onafhankelijk van de VS optreedt. Ook sprak ze zich uit voor strengere sancties tegen Rusland.

Na de bijdragen door de drie sprekers was er gelegenheid voor de aanwezige parlementsleden om te reageren. Veel van deze bijdragen benadrukten de urgentie van langdurige militaire steun aan Oekraïne en het belang om als EU-lidstaten samen op te trekken. Ook samenwerking tussen de EU en NAVO kwam aan de orde en werd de dreiging door de Russische schaduwvloot benoemd. Ook het belang van actieve betrokkenheid van nationale parlementen bij uitgaven op het gebied van veiligheid kwam ter sprake.

Commissievoorzitter Van Apeldoorn benadrukte de noodzaak om het leed te stoppen. Hij sprak zich uit voor voortdurende steun aan Oekraïne, maar wierp daarnaast de vraag op hoe de EU een grotere rol kan spelen, ook in diplomatieke zin, bij het bereiken van een blijvende en rechtvaardige vrede.

In een slotwoord riep Poulsen op om Oekraïne niet alleen nu, maar ook op langere termijn te steunen. Klympush-Tsintsadze benadrukte dat Oekraïne deel van een oplossing kan uitmaken van vraagstukken rond defensie in Europa, doordat het lacunes in de Europese defensie kan opvullen.

Namens de delegatie,

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Van Apeldoorn


X Noot
1

De documenten behorend bij deze vergadering zijn te raadplegen op IPEX: https://ipex.eu/IPEXL-WEB/conferences/cosac/event/8a8629a896d7421a0196d93b8cfd0033

Naar boven