22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement

BW VERSLAG

Vastgesteld 28 augustus 2025

Van zondag 8 juni tot en met dinsdag 10 juni 2025 vond in Warschau, Polen, de plenaire conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie, hierna aangeduid als de plenaire COSAC, plaats. Naast de genoemde delegaties namen ook delegaties van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie deel als waarnemer, evenals delegaties van de Raad van de Europese Unie en van de Europese Commissie.

De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond uit Bastiaan van Apeldoorn (SP), voorzitter van de commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, en Cees van de Sanden (VVD), lid van de commissie Europese Zaken van de Eerste Kamer. De ambtelijke ondersteuning bestond uit Van den Driessche en Den Hartog (beiden Eerste Kamer). Vanuit de ambtelijke ondersteuning van de commissie EUZA Tweede Kamer was Timmer aanwezig.

De delegatie brengt als volgt verslag uit1:

1. En marge van de conferentie

Voorafgaand aan de conferentie heeft de delegatie op zondag 8 juni 2025 een technische briefing gekregen, verzorgd door Jennes de Mol, Nederlandse Ambassadeur te Polen. Met name is gesproken over de rechtsstaat en het politieke landschap in Polen en het Poolse EU-voorzitterschap.

2. Plenaire COSAC

De LXXIII COSAC werd voorgezeten door de voorzitter van de commissie voor EU-aangelegenheden van de Sejm van Polen, Agnieszka Pomaska, en de voorzitter van de commissie voor EU-aangelegenheden van de Poolse Senaat, Tomasz Grodzki. Beiden openden de vergadering en spraken de delegaties toe.

De Marshall van de Poolse Sejm, Szymon Hołownia, hield vervolgens een toespraak over de prestaties van het Poolse EU-voorzitterschap en de huidige uitdagingen van de EU, waaronder veiligheid, vrijheid en een goede toekomst.

Onder het agendapunt over procedurele zaken bracht Pomaska verslag uit van de vergadering van de Troika-voorzittersbijeenkomst, onder andere over de conceptcontributies en ingediende amendementen. Alle ingekomen brieven werden vermeld, waaronder een brief van de voorzitter van de Bulgaarse commissie voor Europese zaken en toezicht op Europese fondsen, over het verzoek om toetreding van Noord-Macedonië tot de EU. Ook werd aangegeven dat alle nationale parlementen akkoord waren met de co-financiering voor het COSAC secretariaat voor 2026–2027.

De sessie werd vervolgd met de presentatie van het 43e bi-annual report van COSAC door het permanente lid van het COSAC-secretariaat, Jakob Sjövall.

3. Sessies

Sessie I: Het Poolse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie

De Poolse Minister voor Europese Zaken, Adam Szłapka, merkte op dat de EU sinds de Russische invasie in Oekraïne voor compleet nieuwe uitdagingen staat. Hij benoemde dat Europa kampt met talloze hybride aanvallen, toegenomen migratie aan de oostgrens, hevige wereldwijde concurrentie en uitdagingen op economisch gebied. Onder het motto veilig Europa van het Poolse voorzitterschap verwees Szłapka naar de belangrijkste resultaten hierop binnen de dimensies externe veiligheid en defensie, interne veiligheid, informatiebeveiliging, cyberbeveiliging, economische veiligheid, energiezekerheid en gezondheidsveiligheid. Hij benadrukte dat welvaart en welzijn in de EU geen vanzelfsprekendheid is en toekomstige voorzitterschappen daarom moeten blijven werken aan het versterken van veiligheid en concurrentievermogen.

Tijdens het debat dat volgde onderstreepten meerdere sprekers de veiligheidsuitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd en werd herhaaldelijk opgeroepen tot eensgezinde en gezamenlijke samenwerking om Europa sterk en veilig te houden. Verschillende sprekers wezen op de dreiging van Rusland en het belang van blijvende steun aan Oekraïne. Eveneens spraken veel sprekers over het belang van meer concurrentievermogen.

Het lid Van Apeldoorn sprak tijdens deze sessie over het groeiende besef dat de EU te kwetsbaar is door afhankelijkheid van Amerikaanse Big Tech. Daarom pleitte hij voor een Europees industriebeleid dat in dienst staat van de behoeften van de Europese economie en de burgers.

Van Apeldoorn wees er op dat wanneer er over veiligheid wordt gesproken, deze economische en maatschappelijke dimensies hiervan ook centraal moeten staan in Europees beleid.

Sessie II: De werkprogramma's van de Europese Commissie en het Europees Parlement in de nieuwe institutionele cyclus. Strategische agenda van de Europese Unie

De sessie begon met een vooraf opgenomen videoboodschap van de Eurocommissaris voor Handel en Economische Veiligheid en Interinstitutionele Betrekkingen en Transparantie, Maroš Šefčovič. De Eurocommissaris gaf aan dat de prioriteiten van de Europese Commissie voor de komende vijf jaar ervoor zijn bedoeld om de EU welvaart te brengen, het concurrentievermogen te stimuleren, mensen te beschermen en de democratie te verdedigen. De Eurocommissaris merkte op dat de EU een sterke rol moet blijven spelen op het wereldtoneel en Oekraïne moet blijven ondersteunen zo lang als nodig is. Vicevoorzitter van het Europees Parlement, González Pons, merkte op dat hij het onaanvaardbaar vond dat de Commissie niet aanwezig was bij de plenaire vergadering van de COSAC. Pons ging vervolgens in op de drie hoofddoelstellingen van de Strategische Agenda 2024–2029 van de EU. Hij benadrukte de rol van het Europees Parlement en de nationale parlementen bij het toezicht op en de uitvoering van de Strategische Agenda van de EU. Hij noemde verschillende mechanismen om de stand van zaken bij de uitvoering van het werkprogramma van de Commissie te bespreken, zoals gestructureerde dialogen met de verschillende commissarissen, en pleitte voor de «groene kaart».

Tijdens het debat dat volgde werden ten aanzien van de Strategische Agenda werden verschillende thema’s besproken, waaronder defensie en steun voor Oekraïne, klimaat en milieu en concurrentievermogen en innovatie. Bovendien werd de uitbreiding van de EU genoemd als instrument om zowel de veiligheid als het concurrentievermogen van de EU te versterken.

Het lid Van Apeldoorn riep tijdens deze sessie op tot het strikt blijven handhaven van de rechtsstaatvereiste voor de huidige en toekomstige lidstaten, gezien de fundamentele waarden, zoals vastgelegd in artikel 2 VWEU, steeds meer onder druk staan. Met het oog op mogelijke toekomstige uitbreiding van de EU blijft strikte handhaving hiervan cruciaal, volgens Van Apeldoorn, en moeten ernstige aanhoudende schendingen, ook van huidige lidstaten, worden bestraft. Ook pleitte Van Apeldoorn voor het belang van het vergroten van de transparantie van EU-besluitvorming, aangezien de EU op dit terrein nog steeds niet aan de democratische standaarden voldoet.

Sessie III: Het nieuwe meerjarig financieel kader van de EU

De Poolse Minister voor Europese Zaken, Adam Szlapka, benadrukte dat het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) na 2027, waarvan het ontwerpvoorstel medio juli 2025 wordt verwacht, stabiliteit en veiligheid moet brengen voor de lidstaten. De Minister noemde een aantal evenementen ten aanzien van het MFK die tijdens het Poolse EU-voorzitterschap zijn georganiseerd. Hij benadrukte dat regio’s in de toekomst centraal moeten staan in het cohesiebeleid. De Poolse Staatssecretaris van Financiën, Paweł Karbownik, onderstreepte dat één procent van het bruto nationaal inkomen (BNI) niet voldoende is om de uitdagingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd aan te pakken. Hij pleitte voor het bepalen van Europese publieke goederen, zoals gezamenlijke initiatieven ter versterking van de defensie, en de gezamenlijke financiering hiervan. De Staatssecretaris riep ook op tot het mobiliseren van particuliere financiering om de kloof tussen investeringsbehoeften en de huidige omvang van de EU-begroting te overbruggen.Voorzitter van de Commissie Constitutionele Zaken van het Europees Parlement, Sven Simon, benadrukte ook dat één procent van het BNI niet voldoende is en het nieuwe MFK ambitieuzer, flexibeler, eenvoudiger en transparanter moet zijn. Simon drong aan op de invoering van nieuwe eigen middelen ter aanvulling van de EU-begroting. Hij is geen voorstander van de mogelijke invoering van individuele nationale plannen tijdens het volgende MFK en was ook kritisch op het herhaaldelijk gebruik van artikel 122 VEU (noodwetgeving) als rechtsgrondslag voor wetgevingsvoorstellen van de Commissie. Hij stelde ook voor een algemeen mechanisme voor transparantie op te zetten op basis van een recent verslag van de Europese Rekenkamer.

Tijdens het daaropvolgende debat verdedigde een groot aantal sprekers het traditionele beleid van de EU voor het volgende MFK met de focus op het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Veel sprekers pleitten voor het toevoegen van nieuwe prioriteiten aan de begroting, zoals defensie en steun aan Oekraïne. Veel parlementen/kamers beschouwden klimaatbeleid, klimaatgerelateerde natuurrampen, sociale cohesie, migratie, de verdediging van de buitengrenzen van de EU en steun aan boeren als hoekstenen van het toekomstige MFK. De noodzaak van een uitgebreidere EU-begroting stuitte op tegenstand van sommige andere parlementen/kamers. Een aantal sprekers benadrukte de noodzaak van verdere vereenvoudiging, het verminderen van administratieve lasten en meer flexibiliteit in de begroting.

COSAC-voorzittersbijeenkomst: conclusies en contributies

In de bijeenkomst van de commissievoorzitters werden de ontwerpcontributies en -conclusies besproken, evenals de door delegaties ingediende amendementen op de ontwerpteksten. Vanuit de Eerste Kamerdelegatie waren amendementen ingediend over de kansen en uitdagingen van het gebruik van Artificiële Intelligentie (AI) in de context van cyberweerbaarheid en in de bestrijding van desinformatie, die ongewijzigd zijn overgenomen, en zijn amendementen gesteund met betrekking tot de modernisering van het budget voor het Meerjarig Financieel Kader en rechtsstatelijkheid in de EU. Het amendement over rechtsstatelijkheid is bij meerderheid aangenomen.

Na de stemmingen over voorgestelde amendementen werd een gewijzigd ontwerp voor contributies aangenomen. De aangenomen tekst is ter goedkeuring voorgelegd aan LXXIII COSAC tijdens de afsluitende sessie.

Sessie IV: Uitbreidingsbeleid van de Europese Unie

De sessie werd ingeleid door de Staatssecretaris van het Poolse Ministerie van Buitenlandse Zaken, Marek Prawda. Hij onderstreept hoe Polen wordt gezien als een succesvol voorbeeld van het uitbreidingsbeleid van de EU, waardoor het land tot een van de grote voorstanders van uitbreiding behoort. De EU uitbreiding staat meer dan ooit in het teken van de geopolitieke noodzaak voor de vrede, stabiliteit en welvaart van de regio voor die landen en het belang van het perspectief, aldus de Staatssecretaris. De voormalig ambassadeur van Polen bij de Europese Unie en voormalig hoofdonderhandelaar voor de toetreding van Polen tot de EU, Jan Truszczyński, sprak over zijn ervaringen in het uitbreidingsproces. Hij deed daarbij een vijftal suggesties om het proces efficiënter en effectiever te maken.

In het debat dat volgde herhaalden verschillende delegaties de geopolitieke noodzaak van het toetredingsproces. Daarbij benoemden vele woordvoerders ook de strikte naleving van de criteria van Kopenhagen voor lidmaatschap en het feit dat er geen sprake van een versnelde uitbreiding mag zijn. Andere interventies benoemden ook het toezicht op de eerbiediging van de rechtsstaat na toetreding. Tegelijk benoemden verschillende delegaties ook de behoefte aan hervormingen in de Europese Unie, met name in het kader van de toekomstige EU-begroting en ten aanzien van een slagvaardige besluitvorming.

Het lid Van Apeldoorn bracht in de discussie in dat een toekomstige uitbreiding van de Europese Unie volledig gebaseerd moet zijn op verdiensten en een land pas kan toetreden als en wanneer het op duurzame wijze voldoet aan de criteria van Kopenhagen. Ook Van Apeldoorn benadrukte dat er geen sprake mag zijn van een versnelde toetreding, omdat de ervaring met de uitbreiding van 2004 aantoonde dat enkele toegetreden lidstaten momenteel de Europese democratie en waarden ondermijnen en besluitvorming blokkeren. Hij benoemde daarbij uitdrukkelijk Hongarije. Hoewel het rechtsstatelijkheidsmechanisme een belangrijke stap is, meent Van Apeldoorn dat het de EU nog aan voldoende effectieve middelen ontbreekt om naleving van de fundamentele waarden na toetreding af te dwingen. Daarom is interne hervorming van de EU noodzakelijk om de handhaving van artikel 2 van het EU-Verdrag te versterken. Tot slot wees Van Apeldoorn erop dat het essentieel is dat er voldoende draagvlak onder de bevolking is voor verdere uitbreiding, en dat het absorptievermogen van de Unie zorgvuldig wordt beoordeeld en versterkt.

Sessie V: Cyberweerbaarheid en aanpak desinformatie

Onderstaatssecretaris Digitale Zaken van Polen, Rafał Rosiński, noemde ten aanzien van cybersecurity en cyberweerbaarheid betere informatie-uitwisseling, gezamenlijke dreigingsrespons en sterkere banden tussen civiele en militaire cybersecurityactoren op EU-niveau als noodzaak. De bescherming van onderzeese kabels en andere kritieke infrastructuur vindt de onderstaatssecretaris een andere belangrijke prioriteit. Bij het aanpakken van desinformatie benadrukte hij het belang van de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en het waarborgen van toegang tot betrouwbare informatie. Een veilige en veerkrachtige digitale omgeving, gebaseerd op respect voor de mensenrechten en de rechtsstaat, is essentieel voor de democratische en economische toekomst van Europa, aldus de onderstaatssecretaris.

Adjunct-afdelingshoofd van de regionale teams Strategische Communicatie en Coördinatie van Taskforces binnen de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO), Martyna Bildziukiewicz, schetste de groeiende dreiging van buitenlandse informatiemanipulatie en -inmenging (FIMI) en de vierpijlerreactie van de EU hierop. Bildziukiewicz riep op tot politiek leiderschap en coördinatie ten aanzien van FIMI en dit te prioriteren in alle beleidsdomeinen.

Tijdens het daarop volgende debat werd opgeroepen tot sterkere samenwerking op het gebied van cyberbeveiliging in de hele EU. Artificiële Intelligentie werd zowel als een middel voor vooruitgang als een risico voor het verspreiden van deepfakes en het manipuleren van de publieke opinie gezien. Gerechtelijk toezicht, transparantie en steun voor journalisten werden gezien als essentieel. Er werd aangedrongen op een strategisch streven naar digitale soevereiniteit van de EU, innovatie in opkomende technologie en minder afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers.

Het lid Van de Sanden riep tijdens de sessie op tot een gezamenlijke Europese aanpak voor cyberweerbaarheid en het benutten van de voordelen van artificiële intelligentie, om zo gezamenlijk weerbaar te zijn tegen mis- en desinformatie. Hierbij benoemde hij dat AI een sterke bondgenoot kan zijn, maar in vijandige handen ook risico’s met zich meebrengt. Deze dualiteit vereist volgens Van de Sanden waakzaamheid en een robuuste, autonome reactie van de EU. Daarvoor riep hij op tot het delen van expertise, het ontwikkelen van sectorspecifieke strategieën en investeren in innovatieve instrumenten om het vertrouwen en de veiligheid in de EU te handhaven.

Vaststelling van de contributies en conclusies van de LXX COSAC

De ontwerpcontributies en-conclusies, zoals besproken door de vergadering van de COSAC-commissievoorzitters op maandag 9 juni 2025, werden bij consensus door de plenaire vergadering aangenomen. Daarmee werd de plenaire vergadering gesloten.

Namens de delegatie,

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Van Apeldoorn


X Noot
1

De documenten bij deze plenaire vergadering zijn te raadplegen op de website van IPEX:

https://secure.ipex.eu/IPEXL-WEB/conferences/cosac/home

Naar boven