22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement

BR/ Nr. 89 VERSLAG

Vastgesteld 16 april 2024

Van zondag 14 tot en met maandag 15 januari 2024 vond in Namen, België, de bijeenkomst van voorzitters van de commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie, hierna aangeduid als de COSAC-voorzittersbijeenkomst, plaats. Naast de genoemde delegaties namen ook delegaties van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie deel als waarnemer, evenals een delegatie van de Europese Commissie. De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond uit Bastiaan van Apeldoorn (SP), voorzitter van de commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer en Eddy van Hijum (NSC), lid van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer. De ambtelijke ondersteuning bestond uit Van den Driessche (Eerste Kamer) en Hessing-Puts (Tweede Kamer). De delegatie brengt als volgt verslag uit.1

Opening van de vergadering

De conferentie werd geopend door mevrouw Eliane Tillieux, Voorzitter van de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers. Er werd kort stilgestaan bij het overlijden op 27 december 2023 van Jacques Delors, voormalig voorzitter van de Europese Commissie.

De Voorzitter benadrukte het belang van de deelstaatparlementen in België, die ook wetgevende bevoegdheden bezitten en zich net als het federaal parlement in het kader van hun bevoegdheden kunnen uitspreken over het subsidiariteitsbeginsel. De deelstaatparlementen zullen in het kader van het Belgisch Voorzitterschap ook een aantal conferenties organiseren.

Mevrouw Tillieux stond stil bij de oorlog in Oekraïne en de twee hoofdthema’s van de LXXI plenaire COSAC in maart, te weten rechtsstaat en genderbeleid.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven, Belgische senator, stond stil bij de vele verkiezingen die in 2024 gaan plaatsvinden. Verder gaf hij een toelichting op het programma van de voorzitterbijeenkomst. Behalve het opmaken van de balans in de afgelopen amsbtermijn, zal vooral vooruitgekeken worden naar de komende vijf jaar.

Procedurele zaken

Het Voorzitterschap gaf een toelichting op de vergadering van de troika. De ontwerpagenda is goedgekeurd. De opzet van het Bi-annual report is goedgekeurd en wordt uiterlijk 17 januari verstuurd. De beantwoording dient uiterlijk 8 februari a.s. te worden verstuurd.

Mevrouw Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie voor integratie in de EU van het Oekraïense parlement, gaf een toelichting op de huidige situatie in Oekraïne. Zij deed het verzoek de Russische acties te veroordelen en de militaire en financiële steun aan Oekraïne op te schroeven.

De heer Van Apeldoorn vroeg mede namens het Deense parlement en de Tweede Kamer aandacht voor de situatie rondom Delegates Portal, de databank van de Raad waarin Raadsdocumenten te raadplegen zijn. Hij lichtte toe dat het Raadssecretariaat had aangekondigd de directe toegang voor nationale parlementen af te sluiten. Een dergelijk besluit zou de controle door parlementen op de regering in de Raad moeilijker maken en transparantie van besluitvorming in de weg staan. Op initiatief van het Deense parlement was een brief opgesteld waarin het Raadssecretariaat en de Raad werden verzocht op dit besluit terug te komen. De heer Van Apeldoorn spoorde alle commissievoorzitters aan de brief mede te ondertekenen en vroeg ook de mogelijkheid ontwikkelingen hieromtrent aan de orde te brengen tijdens de plenaire vergadering in maart.

Sessie I Presentatie van de prioriteiten van het Belgisch Voorzitterschap

De Belgische Minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Hadja Lahbib, gaf aan dat de parlementaire dimensie essentieel is voor het Belgisch Voorzitterschap. Zij stond stil bij de verkiezingen en gaf aan dat we op een keerpunt staan in zowel geopolitiek, economie als milieu.

Het Belgisch Voorzitterschap wacht een dubbele opdracht. Ten eerste is dat een groot aantal (60) wetgevende dossiers finaliseren. Ten tweede, voorbereiden op de toekomst.

De Minister gaf aan dat de prioriteiten van het Belgisch Voorzitterschap zich concentreren rond beschermen, versterken en voorbereiden. De prioriteiten van de Minister concentreren zich in het bijzonder rond de relaties met Afrika en Turkije, de rechtsstaat, de komende verkiezingen en strategische autonomie.

De heer Guy Verhofstadt, lid van het Europees Parlement, sprak over de toekomst van de EU en legde een link met de situatie in 2001. Op beide momenten, toen en nu, was er sprake van dreiging van een aanval op de democratie. En in beide gevallen, toen en nu, was er een EU-uitbreiding voor te bereiden. Hij gaf aan dat met de komst van nieuwe lidstaten, hervorming van de EU noodzakelijk is. De daarbij genoemde voorwaarden zijn: afstappen van unanimiteit, het verdedigen van de Europese waarden, het sneller kunnen optreden in geval van ernstige gezondheidsdreigingen en een sterke defensie unie.

Vervolgens namen de delegaties het woord. Er werd brede steun uitgesproken voor Oekraïne. Ook was er veel aandacht voor EU-uitbreiding. Nu de Europese Raad op 14–15 december 2023 vervolgstappen in de uitbreiding heeft gezet, zijn de delegaties het erover eens dat hervormingen noodzakelijk zijn. Voorwaarden die daarbij werden uitgesproken zijn het naleven van de waarden van de EU, rechtsstatelijkheid, veiligheid, concurrentievermogen en subsidiariteit.

Sessie II De Europese pijler van sociale rechten

De sessie werd bij afwezigheid van de heer Pierre-Yves Dermagne, vice-premier en Minister voor Economische Zaken en Werkgelegenheid, afgetrapt door de heer Othmar Karas, eerste Vice-President van het Europees Parlement. Hij gaf aan dat de markt ook een sociale rol heeft te vervullen. Grondrechten en sociale rechten moeten worden versterkt en er moet worden gewerkt aan een basisvertrouwen. Er moet sprake zijn van minimum sociale normen en een sociaal paspoort. Hierbij past de uitwerking in wetgeving, integratie van de sociale pijler in het Europees semester en het overgaan naar communautair recht in plaats van aanbevelingen. Hij kondigde aan dat het Europees Parlement een resolutie zal aannemen voor een versterkt mandaat voor Europese agentschappen.

Daarna volgde een bijdrage van mevrouw Bea Cantillon, professor emeritus in sociologie van de Universiteit van Antwerpen. Zij gaf aan een kritisch blik te hebben op een sociaal Europa. Er is vooruitgang geboekt, maar er is nog een weg te gaan. Hierbij noemde zij in het bijzonder een betere balans in de beleidsstrategie en het betrekken van sociale fondsen. Er dient verdieping en verbreding van sociale rechten in Europa gerealiseerd te worden, ter ondersteuning, niet ter vervanging, van het nationale. De EU heeft daarbij vier rollen: Europa als gids, Europa als garantsteller van sociale rechten, Europa als ondersteuner door middel van sociale fondsen en Europa als toezichthouder en handhaver. Dit alles moet, volgens mevrouw Cantillon, in evenwichtige wijze verder worden ontwikkeld.

Vervolgens nam een aantal delegaties het woord. De Griekse delegatie deed het voorstel een werkgroep op te richten met de sociaal-economische departementen, die maandelijks bijeen zou moeten komen. Verder was er vooral aandacht voor gendergelijkheid, lonen, gezondheid, werkloosheid en jeugd.

Sessie III Uitbreiding en de toekomst van de EU

Deze sessie werd geopend door mevrouw Ivanna Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie voor de integratie van Oekraïne in de EU van het Oekraïense parlement. Zij gaf aan dat de uitbreiding grote gevolgen zal hebben voor de samenwerking in de EU. Nu het besluit van 14–15 december 2023 is genomen is het tijd na te denken over de verder vervolgstappen, waarbij de waarden van de EU voorop staan. Zij gaf aan dat de EU een eersterangs speler op het wereldtoneel en economische grootheid kan worden.

Daarna volgde een speech van mevrouw Ramona Coman, professor in politieke wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel. Zij gaf aan dat afhankelijk van de geografische ligging, de zorgen over de toekomst anders zijn. Met name veiligheid en energie staan centraal. Bij hervormingen is behoefte aan een duidelijke doelstelling en visie. Zij pleit voor een duidelijke methode en tijdslijn. Drie types van hervorming waren daarbij van belang: ten eerste institutionele hervormingen waarbij werd ingaan op de behoeftes van de burgers en van een EU van meer dan 27 lidstaten; ten tweede de vereiste voor nieuwe lidstaten te voldoen aan de Kopenhagencriteria en de waarden in art 2. VEU en ten derde, hieraan gelieerd, een behoefte om art. 7 te herzien zodat blijvend respect voor de Europese waarden kan worden afgedwongen. Tot slot pleitte zij voor een bezinning over de wijze waarop de hervormingen moeten worden doorgevoerd, waarbij betrokkenheid van burgers en dus van nationale parlementen volgens haar nodig zijn voor de noodzakelijke democratische legitimiteit.

In het debat dat volgde bleek consensus over de noodzaak voor uitbreiding van de EU, met name ook voor de stabiliteit van het continent. Veel aandacht was er ook voor de oorlog en de positie van Oekraïne als kandidaat-lidstaat. Ook was er aandacht voor de Westelijke Balkan-landen, waarvan werd opgemerkt dat het gebrek aan momentum voor toetreding nefast was voor de voorgang in deze landen. Verschillende delegaties noemden ook het belang van de Kopenhagencriteria en het merit-based beleid als basis voor uitbreiding. Tot slot namen verschillende delegaties het woord over de noodzakelijke institutionele hervormingen en de financiële en budgettaire implicaties van een uitbreiding.

De bijeenkomst werd vervolgens afgerond met een paar afsluitende woorden van beide voorzitters.

Namens de delegatie,

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Van Apeldoorn

De delegatieleider van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Van Hijum


X Noot
1

De documenten bij deze plenaire vergadering zijn te raadplegen op de website van IPEX: https://secure.ipex.eu/IPEXL-WEB/conferences/cosac/home.

Naar boven