22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement

AZ/ Nr. 74 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE

Vastgesteld 4 juni 2019

Van maandag 1 tot en met dinsdag 2 april 2019 heeft in de Roemeense hoofdstad Boekarest een interparlementaire conferentie (IPC) over de Toekomst van Europa plaatsgevonden, bestaande uit delegaties van de nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie, hierna aangeduid als IPC over de Toekomst van Europa. De organisatie en het voorzitterschap van deze conferentie was in handen van het Roemeense parlement.

De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond uit de Tweede Kamerleden Veldman (VVD), voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken en delegatieleider, en Leijten (SP), alsmede uit de Eerste Kamerleden Lintmeijer (GroenLinks), delegatieleider, en Lokin-Sassen (CDA).

De ambtelijke begeleiding bestond uit de heer Van Haaster, griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, en mevrouw Van den Driessche, senior stafmedewerker van de Eerste Kamer. De delegatie brengt als volgt verslag uit.

En marge van de conferentie

Op zondag 31 maart 2019 ontving de delegatie een technische briefing van Stella Ronner-Grubačić, Nederlands ambassadeur te Boekarest, Roemenië. Naast een toelichting op de politieke, economische en historische ontwikkelingen is eveneens gesproken over de actuele politieke situatie in Roemenië en het verloop van het Roemeense EU-Voorzitterschap in het eerste halfjaar van 2019.

Maandag 1 april 2019

De interparlementaire conferentie werd georganiseerd door de Roemeense senaat met het oog op het bijdragen aan de discussie over de toekomst van Europa, die is aangevangen met de routekaart van Bratislava en uiteindelijk uitmondde in de informele Europese Top van regeringsleiders in Sibiu op 9 mei 2019. Het Roemeense Voorzitterschap beoogde aan het eind van de conferentie een politieke verklaring (political declaration) te laten aannemen die vervolgens zou worden aangeboden aan de Sibiu-Top op 9 mei 2019.

Sessie I: Het beleid voor de toekomst; debat met vertegenwoordigers van de Europese politieke groepen

De eerste sessie betrof een debat met vertegenwoordigers van de Europese politieke groepen die deelnemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement op 23-26 mei 2019. Aan het debat namen deel Siegfried Mureșan (Europese Volkspartij), Viktor Bostinari (S&D), Renate Weber (ALDE), Violeta Tomic (Europees Links), Bas Eickhout (Europese Groene Partij) en Nicolas Bay (Fractie van Europa van Naties en Vrijheid). Nadat de verschillende sprekers hun standpunten voor de Europese verkiezingen hadden gepresenteerd volgde een debat met de delegaties.

In het debat met de delegaties in de zaal kwamen verschillende onderwerpen aan de orde, waaronder de gevolgen van Brexit, de relatie van de EU met de Verenigde Staten, het vertrouwen van de burger in de EU en rechtsstatelijkheid in de EU.

De heer Veldman vroeg namens de Nederlandse delegatie aan de sprekers in welke mate transparantie deel uitmaakte van hun agenda voor de toekomst van Europa. Hij vroeg tevens of ook de bescherming van het subsidiariteitsbeginsel, waarover in het rapport van de zogeheten Timmermans-taskforce werd geconcludeerd dat het toezien erop en de toepassing ervan moet worden versterkt, onderdeel is of zou moeten worden van de Strategische Agenda die door de Europese Raad in juni 2019 wordt vastgesteld. Verschillende sprekers gingen vervolgens in op het belang van transparantie in Europese besluitvorming, waarbij zij onder andere verwezen naar de openbare vergaderingen van het Europees Parlement en naar het Europese lobbyregister.

Sessie II: De maatschappij van de toekomst; burgers en waarden in de vierde industriële revolutie

De tweede sessie werd ingeleid door Jeroen Schokkenbroek, hoofd van het anti-discriminatiedirectoraat van de Raad van Europa. De heer Schokkenbroek belichtte de uitdagingen voor de toekomst en de gevolgen voor de mensenrechten. Hij wees met name op de gevolgen van biotechnologie en van artificiële intelligentie. Hij wees daarnaast ook op de groei van populisme en nationalisme en de mogelijke bedreiging hiervan voor de kernwaarden van Europa. Vervolgens sprak Iordan Bărbulescu, hoogleraar Internationale relaties en Europese integriteit van de Nationale Universiteit van Roemenië, over het ontwikkelen van een cultuur van dialoog. Hij pleitte voor een Europees economisch model met een sociale dimensie. Michael Dauderstädt, voormalig econoom van de Friedrich Ebert Stichting, richtte zich met name op de ongelijkheid van inkomens in Europa en de behoefte aan cohesiebeleid.

Mevrouw Leijten vroeg namens de Nederlandse delegatie aandacht voor een sociaal rechtvaardig beleid binnen de EU. In Nederland is veel discussie ontstaan over de export van Nederlandse werkloosheidsuitkeringen naar andere lidstaten als gevolg van arbeidsmigratie. Tegelijk zien andere lidstaten hun getalenteerde jongeren vertrekken naar onder meer Nederland omdat ze daar meer kans op een baan hebben. Van beide kanten is dit een onwenselijke ontwikkeling omdat het mensen tegen elkaar opzet en het de steun van de bevolking voor de EU ondermijnt. Hoe kunnen we hier verandering in brengen, hield zij de conferentie voor.

Sessie III: De Toekomst van de economie

De sessie over de Toekomst van de economie werd ingeleid door de Roemeense Minister van Financiën, Eugen Teodorovici. Hij besprak de voortgang in het Roemeense EU-Voorzitterschap, waaronder met name de resultaten van de Ecofin-Raad en andere gremia. Hij zag vooral meer behoefte aan inzet op cohesie en investeringen in Europa. Om de competitiviteit van de EU te vergroten waren meer banen nodig. Hij sprak zich verder uit tegen een Europa van twee snelheden. Martinez Mongay van het directoraat-generaal ECFIN van de Europese Commissie nam een aantal hervormingen waar om economische groei te stimuleren en de economie aan te wakkeren. Enerzijds pleitte hij voor een holistische benadering van de hervorming van de Economische en Monetaire Unie (EMU) en een verdeling van de risico’s onder lidstaten, anderzijds voor meer inclusie van de Europese bevolking, waaronder spreiding van de voordelen bij een groeiende economie. André Sapir, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel en senior fellow bij Bruegel, zag geen behoefte voor een nieuw economisch model in Europa. Wel is er behoefte aan meer coördinatie in de EU, om onder andere de VS en China het hoofd te bieden. Ook pleitte hij voor meer sociale cohesie.

In de discussie die volgde brachten de delegaties verschillende onderwerpen naar voren waaronder de verdieping van de EMU, de Eurozone-criteria, de onderhandelingen voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK), de verdeling van de cohesiegelden en het gevaar van corruptie. Mevrouw Lokin-Sassen (CDA) vroeg namens de Nederlandse delegatie aandacht voor een klimaatneutrale economie, mede om onafhankelijk te kunnen worden van externe energiebronnen. Zij verwees daarbij naar de inspanningen en resultaten van Nederland en Europa op dit terrein. Zij bepleitte ook een inclusieve transitie voor iedereen en een eerlijke verdeling van de kosten. Tot slot verwees zij naar de conferentie over klimaat die in het najaar in Finland zal plaatsvinden.

Dinsdag 2 april 2019

Sessie IV: Europees nabuurschap; Balkans, Oostelijk Partnerschap en Euro-Atlantische relaties

Inleidingen in deze sessie werden gegeven door Christian Vigenin, voorzitter van de commissie voor Europese Zaken van het Bulgaarse parlement, Tamar Kulordava, voorzitter van de commissie voor Europese Integratie van het Georgische parlement, Pete Sessions, Voormalig Republikeins lid van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Arman Yeghoyan, voorzitter van de commissie voor Europese Integratie van het Armeense parlement, en Iurie Leancă, vicepremier van Moldavië. De sessie spitste zich met name toe op het Oostelijk Partnerschap en op de ontwikkelingen in en vooruitzichten van de landen.

Naar aanleiding van de sessie stelde de heer Lintmeijer in zijn bijdrage namens de Nederlandse delegatie vast dat men buiten de EU vaak enthousiaster over de EU lijkt te zijn dan in de EU zelf. Hij wees erop dat de Europese waarden echter niet vanzelfsprekend zijn en dat bedreigingen van deze waarden zowel van buiten als van binnenuit kunnen komen. De ontwikkeling in de EU van gemeenschappelijke waarden als democratie, mensenrechten, solidariteit, vrede en stabiliteit, en rechtsstatelijkheid zijn volgens hem van groter belang dan economische vooruitgang. Het is van belang dat toenadering van derde landen tot de EU ook door de bevolking zelf wordt gewenst en Lintmeijer vroeg de panelleden dan ook om hierop in te gaan. Met name de heer Yeghoyan lichtte toe dat het doel van Armenië niet is om toe te treden tot de EU, maar dat er een fundamentele wens is van de bevolking om het land te moderniseren. Ook mevrouw Kulordava sloot zich hierbij aan voor wat Georgië betreft.

Politieke verklaring

De voorzitter van de interparlementaire conferentie over de Toekomst van Europa lichtte toe dat de eerder onder de delegaties verspreide verklaring bij consensus zou worden aangenomen. De Nederlandse delegatie vroeg daarop het woord. De delegatie lichtte toe dat de discussie en ideeënuitwisseling over de Toekomst van Europa van groot belang is, maar dat een thematische conferentie niet tot een politieke verklaring zou moeten leiden. De delegatie wenste vervolgens dat, indien de verklaring wel zou worden aangenomen, de voorzitter in het verslag liet optekenen dat de Nederlandse delegatie de verklaring niet heeft ondertekend of gesteund. Ook de Letse, de Poolse en de Zweedse delegatie spraken zich uitdrukkelijk uit voor onthouding. De verklaring is door de Roemeense Voorzitter als bijdrage voor de Sibiu Top gedeeld.

De delegatieleiders, Lintmeijer Veldman

Naar boven