22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement

AB/ Nr. 51 VERSLAG

Vastgesteld 14 september 2012

Op 8 en 9 juli 2012 vond in Limassol (Cyprus) de voorzittersbijeenkomst plaats van de Conferentie van commissies Europese aangelegenheden uit de nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van een delegatie uit het Europees Parlement, hierna aangeduid als COSAC. De delegatie vanuit de Tweede Kamer naar de COSAC bestond uit de heer Van Bommel, vicevoorzitter van de vaste commissie voor Europese zaken en begeleidend adjunct-griffier, de heer Van Kessel.

De delegatie brengt als volgt verslag uit van de vergadering.

0. En marge van de COSAC

Voorafgaand aan de vergadering heeft de delegatie een technische briefing gekregen van de heer Würzner, waarnemend ambassadeur van Nederland te Cyprus, de heer Van der Linden, plaatsvervangend ambassadeur van Nederland te Cyprus en de heer Bakker, beleidsmedewerker van de ambassade. Tijdens de technische briefing is gesproken over de algemene en politieke situatie in Cyprus, de blootstelling van Cyprus aan de financieel-economische crisis in de Eurozone, en is er een vooruitblik gegeven op het Cypriotisch EU-voorzitterschap.

1. Inleidende toespraken en procedurele zaken

Tijdens de COSAC is ingestemd met een agenda voor de 48e plenaire bijeenkomst van de COSAC op 14-16 oktober 2012 te Nicosia, Cyprus. De bijeenkomst zal op maandag 15 oktober in het teken staan van de voortgang van het Cypriotisch voorzitterschap van de Raad, de staat van de Europese Unie, energievoorzieningszekerheid en op dinsdag 16 oktober in het teken van de EU2020-strategie en het herstel uit de economische crisis en het behoorlijk bestuur van de eengemaakte markt.

2. Prioriteiten van het Cypriotisch Voorzitterschap

De staatssecretaris voor Europese Zaken van Cyprus, de heer Mavroyannis, gaf een vooruitblik op het Cypriotisch voorzitterschap van de Raad. Hierbij gaf hij aan dat Cyprus als objectief voorzitter ambieert te opereren en dat het Cypriotisch voorzitterschap niet van plan is het nationale conflict met Turkije van invloed te laten zijn op het voorzitterschap. In dit kader was het opvallend dat er ditmaal geen Turkse delegatie aanwezig was bij de COSAC.

De twee hoofddoelen van het Cypriotisch voorzitterschap die de heer Mavroyannis noemde, zijn het terugbrengen van de principes van solidariteit en sociale cohesie enerzijds, en het verbeteren van de efficiëntie, effectiviteit en concurrentiekracht van Europa anderzijds. Tijdens zijn speech noemde de heer Marvroyannis vier prioriteiten, namelijk 1) het afronden van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader, 2) het verder werken aan het raamwerk van economic governance, budgettair toezicht, maatregelen gericht op begrotingsconsolidatie en duurzame economische groei, en het verdiepen van de interne markt 3) meer sociale cohesie door te jeugdwerkeloosheid aan te pakken, de onderhandelingen over het gemeenschappelijk Europees Asielsysteem te voltooien en de vergrijzingsproblematiek te adresseren en 4) nadruk te leggen op de zuidelijke dimensie van het Europese nabuurschapsbeleid.

3. Energievoorzieningszekerheid

De Eurocommissaris voor Energie, de heer Oettinger, wees tijdens zijn toespraak erop, dat de volgende grote stap in de Europese integratie gemaakt moet worden op het gebied van Energiebeleid. Hij beschouwt de eengemaakte markt voor olie als afgerond, die van kolen als operationeel met het beëindigen van subsidies per 2018, en de uitdaging ligt volgens hem nu in het creëren van een eengemaakte markt voor gas en elektriciteit. De doelen die hij bij een dergelijk Europees Energiebeleid noemde zijn 1) energievoorzieningszekerheid, 2) solidariteit tussen lidstaten, 3) betaalbaarheid en keuzevrijheid voor consumenten, 4) hernieuwbare energie en de vermindering van CO2 uitstoot. De heer Oettinger gaf aan van mening te zijn dat de bestaande infrastructuur voor olie, petroleum en diesel bijna perfect zijn, die van kolen zeer goed, en dat voor gas en elektriciteit de infrastructuur nog onvoldoende is. De heer Oettinger pleitte vervolgens voor trans-Europees Energienetwerken, waarbij de landen op de Westelijke Balkan, Zwitserland, Noorwegen, Oekraïne en Turkije worden aangetakt. Vervolgens beargumenteerde hij dat gas in middels een mondiaal product geworden is en dat er een distributienetwerk met LNG-terminals gebouwd zou moeten worden rondom de Baltische zee. Vervolgens noemde hij enkele weg te nemen obstakels om meer gasconnecties te maken in de Noordzee en Oost-Europa. Tenslotte verwees hij naar de overeenkomst in eerste lezing tussen de Raad en het Europees Parlement over de richtlijn energie-efficiëntie, twee weken eerder.

De delegatie,

De vicevoorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Harry van Bommel

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Peter van Kessel

Naar boven