22 660
Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement

nr. 86a
nr. 19
VERSLAG

Vastgesteld 10 juni 2002

Op maandag 13 en dinsdag 14 mei 2002 heeft in Madrid de halfjaarlijkse conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van een delegatie uit het Europees Parlement, naar de afkorting van de Franse naam veelal als Cosac aangeduid, plaatsgevonden. Aan deze conferentie hebben als waarnemers ook delegaties uit de nationale parlementen van de dertien kandidaat-lidstaten van de Unie deelgenomen. De Nederlandse delegatie bestond uit de leden De Blécourt-Maas, Van Eekelen (beiden Eerste Kamer), Te Veldhuis (voorzitter van de delegatie), Van Middelkoop en Scheltema-de Nie (allen Tweede Kamer). De delegatie werd terzijde gestaan door de stafmedewerker Europese Zaken van de Tweede Kamer, Mittendorff, en de adjunct-griffier voor de interparlementaire betrekkingen, Van Waasbergen.

De agenda van de conferentie vermeldde de volgende punten:

– Meer Europa in de wereld, de externe betrekkingen en de uitbreiding van de EU.

– Van Lissabon naar Barcelona, een dynamisch en welvarend Europa ten dienste van de burger.

– De rol van de Europese Unie bij de bestrijding van terrorisme.

– De rol van de Nationale Parlementen bij de totstandkoming van een gemeenschappelijk Europa.

Voorts is een bijdrage aan de Europese Raad aangenomen.

Meer Europa in de wereld, de externe betrekkingen en de uitbreiding van de EU; inleiding van de Staatssecretaris voor Europese zaken, de heer De Miguel.

Staatssecretaris De Miguel schetste een beeld van grote activiteit van het Spaanse voorzitterschap. Zo is de Conventie onder het Spaanse voorzitterschap met haar werk begonnen. De uitbreiding van de Unie is de grote uitdaging van het Spaanse voorzitterschap. Spanje streeft ernaar een zo groot mogelijke groep kandidaat-landen in de EU op te nemen. Dat streven heeft ertoe geleid dat de achterstand van Roemenië en Bulgarije met de overige kandidaat-lidstaten is verminderd. De uitbreiding moet de Unie in staat stellen een hoofdrol te spelen in de wereld. Inmiddels wordt gewerkt aan de tekst van het verdrag, waarin de uitbreiding moet worden vastgelegd. Het gaat om één verdrag, met bijlagen per kandidaat-lidstaat.

De staatssecretaris merkte voorts op dat het Spaanse voorzitterschap heeft gewerkt aan de oplossing van de problemen met de NAVO. Ook wordt gewerkt aan versterking van het gemeenschappelijk buitenlands en defensiebeleid (GBDB) en aan versteviging van de betrekkingen met de Verenigde Staten (waartoe minister-president Aznar recent een bezoek aan Washington heeft gebracht). Daarnaast heeft het Spaanse voorzitterschap initiatieven ontplooid inzake de Balkan, Afghanistan, de conferentie in Doha, en het conflict in het Midden-Oosten. De betrekkingen met de Caraibische landen en Latijns Amerika worden aangehaald, en de onderhandelingen met Mercosur worden afgerond. Het voorzitterschap heeft een Euromediterrane conferentie in Valencia belegd, die succesvol is afgesloten. Voor 29 mei aanstaande heeft het een top met Rusland op de rol gezet.

In de op de inleiding van de staatssecretaris volgende discussie verwees de heer Van Eekelen naar het motto van het Spaanse voorzitterschap, dat «Meer Europa» luidt. Hij merkte op dat iedereen een grotere aanwezigheid van Europa op het wereldtoneel en meer effectiviteit van het Europese optreden wenst. De vraag is echter hoe dat te bereiken is. Aan de Europese Raad in Sevilla zal het rapport-Solana worden voorgelegd; spreker vroeg of daarover besluiten kunnen worden verwacht en wat de inzet van Spanje in deze is. Het is de vraag of de relatie tussen Hoge Vertegenwoordiger Solana, het voorzitterschap, en de Commissie houdbaar is voor besluitvorming omdat hier het gevaar van ingebakken problemen dreigt. De parlementaire dimensie van het GBDB moet vorm worden gegeven; de WEU-assemblee, die op dit terrein initiatieven heeft genomen, lijkt thans in een vacuüm te opereren. Spreker vroeg of Spanje in de richting van een ad-hoc assemblee werkt of dat het deze materie over laat aan de Conventie.

Staatssecretaris De Miguel antwoordde dat over het rapport-Solana druk overleg wordt gepleegd. Het is de bedoeling een voorstel aan Coreper en vervolgens aan de Europese Raad in Sevilla te doen. Er lijkt consensus te bestaan over het streven de ministerraden dynamischer en effectiever te maken en om de structuur daarvan te verbeteren. Zo is het de bedoeling de Algemene Raad te splitsen in een Raad voor Europese Zaken en een Raad voor Buitenlandse Zaken, die met de huidige Raad voor Ontwikkelingssamenwerking zal worden samengevoegd. Het vraagstuk van de besluitvorming bij unanimiteit is aan de Conventie voorgelegd.

Van Lissabon naar Barcelona, een dynamisch en welvarend Europa ten dienste van de burger; inleiding van de Minister van economische zaken, de heer De Rato.

In een met veel statistiek doorspekt betoog herinnerde Minister De Rato er aan dat het Barcelona-proces beoogt het groeipotentieel van Europa te vergroten. Op dat punt is men nog niet waar men zijn wil; de economie van Europa is de laatste drie jaar minder gegroeid dan die van de Verenigde Staten. De Europese Raad van Barcelona heeft de ambitie bevestigd de Europese economie rond 2010 de meest competitieve economie van de wereld te doen zijn. Daartoe is op allerlei terreinen meer concurrentie nodig, bij voorbeeld op dat van energie. De recente inzakking in de economie heeft ertoe geleid dat Europa de prognose van de groei voor dit en volgend jaar heeft verlaagd. Wat het sociale aspect betreft, is het de bedoeling tegen 2010 volledige werkgelegenheid te bereiken. En voorts om de mobiliteit van werknemers te vergroten, ook in geografische zin, waartoe belemmeringen van mobiliteit die in de wetgeving zijn gelegen, worden weggenomen. De minister wenste de toepassing van de mogelijkheden die de informatiemaatschappij biedt, te vergroten.

In de op de inleiding van minister De Rato gevolgde discussie is de heer Van Middelkoop teruggekomen op de vergelijking van de minister van de economische groei in Europa en die in de VS. Men dient er rekening mee te houden dat in Europa, anders dan in Amerika, sociale en ecologische aspecten zwaar tellen. Wat het ecologische aspect betreft wees hij erop dat de EU en de lidstaten dit jaar het Protocol van Kyoto ondertekenen. In de conferentie over duurzame ontwikkeling in Johannesburg komt de vraag aan de orde wat de EU doet aan beperking van de uitstoot van CO2. Een beperking zal niet zonder energieheffing gerealiseerd kunnen worden. Spreker vroeg of voortgang is bereikt inzake de introductie van een heffing. Ook wilde hij weten of de nagestreefde 0,7% van het bruto nationaal produkt voor ontwikkelingssamenwerking in 2004 wel gehaald wordt. Wat het sociale aspect van de economische groei betreft wees spreker op de grote systeemverschillen tussen de pensioenstelsels van de verschillende EU-landen. Die stelsels dreigen onbetaalbaar te worden wanneer de eigen bijdragen van de mensen niet omhoog gaan.

Minister De Rato was het eens met de opmerkingen van de heer Van Middelkoop over de kwaliteit van de economische groei. In het beleid zal ook met de kwaliteit van het werk rekening moeten worden gehouden. De minister deelde niet de mening dat liberalisering van de energiemarkt het halen van de in het Protocol van Kyoto vastgelegde afspraken onmogelijk maakt. Wel zullen om dat te bereiken fiscale stimulansen nodig zijn, zoals die er bij voorbeeld al zijn inzake biobrandstof. Wat de pensioenproblematiek betreft verwees de minister naar het rapport-Lamfalussy. Wat de ontwikkelingssamenwerking betreft wordt in 2004 0,36% van het bruto nationaal produkt nagestreefd.

De rol van de Europese Unie bij de bestrijding van terrorisme; inleiding van de Staatssecretaris voor veiligheid, de heer Morenés Eulate.

Staatssecretaris Morenés Eulate merkte onder meer op dat de Europese Unie niet pas op 11 september is begonnen met de bestrijding van terrorisme. In de Verenigde Naties en andere internationale gremia was voordien al over het probleem gesproken. Een organisatie als de Raad van Europa had op dit punt al een acquis, zoals de akkoorden over uitlevering, wederzijdse bijstand, en het witwassen van gelden verkregen uit delicten. Wel hebben de aanslagen op 11 september in de Verenigde Staten de bewustwording bevorderd dat het om een probleem op wereldschaal gaat.

Er bestaat universele afkeer van terrorisme en solidariteit met de slachtoffers ervan. Het tegengaan van terrorisme raakt de kerntaak van de overheid, het waarborgen van de veiligheid van de burgers. De eenwording van Europa maakt het terroristen in zekere zin gemakkelijker. Zij maken gebruik van het wegvallen van grenzen, zij wassen gelden wit in het internationale financiële circuit, zij brengen daders onder in zogenaamde veilige landen, en internet vergemakkelijkt hun onderlinge communicatie.

Als gevolg van verschillen in de wetgeving tussen de verschillende Europese landen bestaan grijze zones. Ook daarvan maken terroristen gebruik. De Europese Unie is al langer actief om de bestrijding van terrorisme een wereldwijd, algemeen karakter te geven. Het Schengen-akkoord bood al enige maatregelen; en Europol was al aktief bij de terrorisme-bestrijding. Op de aanslagen van 11 september heeft de Unie gereageerd met een actieprogramma van 68 maatregelen, waaronder het Europees opsporings- en aanhoudingsbevel. Het delict terrorisme zal worden vastgelegd in de strafwetten van alle lidstaten. Er zijn lijsten opgesteld met de namen van personen en organisaties, die ervan worden verdacht betrokken te zijn bij terrorisme.

In de op de inleiding van de staatssecretaris volgende discussie heeft mevrouw Scheltema gezegd een effectieve aanpak van terrorisme voor te staan met behoud van de democratische rechtsstaat. De EU heeft weliswaar de kaderbesluiten terrorismebestrijding en opsporing- en aanhoudingsbevel aangenomen, het is de vraag hoe het met de implementatie daarvan staat. Daarnaast dienen de diensten te worden gestimuleerd de uitwisseling van gevoelige informatie te verbeteren. Mogelijk zijn daartoe maatregelen nodig. Spreekster vroeg wat het Spaanse voorzitterschap daaraan doet.

De rol van de Nationale Parlementen bij de totstandkoming van een gemeenschappelijk Europa.

Enkele deelnemers aan de conferentie, die tevens lid zijn van de Conventie, hebben gesproken over de werkwijze van dat gremium en van het presidium en over de rol van de leden van nationale parlementen in de Conventie. Anderen hebben over Cosac zelf gesproken; zij vroegen om versterking van het secretariaat. Zij spraken zich uit voor de instelling van een vast secretariaat, dat zou kunnen worden gevormd door de vertegenwoordigers die enige nationale parlementen in Brussel hebben gevestigd. Een dergelijk secretariaat zou het thuisfront kunnen informeren over de activiteiten van de Ministerraad, en zou informatie kunnen uitwisselen.

Van Britse zijde is de vraag gesteld of Cosac wel doet wat het zou moeten doen. Meer zou moeten worden gedaan aan «scrutinising» van de regeringen.

Bijdrage

Over een bijdrage aan de Europese Raad is twee maal gesproken. De voorzitters van de delegaties hebben op maandag 13 mei gesproken over een concept dat door het Spaanse voorzitterschap was opgesteld. Een naar aanleiding van die discussie bijgesteld concept is op dinsdag 14 mei plenair besproken. Toen is met de volgende bijdrage ingestemd:

1. COSAC wishes to reaffirm its support for the fight against terrorism and states its desire for greater cooperation between all countries on security and justice matters.

2. COSAC welcomes the convening of the European Convention, which commenced its work on 28 February of this year in Brussels. After the useful experience of the method followed to draft the Charter of Fundamental Rights, parliamentarians from the national parliaments and the European Parliament are playing a highly important role in the reform of the European Union and revision of the European treaties from the beginning, as called for by COSAC at its meetings in Stockholm and Brussels.

COSAC places special importance on the fact that the countries that are to join the European Union participate fully in the Convention.

3. On the basis of the spirit of the Lisbon European Council, COSAC is pleased to note the acceptance by the Barcelona European Council of the recommendations adopted in the XXIInd, XXIIIrd and XXIVth COSAC meetings concerning the Union's new strategic goal to transform its economy into a knowledge-based economy in the general framework of protection of the European social model.

4. In order to emphasis the parliamentary dimension of the European Convention, the parliamentary committees on European affairs should play an interface and coordination role at a national level with the parties involved in the Convention.

5. COSAC considers that it has a duty to monitor, step by step, the work of the Convention and that, to do this, an item concerning the monitoring of the work of the Convention needs to be included automatically on the agenda of every one of the next COSAC meetings. And, during the lifetime of the Convention, COSAC will forward documents and its record of proceedings to any working party on the role of national parliaments.

6. COSAC believes, in the light of the above, that once the work of the Convention has finished, it must be the fundamental basis of discussions at the IGC. Before the IGC is convened, COSAC should hold a meeting dealing with these points with a view to a contribution from COSAC.

7. COSAC welcomes the establishment of the Forum and the preparation of the Youth Convention, scheduled to be held on 9–14 July in Brussels.

It calls upon non-governmental organisations, interest groups and the social partners to form networks and make their voices heard in the Convention.

8. This meeting of COSAC calls upon the Presidential Troika, keeping in mind the mandate of the European Convention, to organise the preparatory work to draw up a detailed proposal for a more effective COSAC, focusing its activity more on the role of national parliaments.

De voorzitters van de delegatie

Te Veldhuis De Blécourt-Maas

De griffier van de delegatie

Van Waasbergen

Naar boven