Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 22660 nr. 14;189 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 22660 nr. 14;189 |
Vastgesteld 24 februari 2000
Op 11 en 12 oktober 1999 heeft in Helsinki de halfjaarlijkse conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de nationale parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement, naar de afkorting van de Franse naam veelal als COSAC aangeduid, plaatsgevonden. Aan deze conferentie hebben als waarnemers ook delegaties uit de nationale parlementen van de elf kandidaat-lidstaten van de EU deelgenomen. De Nederlandse delegatie was samengesteld uit de leden Van Eekelen, Veling (Eerste Kamer), Van Middelkoop, Patijn en Timmermans (Tweede Kamer).
In de conferentie is gesproken over:
– De hoofddoelstellingen van het Finse voorzitterschap en de prioriteiten van de EU op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, inclusief de voorbereidingen van de Europese Raad in Tampere.
– Uitbreiding van de Unie – economische en financiële implicaties, inclusief werkgelegenheid.
– De betrekkingen tussen de EU en Rusland.
– Herziening van de werkafspraken van COSAC.
De delegatie brengt als volgt verslag uit.
De hoofddoelstellingen van het Finse voorzitterschap en de prioriteiten van de EU op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, inclusief de voorbereidingen van de Europese Raad in Tampere
Minister-president Lipponen, die dit onderwerp inleidde, zei over de hoofddoelstellingen van het Finse voorzitterschap dat samenwerking binnen de EU meer nodig dan ooit is. Werkloosheid is een gemeenschappelijk probleem geworden en meer moet worden gedaan aan de bevordering van werkgelegenheid. Spreker kon niet om de vaststelling heen dat de groei van de productiviteit in Europa achterblijft bij die in de VS. Europa lijkt de kansen en mogelijkheden die de globalisering biedt te weinig te gebruiken en het weet te weinig banen te creëren. De informaticamaatschappij zou meer moeten worden benut, waarbij een voorbeeld kan worden genomen aan Finland, dat 3% van zijn bruto nationaal product aan informatica besteedt.
De positie van Europa in de wereld moet worden versterkt, waartoe instrumenten moeten worden opgebouwd. Een capaciteit om crises te beheersen, een interventie-eenheid, zowel civiel als militair, moet worden ontwikkeld. Het gemeenschapelijk buitenlands en veiligheidsbeleid moet onderdeel zijn van een gemeenschappelijke strategie.
Over de uitbreiding van de Unie zei de heer Lipponen dat de Raad in Helsinki over de voortgang die de kandidaat-lidstaten hebben gemaakt, zullen kunnen spreken aan de hand van gedetailleerde verslagen over elk van die staten. Verder zal de Raad aanbevelingen per land doen. Maar niet mocht worden vergeten dat ook de EU zichzelf moet vernieuwen. Het is de vraag welke veranderingen binnen de EU nodig zijn om de uitnodigingen aan te kunnen waarvoor ze zich gesteld ziet. In ieder geval moet de zogenaamde driehoek van Amsterdam worden aangepakt en efficiency en openheid worden vergroot.
Overgaande naar de Raad van Tampere zei de heer Lipponen dat het erom gaat tot een Unie te komen die veiligheid en rechtvaardigheid hoog in het vaandel voert. In Tampere zal over asielbeleid, grensoverschrijdende criminaliteit, en de totstandkoming van één justitieel gebied gesproken worden. Inzake migranten was één beleid, één systeem nodig. En voor allerlei situaties waren praktische oplossingen nodig.
Wat betreft de hulpverlening aan Kosovo was verdeling van de lasten nodig. In geval van plotselinge massa-immigratie moet de Unie snel tot handelen in staat zijn. Om de toestroom van illegalen tegen te gaan zijn een betere bescherming van de buitengrenzen en betere contacten met derde landen nodig. Criminelen werken over de grenzen heen, de politie-organisaties niet. Op EU-niveau moet preventief te werk kunnen worden gegaan. Het Verdrag van Amsterdam leidt tot een grotere rol voor Europol. Dan moet ook de controle op Europol worden versterkt. Er is meer samenwerking tussen de politie-organisaties en de vervolgende instanties nodig. Een rechterlijke uitspraak gedaan in één land moet in alle landen geldig zijn.
Tijdens de op de inleiding van de heer Lipponen volgende discussie noemde de heer Van Eekelen die inleiding realistisch en concreet. De heer Lipponen had gesproken over de noodzaak tot opbouw van een militaire capaciteit. Spreker vroeg hoe de Finse regering in dat verband tegen de invoeging van de WEU in de EU aankijkt, en in verband hiermee tegen de benoeming van de heer Solana als eerste stap daartoe tot secretaris-generaal van de WEU zal worden benoemd. De minister-president had de zogenaamde driehoek van Amsterdam genoemd. Het is de vraag of de oplossing van dat probleem voldoende zal zijn om de EU slagvaardig te doen zijn bij een ledental van 25 of meer. Mogelijk zal ook een andere werkwijze in Brussel nodig zijn.
Minister-president Lipponen heeft over de militaire capaciteit gezegd dat de Unie langzaam en geleidelijk te werk dient te gaan. De Petersberg-missies voorzien in de mogelijkheid crises te beheersen. De Europese Raad van Keulen heeft besloten tot integratie van het werkveld van de WEU in de EU. De heer Solana zal aan het hoofd van die beleidseenheid worden geplaatst. Er moet nog worden gesproken over de vorm van de militaire samenwerking en over wijze waarop de besluitvorming zal plaatsvinden. Aan de te creëren militaire capaciteit zouden alle lidstaten moeten deelnemen; zo wordt voorkomen dat verschillen tussen de
lidstaten ontstaan. Ook zullen oefeningen moeten worden gehouden ter voorbereiding van een eventuele gezamenlijke inzet. Eenwording van de nationale strijdkrachten stond spreker niet voor ogen.
De heer Patijn heeft gewezen op het belang van een gemeenschappelijk beleid jegens de bronlanden van illegalen en van een gemeenschappelijke aanpak van de bestrijding van criminele organisaties die mensen smokkelen. Hij pleitte ervoor de kandidaat-lidstaten in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken bij het beleid en met hen samen te werken, ook omdat veel van deze landen op de immigratieroute liggen. Men zou daarmee niet moeten wachten tot het gehele acquis overgenomen is. Inzake de bestrijding van de grensoverschrijdende misdaad zou pragmatisch te werk moeten worden gegaan.
Kort voor het afronden van de onderhandelingen over het Verdrag van Amsterdam is een weeffout in Titel IV van het verdrag geslopen, aldus spreker, waarbij alle besluitvorming bij gewone meerderheid verdwenen is en aanhet EP de codecisie is onthouden. Dat zou snel moeten worden rechtgezet.
Over het Handvest van grondrechten zal, zo is het de bedoeling, door een gemengd gezelschap, ambtenaren en parlementariërs, worden onderhandeld. Het mandaat van de ambtenaren wordt bepaald door de regeringsleiders. De heer Patijn had zijn twijfels over de besluitvorming in dat gezelschap, omdat de parlementariërs niet aan die mandaten gebonden zijn.
Tijdens de discussie heeft minister-president Lipponen de vergadering verlaten. Zijn plaats werd ingenomen door de Finse ministers van binnenlandse zaken en van justitie, de heren Häkämies en Koskinen.
Minister Koskinen verwachtte dat in Tampere alleen procedure-afspraken over de aanpak van het Handvest zouden worden gemaakt. Daar zouden ook beslissingen over het voorzitterschap van de groep die het Handvest moet gaan concipiëren, worden genomen.
Uitbreiding van de Unie – economische en financiële implicaties, inclusief werkgelegenheid
Dit onderwerp is ingeleid door de Finse minister van Financiën Siimes en Europees Commissaris Liikanen.
Minister Siimes meende dat de uitbreiding waaraan de EU nu is begonnen, voor de Unie de grootste uitdaging ooit is. Zij wees erop dat de hervorming van de economieën van de kandidaat-lidstaten in belangrijke mate afhangen van investeringen van buiten, maar dat ook veel afhangt van de voorbereidingen van die landen zelf. Het gaat dan om het opleiden van personeel, het plegen van onderzoek, het voorbereiden van bedrijven op concurrentie, het tot stand brengen van stabiele omstandigheden, en dergelijke. De kandidaat-lidstaten dienen hun structuren zo snel mogelijk aan te passen. Zo veel eerder zij kunnen toetreden tot de Unie, zo veel minder zal de Unie aan de voorbereiding van de uitbreiding hoeven bij te dragen. De EU is in staat en bereid veel geld op tafel te leggen; de vraag is eerder hoe het geld effectief besteed kan worden. Voor de referentieperiode ligt het plafond van de middelen vast; voor de periode daarna niet. Overigens noemde spreekster het in het financiële protocol opgenomen tijdschema niet realistisch. In Berlijn is overeengekomen dat de structuurfondsen niet meer dan 4% van het bruto nationaal product van het ontvangende land zullen beslaan. Aan landbouwprojecten mag
niet meer dan een kwart van de voor uitbreiding bestemde fondsen worden besteed, terwijl de landbouwuitgaven de helft van de totale EU-uitgaven beslaan.
Het debat over uitbreiding van de EU is, zei de minister, vooral gevoerd aan de hand van financiële argumenten, waarbij de nadruk nu verschuift van de landbouw- naar de structurele steun.
Commissaris Liikanen voegde daaraan toe dat de Europese Raad in Helsinki in december a.s. aan de hand van een rapport van de Commissie over elk van de kandidaat-lidstaten zal besluiten met welke landen en op welke wijze na de jaarwisseling verder onderhandeld zal worden. De landen zullen het acquis in zijn geheel moeten overnemen, en zullen moeten aanvaarden dat de EU de ontwikkeling, bij voorbeeld wat betreft de burgerlijke vrijheden, nauwlettend in het oog zal houden. De steunverlening aan deze landen maakt deel uit van de zich voortdurend verbredende samenwerking met de EU. Het is nu al zo dat de meeste investeringen uit de EU afkomstig zijn. Het is nodig dat deze landen een met de EU-landen vergelijkbare mate van financiële stabiliteit bereiken.
Vanuit de Nederlandse delegatie heeft de heer Van Middelkoop opgemerkt dat tempo en voortgang van de uitbreiding vooral strategisch moeten worden bezien. De besluitvorming in Helsini moet vóór alles zorgvuldig zijn en de Unie zou zich niet moeten laten verleiden snel data voor toetreding te noemen. Van haar kant moet de EU de voorbereidingen voor toetreding, ofwel de intergouvernementele conferentie, snel afronden. Spreker stelde een tegenstelling vast tussen commissaris Liikanen, die zei dat nog niet alle voor uitbreiding bestemde middelen zijn gebruikt, en commissaris Verheugen, die heeft gezegd dat de uitbreiding duurder uitvalt. Het overnemen door de kandidaat-lidstaten van het acquis is conditio sine qua non voor toetreding. Het blijft echter de vraag of met toetreding moet worden gewacht tot het welvaartsniveau van een kandidaat-lidstaat het gemiddelde van de EU heeft bereikt.
Van Turkije zei spreker dat als het ooit tot de EU zou toetreden, het een ander Turkije en een andere EU zal zijn. De zogenaamde Kopenhagen-criteria blijven onverkort van kracht; dat zou jegens Turkije voor een ieder duidelijk moeten zijn. Anderzijds mag van Griekenland worden gevraagd de voor Turkije bestemde middelen, die het al jaren blokkeert, vrij te maken.
In Nederland is besloten de voor Kosovo bestemde gelden niet ten laste van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking te brengen. Dat zou overal zo moeten zijn, aldus de heer Van Middelkoop.
De betrekkingen tussen de EU en Rusland
Vooraf was van Finse zijde een inleidende notitie rondgezonden waarin werd gesteld dat de grens tussen de EU en Rusland de grootste inkomenskloof ter wereld vertegenwoordigt. De tekortkomingen in Rusland hebben geleid tot de infiltratie van de georganiseerde misdaad op grote schaal, tot het ontstaan van economische, ecologische en gezondheidsrisico's, en een samenleving die steeds verder van democratische beginselen verwijderd raakt. De gemiddelde levensduur bedraagt in het Rusland van nu 58 jaar, tegen 67 jaar in de Sovjet-Unie. Maar er zijn ook positieve tekenen, zoals tekenen van economisch herstel op micro-niveau.
De basis van de samenwerking tusen de Unie en Rusland is de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, waarop de gemeenschappelijke strategie en het initiatief inzake de noordelijke dimensie zijn gebaseerd. Oogmerk van de overeenkomst is het bieden van een kader voor de politieke dialoog en het bevorderen van de economische betrekkingen tussen beide zijden. Het heeft de EU bij de samenwerking met Rusland niet aan goede wil ontbroken. Soms echter lijken de door de EU en anderen ingezette instrumenten de situatie verslechterd te hebben. Zo lijkt uitgebreide macro-economische steun, gecombineerd met de voorwaarde het kapitaalverkeer snel te liberaliseren, een belangrijke oorzaak te zijn van de huidige situatie waarin Russisch kapitaal in het buitenland in plaats van in Rusland zelf wordt geïnvesteerd. En mogelijk heeft het voedselhulpprogramma van de EU de ontwikkeling van de landbouwproduktie en van de agro-industrie belemmerd.
Rusland is een land met veel natuurlijke hulpbronnen, een goed-opgeleide bevolking en een goede wetenschappelijke en technologische basis. Het belangrijkste oogmerk van de EU zou het ondersteunen van Rusland bij de ontwikkeling van de nodige wettelijke, sociale en politieke instituties moeten zijn, zonder welke de genoemde factoren niet tot bloei kunnen komen.
Vanuit de Nederlandse delegatie heeft de heer Timmermans het Finse voorzitterschap gecomplimenteerd voor het heldere en duidelijke document. Zo helder en ondubbelzinnig zouden ook de betrekkingen tussen de EU en Rusland moeten zijn, maar dat zijn ze vaak niet. Het transformatieproces in Rusland vertoont helaas grote tekortkomingen; Rusland kan op het ogenblik niet anders dan een kleptocratie genoemd worden. Het Westen is medeverantwoordelijk voor die situatie, omdat het vasthoudt aan de redenering dat de invoering van de markteconomie vanzelf tot hervormingen zal leiden. Het heeft zich te weinig laten leiden door het Handvest van Parijs, dat stelt dat de markteconomie deel is van een groter geheel. Een volgende fout is dat het Westen Rusland verschillende malen heeft afgekocht. De hereniging van Duitsland, het opnemen van Oost-Duitsland in de NAVO, de toetreding van Polen, Tsjechië en Hongarije tot de NAVO, steeds is men zonder voorwaarden te stellen met geld over de brug gekomen. Het onvermijdelijke gevolg is dat het westerse idee van democratie geperverteerd op de Russen is overgekomen. Wij zijn medeverantwoordelijk voor de crisis en dus ook voor de oplossing.
In de noordelijke dimensie moet de EU meer een rol spelen dan ze nu in de gemeenschappelijke strategie jegens Rusland, overigens een weinig inspirerend document, zegt te willen doen.
In Tsjetsjenië is nu sprake van 150 000 vluchtelingen, een groot aantal doden en massale verwoestingen. Het Russische geweld daar is volstrekt disproportioneel. De oorsprong van het geweld in Tsjetsjenië ligt naar alle waarschijnlijkheid niet in het gebied zelf, maar in Moskou. De vraag moet worden gesteld waarom de EU, de Raad van Europa, en de OVSE niets doen. Het uitbetalen van de volgende tranche van de IMF-gelden zou moeten worden uitgesteld. Het Westen lijkt door haar inactiviteit de winst van het Kosovo-conflict, namelijk dat de soevereiniteit van een staat niet onbeperkt is wanneer mensenrechten worden geschonden, weer te verspelen, aldus de heer Timmermans.
Herziening van de werkafspraken van Cosac
In een protocol bij het Verdrag van Amsterdam is een adviesrecht voor Cosac vastgelegd. De conferentie heeft met het oog daarop enige wijzigingen in de werkafspraken («reglement») aangebracht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22660-14.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.