22 343
Handhaving milieuwetgeving

nr. 55
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 6 juli 2001

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 12 juni 2001 overleg gevoerd met minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over:

de vijfde halfjaarlijkse voortgangsrapportage milieuwethandhaving (22 343, nr. 54);

het rapport Overheidsmonitoring gemeenten, jaarrapportage 1999 (VROM-2001-440);

de reactie op de brief van mevrouw Veldhuisen over de C2-deponie Maasvlakte AVR-Chemie (VROM-2001-437);

de brief inzake uitstel beantwoording van de aanvullende vragen over de brief van mevrouw Veldhuisen over de C2-deponie Afvalverwerking Rijnmond Maasvlakte (VROM-01-615).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Feenstra (PvdA) wijst op de consensus over het grote belang van toezicht en handhaving. Via voorbereiding met een groen poldermodel kan het beleid kwalitatief verbeterd worden. Door het verwerven van draagvlak kan het beleid sneller worden uitgevoerd. Vervolgens moet het beleid glashelder worden uitgevoerd en gehandhaafd. Er wordt al twee jaar gewerkt aan de organisatie van een stringenter handhavingsbeleid. De tijd is rijp voor resultaten. De overheid moet niet op afstand staan, maar optreden. In het nieuwe NMP en in de wijziging van de Wet milieubeheer moet het stringent handhavingsbeleid een nadrukkelijke plaats krijgen.

De eerstelijns handhaving is versterkt door de ontwikkeling van een systeem waarbij landsdekkend verplichtende bestuursakkoorden zijn gesloten tussen provincies, gemeenten, waterschappen, regionale inspecteurs, openbaar ministerie en politie. Daarmee is een belangrijke voorwaarde geschapen voor een gebiedseigen regie en prioriteitsstelling en een daarbij passende en gegarandeerde capaciteitsinzet. Ook de tweedelijns handhaving is versterkt. Enerzijds door de fusie van de drie VROM-inspecties en anderzijds door de uitbreiding van de formatie met 65 fte's. Deze lijnen raken elkaar in de landelijke coördinatiecommissie milieuwethandhaving (LCCM), waarin kerntaken kunnen worden vastgesteld, de uitvoering kan worden besproken en facilitering mogelijk is.

Diverse rijksdiensten blijken nog niet volledig ingesteld op het samenwerken met regionale partners en op het organiseren van afstemming. Er wordt nog veelal direct in relatie tot de departementen gewerkt, hetgeen problemen oplevert rond de gegarandeerde inzet. Diverse financiële regelingen hebben eerst geleid tot een kwantitatieve verbetering van de handhavingsinspanning en vervolgens tot een kwalitatieve verbetering van vergunningverlening en handhaving. Met de overheveling van de regelingen in Provincie- en Gemeentefonds verdampte de directe relatie met het departement van VROM. In de LCCM wil men rijksbrede prioriteiten afspreken, maar ook voldoende ruimte hebben voor regionale prioriteiten. Het zou goed zijn als binnen de handhavingsrapportages een totaaloverzicht wordt geboden van de activiteiten van IPO en VNG op het gebied van vergunningverlening en handhaving.

De handhaving moet worden geïntensiveerd, maar door de economische groei zijn er ook meer instellingen waar handhaving moet geschieden. Het ligt voor de hand om de totale capaciteit en financiering daarvan te actualiseren.

De medeoverheden willen graag direct betrokken worden bij het overleg over de uitvoerbaarheid van het beleid en over de verbetering van de handhaving. Wat de detaillering van wetgeving betreft is dit ook een onderwerp voor de Kamer. De regelgeving moet zo worden geformuleerd, dat zij goed uitvoerbaar en handhaafbaar is.

Met name kleine gemeenten hebben belang bij de consulentfunctie van de rijksinspectie. Ziet de minister mogelijkheden om het ontstaan van regionale milieudiensten een impuls te geven? Er kan een kwaliteitsslag mee worden gemaakt. Er moet worden gewerkt in de richting van gecertificeerde kwaliteit, ook met betrekking tot de vergunningverlening en handhaving.

De prioriteiten binnen het handhavingsbeleid worden terecht gekoppeld aan het risico voor gezondheid, veiligheid en milieu. Het zijn kernbepalingen die bij overtreding direct moeten leiden tot bestuursoptreden en strafrechtelijk optreden.

De operatie sanering benzinestations is twee jaar geleden begonnen. Er is enige vooruitgang geboekt, maar het resultaat is echt onvoldoende. De minister kent de locaties van de benzinestations die nog niet in orde zijn en kan deze openbaar maken. De oliemaatschappijen die tekortschieten, dienen indringend aangesproken te worden.

De minister zal in september rapporteren over een nieuwe aanpak rond het radioactief schroot. Als douane en inspecteurs binnenkomende schepen toch controleren op de aanwezigheid van drugs en gevaarlijk afval, moet het mogelijk zijn om ook te controleren op radioactiviteit, zodat de schroothandelaar, die verantwoordelijk blijft, geïnformeerd kan worden. Mogelijk kan de overheid bijstand verlenen bij het verhalen van de kosten op de leverancier van het radioactief schroot.

De CFK-aanpak verdient ondersteuning, hoewel een reactie op de inbreng van het International pharmaceutical aërosol consortium (IPAC) over medische toepassingen op zijn plaats is.

De kwaliteit van de milieujaarverslagen is nog steeds niet in orde. Er moet wat gebeuren om naleving van deze wettelijke verplichting voor de grotere bedrijven te bevorderen.

Het verdient aanbeveling om te streven naar een kwaliteitswaarborg voor milieuadviesbureaus.

Verder zou het goed zijn als de inspecties op tijd zijn met het plaatsen van bestellingen voor luchtschepen om op een schone en stille wijze toezicht te kunnen houden boven land en zee.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks) toont zich positief over de informatievoorziening over de milieuwethandhaving. De halfjaarlijkse voortgangsrapportage biedt een steeds beter inzicht in het beleid van de verschillende overheden die voor handhaving verantwoordelijk zijn. Geconstateerd moet worden dat er ontzettend veel fout gaat, met name in bedrijven. Het is bepaald niet allemaal zo goed geregeld als tegenwoordig nog wel eens wordt gesuggereerd. In de rapportage kan een sterk pleidooi worden gelezen voor een goede controle en handhaving door de overheid.

Er is voortgang geboekt op het punt van de regionale samenwerking, maar de situatie is zeker niet optimaal. Zo blijkt het in veel provincies lastig om alle handhavingspartners op één lijn te krijgen bij het formuleren van een hoog ambitieniveau. In provincies met regionale samenwerkingsverbanden gebeurt veel, maar in provincies zonder dergelijke verbanden wordt te weinig gedaan. Een aantal provincies scoort bijzonder slecht in het meedoen aan de prioriteiten van het jaar 2000. Sommige gemeenten zeggen te weinig geld te hebben voor handhaving en voor het van de grond krijgen van samenwerking.

De discussie over radioactief schroot loopt al een aantal jaren. De vaak kleine bedrijven weten niet goed waar ze met het schroot naartoe moeten. Een simpele verwijzing naar de eigen verantwoordelijkheid is onvoldoende, omdat de bedrijven vaak niet in staat zijn om die verantwoordelijkheid waar te maken. De overheid dient in dezen een helpende hand te bieden, bijvoorbeeld door een fonds in het leven te roepen voor de financiering van de verwijdering van dit soort materiaal. Ook is het denkbaar dat de overheid helpt bij het terugsturen van het schroot.

Voor de benzinestations is indertijd een convenant afgesloten. Geconstateerd moet worden dat het een van de convenanten is die niet hebben geleid tot een optimale situatie. Procureur-generaal Steenhuis heeft in het blad Handhaving aangegeven dat veel gemeenten andere prioriteiten hebben dan milieuhandhaving. In de LCCM zou zijn gebleken dat 156 gemeenten en 10 provincies geen gegevens willen verstrekken over hun inspanningen inzake de tankstations. In de brief van de minister wordt gesproken van één provincie en een aantal gemeenten die deze informatie niet geven. Hoe is dit verschil te verklaren? Het is goed dat inmiddels justitieel wordt opgetreden en dat benzinestations via dwangsommen worden verplicht om hun zaken te regelen. Ook uit concurrentieoverwegingen zou het slecht zijn als de benzinestations hiermee wegkomen.

Nog steeds komen op grote schaal CFK's vrij. De minister dient aan te geven op welke wijze hij de uitstoot tot nul wil terugbrengen. In de scheepvaart worden acties ondernomen. Het zou goed zijn om te horen of deze succes hebben.

De minister dient in te gaan op het verschil van mening tussen lokale overheden en externe deskundigen over de brand bij ATF Drachten en de milieueffecten die deze op de omgeving heeft gehad. Zullen nog maatregelen worden genomen om boven tafel te krijgen wat er precies gebeurd is?

De plannen van de minister omtrent de goederenemplacementen verdienen ondersteuning. Waar niet wordt voldaan aan de groepsnorm en de norm voor individueel risico, moet worden opgetreden. Rond een aantal stations is sprake van concrete problemen. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft gemeld dat rapportages over verbeteringen voorlopig weer voor maanden zijn uitgesteld.

Er dient meer informatie te worden gegeven over de uitfasering van PER. Is de algemene maatregel van bestuur inzake de chemische wasserijen operationeel en werkt de branche aan alternatieven?

De heer Poppe (SP) constateert dat er in de handhaving nog steeds veel fout gaat. Procureur-generaal Steenhuis schreef onlangs dat veel bestuurders al tevreden zijn als het overleg tussen de handhavers goed loopt. Wat er feitelijk bereikt wordt, is secundair. Op een deel van een industrieterrein in Middelburg is in het najaar van 2000 stelselmatig gehandhaafd. Er werden tal van strafbare feiten geconstateerd op alle mogelijke milieuvergunningen, zaken van ruimtelijke ordening, bodemvervuiling, strijd met bestemmingsplan enz. Zo'n voorbeeld stemt niet optimistisch. De effectiviteit van de handhaving moet duidelijk vergroot worden.

In reactie op schriftelijke vragen in februari 1999 aan de staatssecretaris van SZW over onder andere met fosforwaterstof gegaste schepen werd gemeld dat het gaat om sporadische incidenten met in het buitenland gegaste schepen waarvan de tabletten nog niet uitgewerkt zijn als ze in Nederland geopend worden. Uit de brief van de minister en het rapport Gasvrij van de inspectie blijkt thans dat het om vele incidenten gaat, waarbij mensen concreet gevaar lopen. Er moet dus haast worden gemaakt met aanpassing van de Bestrijdingsmiddelenwet.

De asbestwegen in Twente zijn zeven jaar geleden reeds aan de orde gesteld. Inmiddels is er een Besluit asbestwegen Wms, maar er vallen nog steeds slachtoffers. Ten onrechte is de einddatum van de sanering opgeschort tot begin 2002. Het is onbegrijpelijk dat in de gemeente Haaksbergen het besluit in het geheel niet bekend is gemaakt.

In 1996 is het Besluit verwijdering landbouwfolie tot stand gekomen. De inzameling en verwerking loopt echter slecht. Zo ligt op het industrieterrein Moerdijk 15 000 ton landbouwfolie te vergaan, omdat verwerkingsbedrijven failliet zijn gegaan. De minister moet actie ondernemen om het besluit te handhaven.

De minister heeft eerder toegezegd, begin 2001 met een rapport te komen over het ontdoenersonderzoek in verband met inzameling en verwerking van gevaarlijke afvalstoffen. Wanneer zal deze toezegging gestand worden gedaan?

Over de C2-deponie blijven toegezegde brieven uit. De minister heeft te kennen gegeven dat negatieve effecten op de gezondheid van de reparatiewerknemers aldaar niet zijn te verwachten, maar het onderzoek is bepaald niet zorgvuldig geweest.

Wat het radioactief schroot betreft blijven de bedrijven natuurlijk verantwoordelijk. Het is echter moeilijk om van het schroot af te komen, waardoor het soms langdurig op het bedrijfsterrein aanwezig is, met alle risico's van dien. Eventueel moet de overheid het materiaal op kosten van het bedrijf op een adequate wijze verwijderen.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA) vraagt met betrekking tot het radioactief schroot waarom de vondst van cesium 137 niet aan de Kamer gemeld is. De rapporten waar de minister op 6 juni over gesproken heeft, hadden eerder naar de Kamer moeten worden gestuurd. Het aantal meldingen van radioactief schroot neemt toe, terwijl het in de praktijk moeilijk is om het terug te sturen naar het land van herkomst. Bij dit onderwerp is sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid en bedrijfsleven, waarbij een financiële bijdrage van de overheid mogelijk moet zijn. De overheid zou in samenwerking met de branche zorg kunnen dragen voor het schoonmaken, terugsturen, verwerken of definitief verwijderen van het schroot. Milieu en volksgezondheid zouden daarmee gediend kunnen zijn. Terugsturen lijkt overigens een minder geschikte optie.

Het is positief dat het proces van de uitvoering van de bestuursovereenkomsten vordert. De samenwerkingsprojecten komen echter trager van de grond dan verwacht. Landelijke prioriteiten zijn soms nog niet opgepakt, terwijl er duidelijke verschillen tussen de provincies zijn in de mate van handhaving. Vooral de capaciteit speelt een rol bij het verder optuigen van de samenwerking. De minister moet waar mogelijk de helpende hand bieden bij het oplossen van knelpunten. Bij overtredingen van kernbepalingen van het openbaar ministerie moet direct handhavend worden opgetreden.

De gang van zaken rond de gezamenlijke milieuhandhavingsprioriteiten geeft weinig aanleiding tot tevredenheid. De minister moet toelichten wat zijn inzet zal zijn bij het wegnemen van de belangrijkste knelpunten. Het is verbazingwekkend dat van 300 tankstations de gegevens nog steeds ontbreken.

De handhaving van de CFK-regelgeving is een van de drie prioriteiten van de LCCM. Het zou goed zijn om iets meer te horen over de medische problemen die kunnen ontstaan bij een afbouw. Aan het eerder stoppen met de productie zijn risico's verbonden, zowel vanuit milieuoogpunt als vanuit een oogpunt van patiëntenzorg.

De minister geeft aan dat de inspectie dit jaar meer specifiek onderzoek dient te verrichten om een vollediger beeld te krijgen van de uitvoering van het provinciaal milieubeleid op het gebied van vergunningverlening en handhaving. In de volgende rapportage dient dieper te worden ingegaan op de vorderingen in dezen.

Het onlangs verschenen rapport «Overheidsmonitoring gemeenten, jaarrapportage 1999» is een belangrijke stap op weg naar het verkrijgen van een landelijk beeld van meetbare milieuprestaties van overheden. Er staan vele hoopgevende passages in, maar de constatering rond het thema externe veiligheid is zorgelijk. Om het gemeentelijk handhavingsbeleid goed te kunnen beoordelen en prioriteiten te kunnen stellen is een trendmatig inzicht in aard en aantal overtredingen van groot belang. De gehanteerde indicator van het aantal gecontroleerde bedrijven en het aantal vervolgacties is minder zinvol.

Als voorbeeld kan gewezen worden op de fabriek van de gebr. Bouwens te Goor. In een ministeriële brief van 24 januari 2001 wordt gesproken van de onaanvaardbaarheid van het bedrijf in zijn huidige vorm op de huidige locatie. De inspectie zit er bovenop. Op 1 juni 2001 heeft de Raad van State echter bepaald dat de gemeente niets te zeggen heeft over de hinderproblematiek. De burgers raken verstrikt in een moeras van handhavende instanties. Het mag niet zo zijn dat de procedures weer van voren af aan moeten worden doorgelopen. De minister moet een uiterste inspanning doen om te komen tot een werkbare oplossing.

De problemen met handhaving van regelgeving zijn voor een deel terug te voeren op een gebrek aan toetsing van uitvoerbaarheid en een gebrek aan communicatie hierover met de betrokken provincies en gemeenten.

Nadere informatie over de milieutaak van de politie ontbreekt in de vijfde rapportage. In de vorige rapportage werd gemeld dat geen landelijk overzicht gegeven kon worden van deze milieutaak, omdat geen eenduidige registratie plaatsvindt. Er zou een werkgroep aan de slag gaan om op korte termijn tot voorstellen te komen voor een betere informatiehuishouding. De Kamer verwacht een rapportage over de resultaten van de werkgroep.

Uit het inspectieprogramma blijkt dat er meer aandacht komt voor veiligheid en gezondheid en voor een scherpere handhaving van de milieuregels, zowel via de eerste als de tweede lijn. De verschuiving naar meer daadwerkelijke inspectie kan worden toegejuicht. Het is wel de vraag of de capaciteitsuitbreiding met 65 mensen voldoende is.

Het valt te betreuren dat een adviesrol van de inspectie ontbreekt. Goede normstelling in een vergunning is een absolute voorwaarde voor adequate handhaving. De minister dient daartoe met voorstellen te komen. De suggestie om de inspectie de handhaving te laten overnemen als het bevoegd gezag hardnekkig weigert op te treden, lijkt het overwegen waard.

De datum voor sanering van asbestwegen is opgeschort tot begin 2002. Het blijkt een moeizaam en technisch ingewikkeld proces, maar bespoediging is wenselijk. De minister dient waar mogelijk de helpende hand te bieden. Zo is in Haaksbergen door omstandigheden onvoldoende gebruikgemaakt van de saneringsregeling. Is al iets meer te zeggen over de inventarisatie van de onbekende asbestwegen?

De rapportage «Zand erover» stemt bepaald niet vrolijk. Handvatten voor goed toezicht en goede handhaving ontbreken. De minister wil de aanbevelingen van het rapport grondig oppakken. Er moet een landelijke oplossing worden gevonden. Zeer belangrijk zijn de aanbevelingen voor intensivering van het toezicht door het bevoegd gezag en de wettelijke basis voor de onafhankelijkheid van de milieudeskundige begeleider. Een goede handhaving staat of valt met de beschikbaarheid van mensen en middelen.

De heer Klein Molekamp (VVD) onderstreept het belang van handhaving. Er kan met maatregelen slechts milieuwinst geboekt worden als ook wordt gehandhaafd. Bovendien wordt met een goede handhaving een gelijk speelveld voor de bedrijven gecreëerd.

Met de nieuwe opzet is inmiddels een landsdekkende samenwerking bereikt. Men is echter sterk gericht geweest op de structuur. Thans moet de aandacht meer op het doel worden gericht. Het is zorgwekkend dat veel provincies constateren dat de politie niet altijd de gevraagde inzet kan leveren, terwijl daarvoor bij gelegenheid van het NMP-2 geld is vrijgemaakt. Hierover is overleg met de minister van BZK wenselijk.

De VNG meent dat de participatie van de rijkshandhaver bij de structuur te wensen overlaat. Landelijke prioriteiten zijn onduidelijk en in de praktijk worden te veel prioriteiten gesteld. Ook het IPO heeft kritiek geleverd. Trekt de minister zich deze gevoelens aan?

Van twee jaar geleden dateert de kritiek van de provincie Zuid-Holland dat de wet onuitvoerbaar is. 80% tot 90% van de bedrijven zou de milieuvergunning overtreden. Er komt maar geen antwoord van de minister op de vraag wat er met dit signaal is gedaan. Zijn de cijfers nog steeds zo alarmerend?

De inspectie milieuhygiëne zuid heeft het rapport «Zand erover» uitgebracht. De minister meldt dat uit onderzoek blijkt dat adequate handvatten voor toetsing en handhaving van sanering in de praktijk nagenoeg ontbreken. Enerzijds zou dit het gevolg zijn van de te omslachtige wijze waarop de strafrechtelijke handhaving verloopt en anderzijds van de te beperkte invulling en uitvoering van de provinciale milieuverordening en de saneringsbeschikkingen. Hoe kan worden voorkomen dat dit soort klachten, met name de eerste, elke keer weer wordt geuit? Naar aanleiding van opmerkingen van de zijde van de provincie Noord-Brabant moet worden overwogen om uit de bodemsaneringsgelden ook een stuk van de handhaving te betalen.

De handhaafbaarheid van het Bouwstoffenbesluit is moeilijk en vergt veel menskracht. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben aangegeven dat extra menskracht nodig is om op dit punt de aanleg van de Betuwelijn te controleren. Wanneer wordt over het Bouwstoffenbesluit een fundamentele discussie gevoerd?

Het is goed dat de handhaving van het buitengebied het komend jaar prioriteit heeft, maar het is wel de vraag op welke wijze hieraan inhoud wordt gegeven. Immers, de politie ter plaatse moet het mogelijk maken. Is er extra mankracht en doen alle regio's mee?

Het milieu-, inlichtingen- en opsporingsteam (MIOT) heeft zich de laatste tijd geconcentreerd op de follow-up van de ramp in Enschede. Het zou goed zijn om te horen hoe het met de verdere controles staat, ook in relatie tot de rapportage van Netwerk over radioactief schroot. De sector zelf heeft verklaard dat de controles in de praktijk niets voorstellen. Ondertussen kan men het schroot niet kwijt. Voorkomen moet worden dat daardoor gevaarlijke situaties ontstaan. Het bedrijf is verantwoordelijk, maar moet wel in de gelegenheid worden gesteld om op eigen kosten van het schroot af te komen. Het zou goed zijn om het standpunt van de minister te vernemen t.o.v. het dreigement van de branche dat illegaal gedumpt gaat worden. Ook in deze branche dient milieuhandhaving de eerste prioriteit te hebben.

De minister heeft verklaard dat hij binnenkort de memorie van antwoord zal toesturen over het wetsvoorstel verbetering handhavingsbevoegdheden. Het zou goed zijn om te horen waardoor dit een jaar heeft moeten duren.

In het rapportage staat het voorbeeld van de aanpak van probleembedrijven in Utrecht, waar gevaarlijke situaties zijn aangetroffen, waarop natuurlijk direct actie moet volgen. Het feit dat de gevaarlijke situaties in jaren zijn ontstaan, geeft aan dat er tussentijds niet gecontroleerd is. Het valt te hopen dat dit een uitzonderlijke situatie is.

De xtc-productie vormt een risico voor de omgeving. Het is verbazingwekkend dat het zo lang duurt voordat vragen hierover worden beantwoord.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) vindt ook dat de beantwoording van vragen vaak lang op zich laat wachten.

De milieuwetten worden door het kabinet opgesteld en vervolgens is het aan het bedrijfsleven om ze toe te passen. De overheid is weer aan zet bij de controle en handhaving. De problemen zitten in het niet naleven van de milieuwetgeving, hetgeen voor de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven komt. Burgers vragen terecht aan de overheid om een goede controle. Die moet daar dan wel voldoende voor toegerust zijn. Er moet voldoende afstemming zijn tussen gemeenten, provincies en Rijk. Er moet voldoende mankracht en er moeten voldoende middelen zijn. Bovendien moeten er voldoende sanctiemogelijkheden zijn. Kennelijk is dit niet allemaal het geval, want het blijkt nog steeds voor veel bedrijven voordelig om de wetten niet geheel na te leven.

De provincies hebben niet alle hun prioriteiten voor 2000 waargemaakt. Zie de problemen bij de tankstations, de probleembedrijven en het Bouwstoffenbesluit. De minister moet bij Zeeland, Drenthe en Flevoland aandringen op een betere uitvoering.

De handhavingsstrategie wordt heel wisselend ingevuld, waardoor verschillen tussen de provincies ontstaan. Volgens de provincies kan de politie niet altijd de gevraagde inzet leveren. Bij sommige provincies zijn relatief weinig bijzondere opsporingsambtenaren werkzaam. Het is zaak om daar iets aan te doen.

Uit de vorige rapportage bleek dat de handhavers onzeker zijn, omdat gebruikers onvoldoende op de hoogte zouden zijn van het Bouwstoffenbesluit. Is daar inmiddels verbetering in aangebracht? Het grootste knelpunt is nog altijd het omgaan met grond. De gemeente is als bouwer en opdrachtgever vaak niet goed op de hoogte van de consequenties van het Bouwstoffenbesluit. De projectgroep van VNO-NCW geeft aan dat zij zich zorgen maakt over grote interpretatieverschillen in de toepassing, hetgeen tot rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid leidt. Het zou goed zijn om te horen wat de minister hieraan denkt te kunnen doen.

De IPO-rapportage geeft geen volledig beeld van de provinciale milieuprestaties, omdat de provincies verschillend rapporteren. Soms kunnen zij bepaalde gegevens niet leveren en blijkbaar worden andere definities gehanteerd.

De situatie rond de benzinestations is onverteerbaar. Er is telkenmale uitstel verleend voor het uitvoeren van de regelgeving en toch zijn over 300 tankstations onvoldoende gegevens verstrekt. Een flink aantal heeft niet alleen de administratie niet op orde, maar heeft ook verzuimd maatregelen te treffen. De overheid moet thans tot harde sancties overgaan, want de maat is vol.

Het IPAC heeft gewaarschuwd voor CFK-voorraadvorming. Het zou beter zijn om langer door te gaan met de productie. Nederland dient natuurlijk te voldoen aan de verplichtingen voortvloeiend uit het Verdrag van Montreal, maar er dient wel een reactie te komen op de brief van het IPAC.

Het is de bedoeling dat alle gemeenten binnen een jaar voldoen aan het legionellabesluit. Voor de uitvoering van de maatregel is zeer veel geld nodig. De vraag is gewettigd of alle voorgestelde maatregelen wel noodzakelijk zijn en of het gewenste niveau van zekerheid wel wordt bereikt.

De situatie rond het radioactief schroot is verontrustend. Uit de reportage van Netwerk bleek dat verdacht schroot soms niet wordt geaccepteerd, waarna het met onbekende bestemming wordt afgevoerd. Voorkomen moet worden dat het ergens in het milieu wordt gedumpt. De bedrijven zijn verantwoordelijk, maar op een melding moet snel worden gereageerd. Het is onbestaanbaar dat een container met radioactief schroot langdurig op een terrein blijft staan.

De inspectie heeft verklaard dat de kwaliteit van de milieujaarverslagen tegenvalt. Verbetering ervan moet spoedig ter hand worden genomen. Het grote bedrijf dat heeft verklaard geen milieujaarverslag meer te willen maken, moet daarop worden aangesproken.

Antwoord van de minister

De minister constateert dat de uitgebreidheid van de rapportage ertoe leidt dat in het algemeen overleg (detail)vragen over de verschillende onderwerpen worden gesteld die niet gemakkelijk direct te beantwoorden zijn. Het verdient aanbeveling om voorafgaand een schriftelijke ronde in te lassen.

De soms late beantwoording van vragen heeft niet te maken met onvoldoende prioriteit, maar met de grote hoeveelheid vragen. Ieder antwoord dat de Kamer ontvangt, is door de minister zelf op juistheid getoetst. Zorgvuldigheid kost soms iets meer tijd.

Er wordt zo stringent mogelijk gehandhaafd. Bedacht moet worden dat er meer vragen kunnen worden opgeroepen naarmate er meer over geschreven wordt. Hoe meer er wordt gedaan, hoe meer naar het vervolg kan worden gevraagd. Hoe meer onderzoek er wordt gepleegd, hoe meer kan worden gevraagd wat er met de resultaten gebeurt. Dat de harde handhaving resultaten heeft, staat buiten kijf, maar een garantie dat het ooit volledig goed komt, kan niet worden gegeven. Er zullen altijd bedrijven zijn die trachten de regels te ontwijken, soms met een grote inventiviteit.

De handhaving wordt zoveel mogelijk samen met de medeoverheden gestalte gegeven. Getracht zal worden om de overzichten van de inspanningen van de provincies aan te vullen met overzichten van de gemeentelijke inspanningen. De door de gemeenten opgestelde overzichten kunnen jaarlijks, voorzien van een oordeel van de minister, worden toegezonden nadat overleg is gevoerd op basis van de verslagen. Het ministerie heeft daarnaast een monitoringstaak in het kader van het tweedelijns onderzoek.

Het is waar dat het niet gaat om het aantal onderzoeken en acties, maar om het aantal en de aard van de overtredingen. Bezien zal worden in hoeverre de verslagen in deze zin kunnen worden aangepast. Het zou goed passen in het VBTB-beleid. De monitoring mag niet te procesmatig zijn. Gegeven de structuur, gaat het natuurlijk om de uitkomsten van de handhaving.

De medeoverheden zullen altijd blijven vragen om een grotere capaciteit en meer financiën. Er dient gewezen te worden op de gekozen structuur, waarin in toenemende mate is gedecentraliseerd en geïntegreerd. Als de directe lijn verdwijnt, zakt een punt weg en vergeet men dat men het geld al heeft ontvangen. Een terugkeer naar doeluitkeringen is niet mogelijk, hoezeer dat op sommige punten misschien wenselijk wordt geacht.

Overigens is het een interessante gedachte om de bodemsaneringsgelden deels voor handhaving aan te wenden. Er zal op worden teruggekomen.

Regelmatig wordt geklaagd over het grote aantal prioriteiten in het handhavingsbeleid, maar het is een gegeven dat er, ook vanuit de Kamer, voortdurend nieuwe punten opkomen. Alles wat politiek aan de orde is, moet worden opgenomen in het handhavingsbeleid. De provincies en gemeenten hebben dat te accepteren. Uiteraard hoeven niet alle prioriteiten landsbreed te gelden. Het is voorstelbaar dat in het systeem van topprioriteiten de vrijheid wordt ingebouwd dat een deel regionaal kan worden ingevuld.

In het kader van het tweedelijns toezicht wordt bezien in hoeverre de andere overheden voldoende handhaven. Met de bestuursovereenkomsten is er een sluitend systeem. In het kader daarvan zal niet alleen procesmatig worden getoetst, maar zullen ook steekproeven worden gedaan bij de gemeenten. Zoals uit de rapportage bleek, ging het in Utrecht niet zo goed. Die situatie is thans aangepakt. De Kamer zal regelmatig uitkomsten van dit soort gemeentelijke en provinciale steekproeven in de milieuhandhavingsrapportage gaan aantreffen. Het leidt tot scherpere mogelijkheden voor de minister om beleid te beïnvloeden. De handhaving op het terrein van de ruimtelijke ordening wordt steeds beter aan de milieuhandhaving gekoppeld. Het zou goed zijn als de minister meer bevoegdheden krijgt om in te grijpen wanneer dingen fout gaan. Meerdere gemeenten zijn inmiddels onder toezicht geplaatst.

Er is geconstateerd dat het aantal processen-verbaal van de kant van de politie terugloopt. Waar dat precies aan ligt, is onhelder. Het openbaar ministerie heeft de indruk dat de politie in de regio minder prioriteit aan het milieu geeft. Het is ook mogelijk dat het bestuur minder aangifte doet. Om hierover helderheid te verkrijgen, is opdracht aan het WODC gegeven om een onderzoek te verrichten. Binnen een aantal maanden zal het resultaat beschikbaar zijn.

De actie van vorig jaar inzake de tankstations wordt dit jaar voortgezet, omdat een fiks aantal nog niet aan de criteria voldoet. De lijst is bekend. Publicatie ervan vond de minister van Justitie niet in overeenstemming met de regelgeving en rechtszekerheid. De bedrijven worden via strafrechtelijke weg aangepakt. Er zijn processen-verbaal opgemaakt. De eerste honderd notoire overtreders zijn overeenkomstig afspraken met het openbaar ministerie aangepakt. Er zijn transacties aangeboden met forse bedragen, met uiteraard de verplichting om een en ander direct in orde te maken. Het verschil tussen de cijfers van procureur-generaal Steenhuis en die van het ministerie heeft te maken met voortschrijdende tijd.

Er zijn veel meer aanvragen voor de sanering van asbestwegen gedaan dan was verondersteld. Daarop zijn de bedragen verhoogd. Er is echter wel meer tijd nodig. Onder verantwoordelijkheid van de minister is wat Haaksbergen betreft een stommiteit begaan door melding achterwege te laten. Inmiddels is dit probleem opgelost. Thans blijkt dat ook buiten het desbetreffende gebied asbestwegen voorkomen. Ook die wegen zullen vanzelfsprekend in aanmerking komen voor het saneringsprogramma. De Kamer zal inzicht worden geboden in het aantal gesaneerde en te saneren kilometers weg.

Er is enige vertraging opgetreden in het ontdoenersonderzoek. Het rapport is april dit jaar opgeleverd en zal de Kamer voor het eind van dit parlementaire jaar voorzien van een standpunt van de minister bereiken.

Het IPAC heeft een brief gestuurd over de noodzaak van het gebruik van CFK's in inhalers voor astmapatiënten. Er vindt thans overleg met de Europese Commissie plaats. Binnen twee maanden zal het resultaat daarvan bekend zijn. Gisteren is op het punt van de CFK's nog een moeilijk gesprek gevoerd met Akzo Delfzijl. De CFK-emissies bij de scheepvaart hebben veel gespreksstof opgeleverd tussen departementen en met het openbaar ministerie. Er is samen met de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een pakket van maatregelen opgesteld. Al met al kan niet worden uitgesloten dat er problemen ontstaan met het Verdrag van Montreal, maar er wordt hard aan gewerkt.

De aanwezigheid van radioactief schroot is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende bedrijven. Als daarvan zou worden afgestapt, kan een aanzuigende werking ontstaan. De Kamer krijgt niet elke keer informatie op incidentele basis, bijvoorbeeld over de vondst van cesium 137. Zoiets wordt opgenomen in het jaarverslag van de incidenten. Met een fonds dreigt de verantwoordelijkheid toch naar de overheid te verschuiven. In de AMvB zal goed worden vastgelegd wat er bij de desbetreffende bedrijven moet gebeuren. Daarvoor is uiteraard facilitering beschikbaar. Er wordt gekozen voor tijdelijke geconcentreerde opslag ter voorbereiding van definitieve opslag elders. Ook zal in de AMvB een verplichte verzekering worden opgenomen. Terugsturen is natuurlijk de beste optie, maar het blijkt onmogelijk. Scheepvaartondernemingen kunnen daartoe internationaal niet worden verplicht. Wellicht kunnen in het verband van de EU en de International maritime organization initiatieven worden ontplooid. Bezien zal worden of internationale handelspatronen op dit punt in kaart kunnen worden gebracht.

Het MIOT heeft zich sterk moeten bezighouden met alles wat met vuurwerk te maken heeft. Thans kunnen de andere prioriteiten heropgenomen worden.

De kwaliteit van de milieujaarverslagen schiet tekort, maar daarbij moet worden aangetekend dat er voor het eerst verslag over wordt uitgebracht en dat de wettelijke verplichting er nog maar kort is. Er zal zo spoedig mogelijk een uitgebreid overzicht van de milieujaarverslagen over 2000 komen. Het aantal bedrijven dat een milieujaarverslag zou moeten uitbrengen, leent zich voor uitbreiding, maar daarvoor zal eerst een evaluatie moeten plaatsvinden. De provincies hebben het niet allemaal even goed gedaan; zij hebben de milieujaarverslagen al snel als goed beoordeeld. Er zullen criteria en procedures worden opgesteld voor de verslagen en voor de beoordeling door de provincies. Het bedrijf dat publiekelijk heeft aangekondigd te zullen stoppen met het opstellen van milieujaarverslagen, zal vanzelfsprekend worden aangepakt.

Over de situatie rond het door mevrouw Schreijer genoemde bedrijf in Goor zal de commissie nog nader worden geïnformeerd. Rond de handhaving speelt het probleem dat in het kader van de vigerende procedures altijd beroep en bezwaar mogelijk is. In het verre verleden waren de inspecties bang om door te gaan met handhaven, vanwege het risico van een schadeclaim. Inmiddels is opdracht gegeven om door te gaan tot het laatste moment. Dat betekent helaas dat er nogal wat zaken verloren worden, ook bij de Raad van State. Binnen het departement wordt een inventarisatie gemaakt van het aantal verloren zaken. De uitkomst daarvan kan zijn dat gekozen moet worden voor betere regelgeving. Het is ook mogelijk dat het zaak is om bij de rechter aan de bel te trekken. De bewoners zijn vaak de zwakste partij en dreigen in de kou te blijven staan. Het juridiseringsprobleem raakt de legitimiteit van het overheidshandelen.

Er wordt gewerkt aan een evaluatie van het Bouwstoffenbesluit. Een brief daarover zal de Kamer september 2001 bereiken. Er heeft reeds een gesprek plaatsgevonden met de werkgeversorganisaties over rechtsongelijkheid als gevolg van de handhaving van het Bouwstoffenbesluit.

De antwoorden op de vragen over de gevolgen van xtc-productie zullen de Kamer zo spoedig mogelijk bereiken.

Er is geklaagd over het lang uitblijven van de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel inzake de verbetering van de handhavingsbevoegdheden. Dat uitstel is met name het gevolg geweest van het feit dat het advies van prof. Michiels zeer serieus is genomen, waardoor bijstellingen zijn gepleegd.

Door marktpartijen en branches is inmiddels de stichting infrastructuur kwaliteitswaarborg bodembeheer opgericht. De stichting is financiële steun toegezegd, maar hierbij is vertraging ontstaan door het uitblijven van instemming van de Europese Commissie.

Per 1 april 2001 is het Besluit textielreiniging milieubeheer van kracht geworden. Er is een follow-up geweest van de quick scan van de chemische wasserijen. Gemeenten werken gestaag door naar een situatie waarin wordt voldaan aan het veilig maken van de bovenwoningen. Een totaaloverzicht is op dit moment niet beschikbaar. In de zomerbrief zal hierop nader worden ingegaan.

De naleving van de regelgeving op het punt van het gassen van schepen laat te wensen over. In een behoorlijk aantal gevallen is proces-verbaal opgemaakt en in een paar gevallen is een omvangrijk strafrechtelijk onderzoek gestart. Op basis van het rapport Gasvrij kan worden geconcludeerd dat de handhaving van de Bestrijdingsmiddelenwet zal moeten worden gecontinueerd. Ook in de komende periode zal worden samengewerkt met de waterpolitie en het KLPD, alsmede met de arbeidsinspectie.

In reactie op de herhaalde vraag van de heer Klein Molekamp dient erop gewezen te worden dat op dit moment goed met de provincie Zuid-Holland wordt samengewerkt. De algemene stelling van de provincie is dat veel overtredingen het gevolg zijn van gebrekkige, te uitgebreide regelgeving. In het algemeen kan dit een kern van waarheid hebben, maar het zou een onjuiste reactie zijn om de regelgeving te verminderen teneinde de doelstelling van minder overtredingen te halen. Als melding wordt gemaakt van duidelijk strijdige of overbodige regels, zal er natuurlijk iets aan gedaan worden. Juist in dat kader is de discussienota over de toekomst van de Wet milieubeheer gepresenteerd. Concrete voorstellen voor mogelijk te ecarteren regels zullen constructief worden behandeld. In de zomerbrief zal overigens nader op de specifieke vraag worden ingegaan.

Ook op de vraag naar het Besluit verwijdering landbouwfolie zal een nader antwoord volgen.

Er wordt uitstekend samengewerkt met de DCMR. In reactie op vragen naar aanleiding van het rapport-Oosting is al eens aangegeven dat proportionalisering van handhavingsbeleid tot stand kan komen via regionale samenwerking. Een eventuele facilitering hiervan zal worden bezien. Regionale milieudiensten zouden wellicht ook een consultatief-adviserende functie kunnen hebben.

De problemen rond goederenemplacementen worden zorgvuldig bezien. Er is echt veel geld nodig voor herstructurering. Het is een van de allerbelangrijkste begrotingsposten in het kader van het toekomstige milieu- en ruimtelijkeordeningsbeleid. Alles wat niet veilig is, moet weg. Er zal een prioritering naar gevaar plaatsvinden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Th. A. M. Meijer

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Jonker


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Witteveen-Hevinga (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Th. A. M. Meijer (CDA), voorzitter, Luchtenveld (VVD), Van Wijmen (CDA), Kortram (PvdA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), Rietkerk (CDA), Oplaat (VVD), Van der Staaij (SGP), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD), Mosterd (CDA), Ten Hoopen (CDA) en Depla (PvdA).

Plv. leden: Dijksma (PvdA), Stellingwerf (ChristenUnie), Valk (PvdA), Van Lente (VVD), De Wit (SP), Van Heemst (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Van Beek (VVD), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Blok (VVD), Biesheuvel (CDA), Crone (PvdA), Giskes (D66), M. B. Vos (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Van den Akker (CDA), Niederer (VVD), Van 't Riet (D66), Spoelman (PvdA), Hindriks (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Leers (CDA) en De Boer (PvdA).

Naar boven