Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2023
Tijdens het commissiedebat Externe Veiligheid van 11 oktober jl. is gesproken over
de opvolging van de motie Bouchallikh. De motie verzocht de regering om de Nederlandse
regels aan te passen zodat de Europese norm van 500 milligram stikstofdioxide per
kubieke meter ook aan Tata Steel kan worden opgelegd.1
Ik heb tijdens het debat toegezegd aan het lid Klaver dat ik u een aantal stukken
zou toesturen. In de bijlage treft u de door Tata Steel opgestelde rapportage waarin
wordt onderzocht op welke manier de stikstofuitstoot bij Kooksgasfabriek 1 verlaagd
kan worden. Deze onderzoeksverplichting is door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
(OD NZKG) op 10 mei 2022 aan het bedrijf opgelegd, als onderdeel van het definitief
besluit tot wijziging van de omgevingsvergunning. In reactie op dit rapport heeft
de ODNZKG een reactie opgesteld aan het bedrijf omdat de rapportage niet volledig
voldeed aan de opgelegde verplichting. De reactie van de OD NZKG vindt u ook in de
bijlage. De OD NZKG benadrukt dat dit een toezichtsvertrouwelijk stuk is, dat normaal
gezien niet openbaar gemaakt wordt. Gelet op de discussie in de Kamer wordt daar dit
geval bij hoge uitzondering van afgeweken.
Tata Steel heeft in reactie op de brief van de OD NZKG op 12 juni 2023 uitstel gevraagd
tot eind 2024 op het aanleveren van een herziene rapportage. Dit uitstel is door de
OD NZKG niet verleend omdat het om theoretisch onderzoek gaat dat binnen een beperkte
termijn kan worden opgeleverd. De OD NZKG heeft daarop van Tata Steel geëist dat uiterlijk
15 oktober een herziene rapportage moet worden aangeleverd. Ik zal de OD NZKG vragen
of zij dit onderzoek met mij willen delen. Nadat deze rapportage door de OD NZKG is
beoordeeld, zal ik hem ook delen met uw Kamer.
In mijn eerdere brief aan uw Kamer2 heb ik aangegeven dat de OD NZKG het rapport van Tata Steel zal beoordelen. Er zal
worden bezien of het op basis van het onderzoek mogelijk is om een aangescherpte emissiegrenswaarde
van 500 milligram stikstofdioxide per kubieke meter op te leggen. De Inspectie voor
Leefomgeving en Transport adviseert hierbij. Indien dit mogelijk blijkt, kan dus ook
zonder nieuwe regels aan de motie Bouchallikh worden voldaan. Wijziging van regelgeving
is dan niet nodig en is een snellere route.
Desalniettemin heb ik tijdens het debat toegezegd dat ik parallel aan bovenstaand
traject (waarin onderzocht wordt of het binnen de huidige regelgeving mogelijk is)
ook het traject voor nieuwe regelgeving zal starten.
Ik wil wel graag herhalen dat indien het mogelijk blijkt om binnen de huidige wet-
en regelgeving de norm van 500mg/m3 op te leggen, ik het juridische traject dan ook weer zal staken.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen