22 343 Handhaving milieuwetgeving

Nr. 285 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2018

Graag bied ik hierbij aan het op 11 september jl. beschikbaar gekomen eindverslag inzake de evaluatie van Nederland in het kader van de achtste ronde van de wederzijdse evaluatie, een «peer review» mechanisme binnen de EU1. Het onderwerp van deze evaluatieronde betrof de praktische uitvoering en toepassing van het Europese beleid inzake preventie en bestrijding van milieucriminaliteit. Nederland is als vijfde lidstaat geëvalueerd. Het evaluatieteam was zeer positief over de organisatie van het bezoek door Nederland en zeer positief over de praktische uitvoering en toepassing van het Europese beleid inzake preventie en bestrijding van milieucriminaliteit in Nederland.

Het evaluatieverslag bevat 9 aanbevelingen aan Nederland. Aanbevelingen zijn onder meer het betrekken van douaneautoriteiten, het aanmoedigen van nationale autoriteiten om te voorzien in statistieken over milieucriminaliteit voor de doeltreffendheid van het gehele systeem en een betere samenwerking tussen de regionale handhavingsautoriteiten. Het evaluatieteam is bovendien voorstander van het koppelen van bevoegde autoriteiten aan SIENA (Secure Information Exchange Network Application) en stelt dat het instellen van gemeenschappelijke onderzoeksteams een verbetering is.

Ik zal in overleg met de diverse partijen in de uitvoeringspraktijk bezien hoe aan de aanbevelingen een zo passend mogelijk gevolg kan worden gegeven. Nederland heeft nu 18 maanden de tijd om over de opvolging van de aanbevelingen te rapporteren aan de Raad. Ik zal uw Kamer daar te zijner tijd over informeren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven