22 343
Handhaving milieuwetgeving

A
nr. 226
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2008

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 16 maart 2009.

De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 13 april 2009Hierbij zend ik u overeenkomstig artikel 21.6, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet milieubeheer het Besluit van 6 februari 2009 tot wijziging van het Besluit milieusubsidies (aanwijzing experimenten) (Stb. 91).1

Te uwer informatie vermeld ik het volgende:

– Het besluit treedt ingevolge artikel 21.6, vijfde lid, tweede volzin, van de Wet milieubeheer niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

– Het besluit hangt niet samen met nog bij een der kamers aanhangige wetgeving.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven