nr. 210
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2008
In mijn brief van 24 september 20081
heb ik de Kamer onder andere geïnformeerd over de uitvoering van motie
22 343, nr. 196 inzake de verhoging van het aantal controles van
containers op de aanwezigheid van gevaarlijke gassen. De Kamer is echter van
mening dat de brief onvoldoende duidelijkheid geeft over de uitvoering van
de motie en heeft bij brief van 9 oktober 2008 (2008D09130) een viertal
aanvullende vragen gesteld.
In het vertrouwen dat hiermee voldoende duidelijkheid wordt gegeven over
de uitvoering van deze motie doe ik u hierbij de antwoorden toekomen.
1
Welke Inspectiedienst, met de bij de in de motie aangegeven
expertise inzake gegaste containers, zal binnen het voorgestelde samenwerkende
handhavingteam het voortouw krijgen in de jaarlijkse inspectie van minimaal
1000 containers per jaar in de haven? De motie spreekt van de «VROM-Inspectie
en andere handhavende inspecties met expertise inzake gegaste containers».
Kan de Kamer er van uitgaan dat het voortouw inderdaad bij de VROM-Inspectie
komt te liggen en dat de VROM-Inspectie bevoegdheden en deskundigheid van
andere inspecties zal mogen gebruiken?
In eerdere correspondentie met de Kamer (zie onder andere mijn brief van
24 september 2008) is beschreven vanuit welke verantwoordelijkheden de
bij dit onderwerp betrokken diensten samenwerken. Deze samenwerking wordt
op dit moment voldoende geacht om gericht verdachte containers op te sporen
en te inspecteren. Ook hebben alle betrokken diensten voldoende expertise
in huis om deze taak te verrichten. Op dit moment is er dus geen sprake van
taakoverdracht tussen inspecties. Inmiddels is afgesproken dat de gezamenlijke
inspectiediensten en de Douane in één team de motie uitvoeren.
Omdat de formele bevoegdheden van de VROM-Inspectie in dit dossier beperkt
zijn, heeft zij in deze niet het voortouw, maar ligt dit binnen
het team. De Inspectie Verkeer en Waterstaat regisseert de praktische uitvoering
van de motie. Daarbinnen selecteert de Douane in opdracht van de inspectiediensten
de te controleren containers aan de hand van de uitgevoerde risicoanalyse.
Vervolgens voeren de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de VROM-Inspectie
de metingen in de haven uit. De Voedsel en Waren Autoriteit, de Arbeidsinspectie
en de Inspectie Verkeer en Waterstaat zorgen binnen hun bevoegdheden voor
de eventueel noodzakelijke nazorg. De VROM-Inspectie heeft op zich genomen
om de rapportage richting de Kamer te coördineren.
2
Is de selectie van de 1000 te inspecteren containers
daadwerkelijk gebaseerd op verdenking van gasvormige bestrijdingsmiddelen,
aangezien u in de brief slechts uitgaat van «uitbreiding» van
al bestaande reguliere controles tot 1000 containers?
Naar mijn mening zijn de potentiële risico’s op dit terrein
niet alleen terug te voeren op gasvormende bestrijdingsmiddelen, maar op alle
gevaarlijke gassen in de containers. Daarom worden de controles gericht op
alle potentiële risicocontainers. Om de toezichtslast voor het bedrijfsleven
zo beperkt mogelijk te houden wordt voor een deel van deze controles aangesloten
bij containers die ook op andere aspecten worden gecontroleerd.
In de motie wordt gevraagd minimaal 1000 containers per jaar gericht te
selecteren en te bemeten. Aan deze wens komt de regering tegemoet, in die
zin dat circa 250 containers aselect en circa 750 containers aan de hand van
de risicoanalyse worden geselecteerd en vervolgens gecontroleerd. De eerste
groep wordt aselect geselecteerd om ontwikkelingen ten aanzien van containers
met gevaarlijke gassen vast te kunnen stellen en nieuwe risico’s te
kunnen traceren.
3 en 4
Welke maatregelen zullen er worden genomen om gegaste
containers te kunnen stoppen en vervolgens te ontgassen, terug te sturen of
de inhoud te vernietigen, met als doel een signaal af te geven richting exporteurs
in de landen van herkomst, in plaats van het voorstel om alsnog te stickeren
en/of het aanvullen van de documentatie om de overtreding gedaan te maken?
Kunt u ook uiteenzetten of na de eerste 500 gecontroleerde
containers een analyse kan worden gemaakt of er wel of geen wetgeving aangepast
moet worden om de «schokgolf» naar de afzenders zo groot en effectief
mogelijk te maken?
De wetgeving voor arbeidsveiligheid en consumentveiligheid legt de verantwoordelijkheid
om de veiligheid te waarborgen bij de werkgever respectievelijk de importeur.
De controles zijn erop gericht dat transporteurs waar nodig etiketteren en
dat werkgevers en importeurs hun verantwoordelijkheid nemen. De controles
en de maatregelen worden uitgevoerd binnen het kader van de huidige wetgeving
en binnen de bestaande mogelijkheden tot sancties. In dat kader kunnen maatregelen
als terugsturen van containers of het vernietigen van de inhoud passen. Echter,
door de overheid opgelegde sancties dienen proportioneel op basis van de zwaarte
van de geconstateerde overtreding en de verwijtbaarheid te worden opgelegd.
Naar verwachting zullen aan het eind van het eerste kwartaal 2009 circa
500 containers gecontroleerd zijn op de aanwezigheid van gevaarlijke gassen.
Na analyse van deze gegevens, waarbij tevens zal worden ingegaan op de aard
en omvang van de problematiek, zal worden aangegeven of de maatregelen die
genomen worden bij geconstateerde overtredingen een voldoende
afschrikwekkend effect hebben. Ook richting de exporteurs in de landen van
herkomst. Zo nodig zullen voorstellen (bijvoorbeeld ten aanzien van de wetgeving)
worden geformuleerd om betere naleving en effectievere handhaving mogelijk
te maken. Ik hoop u hierover vóór 1 juni 2009 te rapporteren.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer