Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 22343 nr. 206 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 22343 nr. 206 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2008
In mijn brief van 21 april 20081 en in het AO Handhaving en gegaste containers van 17 juni jl. (Kamerstuk 22 343/25 883, nr. 202) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitwerking van de in die brief genoemde acties om de sturing en handhaving van importcontainers met gevaarlijke gassen te verbeteren.
In het genoemde AO heb ik u tevens toegezegd om de wens van een aantal Kamerleden tot intensivering van het aantal controles in de haven en betere interventiemogelijkheden te bezien.
Deze wens van uw Kamer is omgezet in een motie2 die op 3 juli jl. is aangenomen. Tevens is op die dag een motie aangenomen met het verzoek om in overleg te treden met de ons omringende landen over intensivering van het toezicht op importcontainers met gevaarlijke gassen3.
Met deze brief wil ik graag tegemoet komen aan mijn toezeggingen. Tevens zal ik, conform de toezegging in mijn brief van 13 augustus jl.4, aangeven op welke wijze ik invulling geef aan beide moties.
Deze brief stuur ik u mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en Financiën.
In de bijlage vindt u een overzicht van de initiatieven van de betrokken ministeries op het internationale vlak en de inspectieresultaten van de eerste helft van dit jaar.5
1. Invulling van de nieuwe werkwijze
Op 26 augustus 2008 hebben de betrokken inspectiediensten (Arbeidsinspectie, Inspectie Verkeer en Waterstaat, Voedsel en Waren Autoriteit en VROM-Inspectie) en de Douane een convenant getekend, dat de basis vormt voor de handhavingsamenwerking in de toekomst. Het convenant is als bijlage I bij deze brief gevoegd. Het doel van de samenwerking is een grotere effectiviteit en efficiëntie van het toezicht op de naleving van de regelgeving voor importcontainers met gevaarlijke gassen te realiseren door:
– potentiële risicosituaties beter te signaleren;
– het toezicht te richten op risicovolle productstromen en op de onder toezicht staanden die de vigerende regelgeving niet of slecht naleven;
– waar nodig een gezamenlijke interventiestrategie te ontwikkelen om tot verbetering van de naleving te komen.
In het convenant zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de te controleren containers geselecteerd worden, het doorgeven van toezichtinformatie aan andere inspectiediensten en het eventueel ter beschikking stellen van de toezichtinformatie om de risicoanalyse te actualiseren. Dit alles binnen de bestaande wettelijk taken en verantwoordelijkheden van de betrokken inspectiediensten.
1b. Gezamenlijke risicoanalyse selectie containers
In de afgelopen maanden hebben de betrokken ministeries en inspectiediensten, onder regie van de Douane, een gezamenlijke risicoanalyse opgesteld. Deze risicoanalyse geeft richting aan het selecteren van importcontainers. Hiermee is de Douane beter in staat voor de verschillende inspectiediensten gericht containers uit de goederenstroom te halen voor nadere inspectie. Dit komt de effectiviteit van het toezicht ten goede.
2a. Motie intensivering controles
Uw Kamer heeft gevraagd om een samenwerkend handhavingteam dat in de haven gericht minimaal 1000 containers per jaar controleert op de aanwezigheid van gevaarlijke gassen. Het kabinet ervaart deze motie als een ondersteuning voor het reeds ingezette beleid voor de verbetering van het toezicht op importcontainers met gevaarlijke gassen en geeft op de volgende wijze uitvoering aan de wens van uw Kamer.
De huidige reguliere controles in de havens zullen door de samenwerkende inspectiediensten worden uitgebreid zodat van in totaal tenminste 1000 containers de concentraties aan gevaarlijke gassen indicatief worden gemeten. Het resultaat van deze indicatieve metingen is bepalend voor het al dan niet uitvoeren van aanvullende laboratoriumanalyses en het volgen van de betreffende container richting ontvanger door een van de Inspecties.
De uitvoering van de motie vindt plaats in lijn met de samenwerkingsafspraken die tussen de inspectiediensten en de Douane zijn gemaakt en die zijn vastgelegd in het convenant. De selectie van de aanvullend te controleren containers zal plaatsvinden op basis van de gezamenlijk opgestelde risicoanalyse. Conform de afspraken in het convenant wordt informatie onderling uitgewisseld en worden interventies afgestemd.
De opzet van het toezicht wordt afgestemd met het betrokken bedrijfsleven. Daarnaast wordt de bedrijfstak actief betrokken bij het uitwisselen van informatie, hetgeen kan leiden tot meer inzicht en een betere naleving. Uw Kamer wordt in het laatste kwartaal van 2009 geïnformeerd over het resultaat van de geïntensiveerde controles.
In de motie wordt de regering tevens gevraagd om, indien nodig, wet- en regelgeving te ontwikkelen voor gegaste containers die niet zijn voorzien van de wettelijk verplichte waarschuwingssticker.
De huidige regelgeving (Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen, RVGZ) houdt onder andere in dat op een container waarvan de inhoud gegast is een waarschuwingssticker moet zijn aangebracht en dat in de begeleidende documenten moet zijn aangegeven op welke wijze en met welk middel de gassing is uitgevoerd. De Inspectie Verkeer en Waterstaat handhaaft deze regelgeving.
Indien bij een controle wordt geconstateerd dat de waarschuwingssticker en/of de documentatie ontbreekt dan treedt deze Inspectie op. Allereerst wordt de container stopgezet totdat de waarschuwingssticker en of documentatie is aangebracht dan wel een gasvrij verklaring wordt overgelegd. Met andere woorden, totdat de overtreding ongedaan gemaakt is.
Daarnaast maakt deze Inspectie proces-verbaal op als er sprake is van opzettelijk handelen dan wel nalaten door de overtreder. Het proces-verbaal wordt vervolgens opgestuurd naar het Openbaar Ministerie, dat de strafbaarheid (en bij veroordeling de strafmaat) bepaalt. Indien schuld/opzet niet kan worden aangetoond dan is er – inherent aan het commune strafrechtelijk stelsel – geen overtreding gepleegd en kan daarvoor geen proces-verbaal worden opgemaakt.
Op grond van het huidige RVGZ kunnen alleen de kapitein en de vervoerder, voor zover opzet aangetoond kan worden, voor het niet naleven van deze regelgeving verantwoordelijk worden gesteld. De nieuwe regelgeving die in 2008 in werking treedt, maakt het mogelijk om ook andere partijen die verantwoordelijk zijn voor andere delen van de keten en deze niet nakomen, strafrechtelijk te vervolgen. De andere partijen zijn de agent, de rompbevrachter, de afzender of diens agent en degene die verantwoordelijk is voor de belading van een container of een vrachtwagen die met een zeeschip wordt vervoerd.
De regering is van mening dat de huidige en toekomstige regelgeving ruim voldoende is en het juist van belang is om tot betere naleving van dit instrumentarium te komen. Het geïntensiveerde toezicht van de gezamenlijke inspectiediensten is voor dit doel opgezet.
2b. Motie overleg met omringende landen over intensivering van het toezicht
Zowel door het ministerie van Verkeer en Waterstaat als door het ministerie van VROM zijn internationale contacten gelegd op het gebied van het vervoer van gegaste lading. Zo heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat via de International Maritime Organisation (IMO) in Londen aandacht gevraagd voor de problematiek rond het vervoer van containers met gevaarlijke gassen over zee. Hiertoe zijn er zogenoemde IMO Circulaires ontwikkeld1. Door de VROM-Inspectie wordt (onderzoeks)informatie gedeeld met de Douane in Australië en de Environmental Protection Agency in de Verenigde Staten.
Daarnaast zijn of worden ter uitvoering van de motie ten aanzien van Hamburg en Antwerpen de volgende initiatieven genomen.
De VROM-Inspectie heeft een samenwerkingsverband met het Hamburg Port Health Centre waarbinnen onderzoeksinformatie wordt gedeeld. Deze organisatie is een onderdeel van het Duitse ministerie van Volksgezondheid en draagt tevens zorg voor de contacten en controles in het achterland naar aanleiding van controles door de VROM-Inspectie. De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft intensief contact met de Wasserschutz Polizei in Hamburg over de uitvoering van controles op het gebied van gevaarlijke stoffen. Via deze organisatie is tevens contact gelegd met een zogenoemd «Begasungs» Comité waarin de verschillende belanghebbenden rond de haven van Hamburg zijn vertegenwoordigd. De VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat gaan in het najaar van 2008 naar Hamburg om de problematiek nogmaals met dit comité te bespreken en aan te dringen op intensivering van controles en het uitwisselen van informatie.
Met de Havenautoriteiten van Antwerpen zijn door de Inspectie Verkeer en Waterstaat afspraken gemaakt over de intensivering van de samenwerking op het gebied van controles op het vervoer van gevaarlijke stoffen. Nederland treedt in het najaar op als gastland voor de Belgische autoriteiten waarbij kennis over de uitvoering van het toezicht op gevaarlijke gassen in containers in de Rotterdamse haven wordt uitgewisseld.
Ook dit jaar voeren de inspectiediensten hun reguliere controles van importcontainers met gevaarlijke gassen uit. In bijlage II wordt een beknopt beeld gegeven van de eerste resultaten van de controles over de eerste helft van dit jaar.1 Bijlage III bevat een overzicht van de voortgang van de internationale samenwerking ten aanzien van de problematiek met gegaste containers.1
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22343-206.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.