Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 22343 nr. 130 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 22343 nr. 130 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2006
Tijdens het Algemeen Overleg Handhaving van 29 september 2005 gaf de heer De Krom aan dat een «Level Playing Field» tussen Nederland en België ontbreekt op het gebied van de toepassing van methylbromide in de havens en dat als gevolg daarvan schepen uitwijken van Rotterdam naar Antwerpen (22 343/28 499, nr. 125). Bijgaand treft u zoals toegezegd mijn schriftelijke reactie, mede namens mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Allereerst wil ik twee misverstanden uit de weg ruimen. Ten eerste is er geen sprake van een komend verbod op het gebruik van methylbromide in Nederland. Zoals ik ook tijdens het AO heb opgemerkt, blijft in het kader van het Montreal Protocol het gebruik van methylbromide voor fytosanitaire toepassingen toegestaan, ook in Nederland.
Ten tweede merk ik op dat er geen aanwijzingen zijn dat er sprake is van grootschalige verschuiving van containertransport van Rotterdam naar Antwerpen. Daarbij spelen ook vele andere argumenten een rol bij de keuze tussen verschillende havens voor het laden of ontladen van containers.
Het aantal containers dat in Rotterdam wordt overgeslagen, neemt nog steeds toe.
Er zijn diverse overeenkomsten tussen België en Nederland als het gaat om het toepassen van methylbromide voor fytosanitaire doelen in ladingen en containers. Zo geldt in beide landen dat alleen gecertificeerde bedrijven met gecertificeerd personeel het middel mogen toepassen. Ook geldt in beide landen een afstandseis (afstand tussen gegaste lading of container en personeel en omstanders) van 10 meter. De belangrijkste verschillen zijn:
1. De in België gehanteerde grenswaarde van methylbromide voor de arbeidsplaats (de MAC-waarde), is hoger dan in Nederland.
2. Indien bij aankomst van een lading blijkt dat deze nog niet conform fytosanitaire voorschriften is behandeld, wordt in Nederland alleen het gebruik van methylbromide toegelaten indien er geen alternatief is.
3. Afstandseis: de genoemde 10 meter geldt in Nederland alleen indien wordt aangetoond dat er vanaf deze afstand geen risico voor omstanders bestaat, anders geldt een grotere afstand.
Ad 1. De maximaal aanvaarde concentratie (MAC-waarde) in de inademingslucht van stoffen op de werkplek kunnen per lidstaat van de EU verschillen. De oorzaken hiervan zijn soms moeilijk te achterhalen, en kunnen liggen in de prioriteit die een land geeft aan het stellen van MAC-waarden, en de uitvoering van een werkprogramma voor het stellen van MAC-waarden. Binnen de EU worden stoffen beoordeeld door het daartoe ingestelde wetenschappelijke comité (de SCOEL) die voor stoffen maximaal aanvaarde concentraties in de inademingslucht op de werkplek voor de hele EU adviseert. In 2004 heeft de SCOEL geconcludeerd dat een MAC-waarde ter hoogte van de Nederlandse MAC-waarde voor methylbromide tenminste noodzakelijk is om werknemers te beschermen tegen schadelijke irritatie van de luchtwegen als gevolg van blootstelling aan methylbromide. De veel hogere Belgische waarde, gebaseerd op eerdere evaluaties van toen beschikbare gegevens, beschermt niet tegen dit effect. Daarnaast heeft methylbromide ernstige effecten op onder meer het zenuwstelsel, waarvoor de Nederlandse MAC-waarde voldoende bescherming biedt. Ik concludeer dat de Nederlandse MAC-waarde van methylbromide niet voor bovenwaartse bijstelling in aanmerking komt.
Ad 2. In Nederland worden waar mogelijk alternatieven voor methylbromide voorgeschreven (zoals gecontroleerde zuurstofbehandeling en hittebehandeling of onder speciale voorwaarden doorsturen naar de eindbestemming, alwaar het verpakkingshout vernietigd kan worden of eventueel nog met hitte behandeld kan worden). Dit is in gezamenlijk overleg met LNV en de Plantenziektekundige Dienst afgesproken. In België geldt een dergelijke aanpak niet. Belgische overheden en bedrijfsleven uit de haven hebben inmiddels wel interesse getoond in de Nederlandse aanpak en er wordt op dit moment nauwer samengewerkt en informatie uitgewisseld, zowel op beleidsniveau als op inspectieniveau. Ik hoop dat op deze wijze een level playing field wordt bereikt op het Nederlandse niveau.
Overigens is België één van de lidstaten die in 2004 in gebreke is gesteld door de Europese Commissie met betrekking tot hun fytosanitaire gebruik van methylbromide. Deze ingebrekestellingen hadden te maken met het niet insturen van de verplichte rapportage over het gebruik van methylbromide of met het gebrek aan daadkracht ten aanzien van het stimuleren van de ontwikkeling van alternatieven.
Ad 3. In Nederland is aan de afstandeis de verantwoordelijkheid voor het betrokken bedrijf gekoppeld om aan te tonen dat buiten de 10 meter de blootstelling niet leidt tot gezondheidsrisico’s. Zo dit niet wordt aangetoond, geldt een grotere afstand.
In Hamburg wordt de toepassing van methylbromide geheel verboden. Er is een reële kans dat schepen om die reden van daar uit zullen uitwijken naar Rotterdam of Antwerpen, waardoor het gebruik van methylbromide in deze havens verder zou kunnen stijgen.
Ook wil ik u in dit kader graag wijzen op de REST-terminal in Rotterdam. In deze installatie kunnen complete containers zowel gasvrij worden gemaakt als behandeld worden met alternatieve technieken zoals hitte. Deze terminal is opgericht met subsidie van VROM en een Europees fonds voor schone technologie, LIFE. Een extern monitoringcomité van de Europese Commissie heeft dit project recent als «excellent» beoordeeld. Dergelijke inrichtingen worden nu ook in andere EU havens opgericht door het Nederlandse bedrijf, waaronder naar verwachting binnenkort ook in Antwerpen.
Het terughoudende beleid ten aanzien van het gebruik van methylbromide heeft ertoe geleid dat in Nederland in 2002 slechts 1 470 kg voor fytosanitaire doeleinden werd gebruikt, in België was dit 25 660 kg. Vanwege de fytosanitaire verplichtingen is het gebruik in Nederland na jarenlange daling wel weer aan het stijgen, in 2004 is voor dit doel 3 200 kg gebruikt (recentere gegevens over het gebruik in België zijn mij op dit moment niet bekend).
Ook elders is een dergelijke ontwikkeling te verwachten. Reden voor mij om mij samen met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in te zetten om internationaal de ontwikkeling en het gebruik van alternatieven voor methylbromide te stimuleren en een verdere stijging van het gebruik van methylbromide voor fytosanitaire doeleinden (QPS toepassing, Quarantaine Pre Shipment) te voorkomen en uiteindelijk dit gebruik vergaand te reduceren.
Op 7 maart zal er op Europees niveau in het Managementcomité betreffende ozonafbrekende stoffen gesproken worden over het quarantaine gebruik van methylbromide en hoe dit in EU verband aangepakt kan worden. De Europese Commissie heeft dit op aandringen van Nederland geagendeerd.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22343-130.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.