Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 22236 nr. 54 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 22236 nr. 54 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 29 april 1998
Mede namens staatssecretaris Van de Vondervoort deel ik u het volgende mee.
Zoals ik dat ook voor het begrotingsjaar 1997 heb gedaan, heb ik voor het begrotingsjaar 1998 alle bewindspersonen verzocht de Tweede Kamer te informeren over decentralisatie.
Gezien de aspecten die de Tweede Kamer van belang acht heb ik gevraagd aandacht te besteden aan het volgende:
– taken waarvan decentralisatie in deze kabinetsperiode is afgerond;
– taken waarvan decentralisatie op dit moment uitgewerkt wordt;
– taken waarvan decentralisatie overwogen wordt;
– taken waarbij recentralisatie (geheel of gedeeltelijk) aan de orde is.
In het kader van de decentralisatie heeft de Tweede Kamer tevens aandacht gevraagd voor de positionering van inspecties (Motie Koetje c.s., TK 21 427, nr. 70). De kabinetsreactie daarop is op 21 april 1997 aan de Tweede Kamer ter beschikking gesteld (TK 25 226, nr. 2). In het algemeen overleg op 18 juni 1997 is de vertaling van dat kabinetsstandpunt op de afzonderlijke beleidsterreinen aan de orde geweest. Onder verwijzing naar de individuele verantwoordelijkheid van de afzonderlijke ministers en de toen inmiddels al verschenen decentralisatietoetsen van enkele ministers heb ik toegezegd dat ik alles op een rij zou zetten.
Daartoe treft u onderstaand de volgende overzichten aan.
Een overzicht van de decentralisatietoetsen die reeds zijn gepresenteerd (ad I);
Informatie over decentralisatie en positionering van inspecties van departementen die niet om een decentralisatietoets is gevraagd (ad II);
Informatie over de positionering van inspecties van de departementen voor wie decentralisatie noch recentralisatie aan de orde is geweest (ad III).
Inmiddels hebben zes departementen in het kader van de decentralisatietoetsen de Tweede Kamer nader geïnformeerd, zowel over genoemde aspecten van decentralisatie als over de positionering van de inspecties per departement. Het betreft de volgende departementen:
– Binnenlandse Zaken (TK 22 236 nr. 34);
– Volksgezondheid, Welzijn en Sport (TK 22 236 nr. 48);
– Sociale Zaken en Werkgelegenheid: (TK 22 236 nr. 47);
– Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (TK 22 236 nr. 47);
– Verkeer en Waterstaat (TK 22 236 nr. 40);
– Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (TK 22 236 nr. 41 en nr. 46).
II. Aanvullend op de decentralisatietoetsen
De volgende departementen, die door de Tweede Kamer nog niet zijn gevraagd om een decentralisatietoets, hebben over de aspecten van decentralisatie in het algemeen en de invulling van de inspectiefuncties (waar die er zijn) informatie opgenomen in de Memorie van Toelichting bij de begroting voor 1998:
– Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (hoofdstuk XIV, paragraaf 6, pag. 26–29);
– Buitenlandse Zaken (hoofdstuk V, paragraaf 14.3).
Mede namens de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bericht ik u aanvullend het volgende.
Decentralisatie:
Behalve in de Memorie van Toelichting is de Kamer geïnformeerd in het kader van het overleg over de Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet (TK 23 147, nr. 12 en TK 23 580, nr. 112) en in het overleg over de Uitkomsten Programmabeheer en Interdepartementaal beleidsonderzoek natuurbeheer (TK 25 420, nr. 3).
Over de decentralisatie van het landbouwonderwijs bent u geïnformeerd via de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, laatstelijk via de eerder vermelde decentralisatietoets.
Over de decentralisatie van het kwekersrechtonderzoek zal de minister u nog nader informeren.
Positionering inspecties:
In aanvulling op en actualisering van het in het kabinetsstandpunt van 21 april 1997 opgenomen overzicht is in het bijzonder het volgende van belang.
– De inspectie Landbouwonderwijs (ILO)wordt ambtelijk aangestuurd door de departementale Directie Wetenschap en Kennisoverdracht (DWK) en werkt nauw samen met de onderwijsinspectie van OCW.
– De overige inspecties worden ambtelijk aangestuurd door de gezamenlijke directeuren-generaal en de secretaris-generaal.
– De Algemene Inspectie dienst (AID) werkt nauw samen met de Economische Controledienst, waarbij tevens sprake is van een toenemende afstemming tussen LNV, Justitie en het Openbaar Ministerie aangaande (EU) fraudeonderzoek.
– Ten aanzien van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) worden de volgende ontwikkelingen gemeld.
In het kader van de evaluatie varkenspest is de Tweede Kamer geïnformeerd over de diergezondheidsorganisatie. Daarin zijn tevens een aantal voornemens voor de RVV uitgewerkt. Deze betreffen met name de voorgenomen verzelfstandiging van de RVV tot agentschap en de overgang van de huidige 9 «kringen» naar ca. 5 regio's in de toekomst.
Besloten is voorts om de inspectietaken van de RVV op het gebied van groente en fruit in de toekomst door de Plantenziektekundige Dienst (PD) te laten verrichten.
III. Geen decentralisatie/recentralisatie aan de orde, wel inspecties
De volgende ministeries tenslotte hebben aangegeven dat territoriale decentralisatie of recentralisatie niet aan de orde is:
– Algemene Zaken;
– Economische Zaken;
– Financiën;
– Defensie;
– Justitie.
Van laatstgenoemde departementen beschikken Economische Zaken en Justitie over inspecties waarop het betreffende kabinetsstandpunt betrekking heeft.
Aangaande de positionering van de Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming verwijst de minister van Justitie naar de decentralisatietoets van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport waar de rapportage over deze inspectie namens beide ministers is meegenomen. De verankering van de taken van deze inspectie in de wet is in behandeling bij uw kamer (TK 25 439 nr. 1).
Het departement van Economische Zaken heeft in de Memorie van Toelichting bij de begroting 1998 informatie opgenomen over de taakvervulling door inspecties (hoofdstuk XIII, Toelichting bij wetsartikel 1, pag. 73–75).
In aanvulling daarop bericht ik mede namens de minister van Economische Zaken het volgende.
De Economische Controledienst valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van EZ en wordt beheersmatig aangestuurd door de (plv.) secretaris-generaal van het ministerie. Ten behoeve van de inhoudelijke afstemming is een klankbordgroep ingesteld die bestaat uit de ambtelijke leiding van het ministerie van EZ, de leiding van de ECD, het Openbaar Ministerie en vertegenwoordigers van andere departementale opdrachtgevers.
De dienst Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) rapporteert rechtstreeks aan de minister en is voor beheersaangelegenheden verantwoording schuldig aan de (plv.) secretaris-generaal van het ministerie.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22236-54.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.