22 187
Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid

nr. 138
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2003

In het Algemeen Overleg van 4 december 2002 met de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de notitie referte-eis in de Wajong (Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 22 187, nr. 123) besproken. De conclusie van de notitie is dat het verbinden van een referte-eis aan de export van de uitkering op basis van de Wajong mogelijk in strijd is met Europees recht en dat daarom het exportverbod in de Wajong gehandhaafd dient te worden.

Tijdens het Algemeen Overleg heb ik toegezegd nog een laatste informele consultatieronde bij deskundigen te houden ten einde zekerheid te hebben voor wat betreft de Europeesrechtelijke risico's van het invoeren van een referte-eis in de Wajong.

In lijn met de suggesties die hiervoor tijdens het Algemeen Overleg zijn gedaan, zijn drie experts op het gebied van Europees sociaal zekerheidsrecht informeel geconsulteerd. Deze experts onderschrijven de conclusie van de notitie dat de export onder voorwaarde van een referte-eis Europeesrechtelijk risico's met zich meebrengt.

Ik zie dan ook geen aanleiding het debat betreffende het invoegen van een referte-eis in de Wajong te heropenen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven