Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | 22112 nr. JQ |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | 22112 nr. JQ |
Vastgesteld 25 november 2025
De vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei1 heeft nader schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Klimaat en Groene Groei over het Europees actieplan voor windenergie. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:
• De uitgaande brief van 15 oktober 2025.
• De antwoordbrief van 24 november 2025.
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Karthaus
Aan de Minister van Klimaat en Groene Groei
Den Haag, 15 oktober 2025
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 15 september 2025 met antwoorden op de gestelde vragen over het Europees actieplan voor windenergie.2 De leden van de fractie van de BBB hebben naar aanleiding daarvan een aantal nadere vragen en opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie BBB
De leden van de BBB-fractie danken u voor uw uitgebreide antwoorden op de eerder gestelde vragen over dit onderwerp.
U geeft in uw beantwoording aan dat de vogelsterfte door wind op zee wordt ingeschat op basis van modellen. Hierin wordt op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten en best beschikbare methodes gemodelleerd wat de impact van een windpark per vogelsoort is. Daar waar kennis ontbreekt worden «worst-case» aannames gebruikt. De daadwerkelijke gevolgen worden hiermee zo goed als mogelijk bepaald. Deze zijn uitgaande van uw beantwoording gering. Toch zijn recent windmolens tijdelijk stilgezet vanwege de vogeltrek.3 Waarom worden dergelijke keuzes gemaakt als de modellen hier geen aanleiding toe geven? Ook vragen de leden van de BBB-fractie of er aan de vergunningen van windmolens op zee net als aan die van sommige windmolens op land monitoringverplichtingen worden gekoppeld. Zo niet, dan ontvangen deze leden hierop graag een toelichting.
In sommige gevallen wordt aan de vergunning een verplichting tot monitoring gekoppeld, zodat het effect van de maatregelen op vogel- en vleermuissterfte kan worden gevolgd. Deze monitoring vindt echter niet systematisch of landelijk dekkend plaats. Waarom niet? Deze leden van de BBB-fractie ontvangen hierop graag een toelichting.
De toepassing van Aircraft Detection Lighting Systems (ADLS) wordt onderzocht met een proefproject in kavel VI van windenergiegebied Hollandse Kust (west).4 Bij een positief resultaat kan ADLS in toekomstige kavelbesluiten bindend voorgeschreven worden, mits aan alle (internationale) randvoorwaarden kan worden voldaan. De leden van de fractie van de BBB vragen waarom de Minister niet kiest voor een verplichting van ADLS bij een positief resultaat en als aan de (internationale) randvoorwaarden wordt voldaan.
De leden van de BBB-fractie stellen dat gebieden met veel windmolens zoals Noord-Holland Noord inmiddels op een «red light district» lijken. De molens verstoren het nachtelijk duister in het landelijk gebied. Sinds oktober 2023 is de Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land van kracht die provincies ondersteunt bij de financiering van naderingsdetectie.5 Voor bestaande turbines met een SDE+(+)-beschikking is een kostenverdeling afgesproken (60% windsector, 20% provincie, 20% rijk). Provincies kunnen hiervoor een eigen subsidieregeling opstellen. Voor nieuwbouwprojecten worden de kosten van naderingsdetectie sinds 2023 meegenomen in de SDE++-bedragen. De regeling is verlengd tot september 2025. Hoeveel provincies hebben uiteindelijk gebruik gemaakt van de regeling? Hoeveel procent van de windmolens die rode lichten hebben beschikt inmiddels over naderingsdetectie? Overweegt u een overgangstermijn waarna dit verplicht wordt? Zo niet, dan ontvangen deze leden daarop graag een toelichting.
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk binnen vier weken.
Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, S.M. Kluit
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2025
Hierbij zend ik u de antwoorden op de nadere vragen over het Europees actieplan voor windenergie, gesteld door fractieleden van de BBB (178384) ingezonden op 15 oktober 2025.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
1
U geeft in uw beantwoording aan dat de vogelsterfte door wind op zee wordt ingeschat op basis van modellen. Hierin wordt op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten en best beschikbare methodes gemodelleerd wat de impact van een windpark per vogelsoort is. Daar waar kennis ontbreekt worden «worst-case» aannames gebruikt. De daadwerkelijke gevolgen worden hiermee zo goed als mogelijk bepaald. Deze zijn uitgaande van uw beantwoording gering. Toch zijn recent windmolens tijdelijk stilgezet vanwege de vogeltrek. Waarom worden dergelijke keuzes gemaakt als de modellen hier geen aanleiding toe geven?
Antwoord
De Europese Vogelrichtlijn verplicht tot het zoveel mogelijk beperken van vogelslachtoffers. Hoewel de impact van wind op zee op grond van de modellen gering is kunnen de effecten nog verder omlaag gebracht worden wanneer windturbines tijdens de vogeltrek op een beperkt aantal momenten in het voor- en najaar worden stilgezet. Op die momenten kan een relatief groot deel van vogelslachtoffers worden voorkomen tegen beperkte opbrengstverliezen van het betreffende windpark. Om die reden is er in de kavelbesluiten een voorschrift opgenomen dat, de vergunninghouder van het windpark gedurende migratieperiodes het aantal rotaties per minuut per windturbine tot minder dan twee terugbrengt.
2
Ook vragen de leden van de BBB-fractie of er aan de vergunningen van windmolens op zee net als aan die van sommige windmolens op land monitoringverplichtingen worden gekoppeld. Zo niet, dan ontvangen deze leden hierop graag een toelichting.
Antwoord
Indien er via het kavelbesluit mitigerende maatregelen worden opgelegd is er ook een monitoringsplicht. In sommige windparken op zee kunnen, naast onder genoemde algemene monitoringsprojecten, extra monitoringsverplichtingen worden opgelegd. Dit wordt gedaan om effectiviteit van mitigerende maatregelen te evalueren, die als onderdeel van de kavelbesluiten zijn verplicht.
Vanuit het Rijk zijn verschillende monitoringsprojecten opgezet in het kader van de diverse onderzoeksprogramma’s zoals Wind op Zee Ecologisch Programma (Wozep), Monitoring-Onderzoek-Natuurversterking-Soortbescherming (MONS) en Digitalisering Ecologische Monitoring (DEM). Voor vogels en vleermuizen worden in windparken radars geplaatst. Bij 5 bestaande windparken staan vogelradars die vogels tot 6 kilometer afstand en 1,5 kilometer hoogte detecteren. De vogelradar verzamelt gegevens over vliegrichting, snelheid, afstand, en de grootte van de vogels.
In een viertal windparken zijn vleermuismicrofoons actief, en ontvangers van het Motus-netwerk (hiermee worden de signalen ontvangen van gezenderde vleermuizen). Uit het geluid van vleermuizen zijn lichaamsgrootte, vlieggedrag, omgeving en prooitype op te maken. Ook bij de toekomstige windparken is meetapparatuur voor vogels en vleermuizen voorzien.
3
In sommige gevallen wordt aan de vergunning een verplichting tot monitoring gekoppeld, zodat het effect van de maatregelen op vogel- en vleermuissterfte kan worden gevolgd. Deze monitoring vindt echter niet systematisch of landelijk dekkend plaats. Waarom niet? Deze leden van de BBB-fractie ontvangen hierop graag een toelichting.
Antwoord
Bij windparken op zee geldt dat afhankelijk van de situatie een monitoringsverplichting wordt opgelegd. Bij de eerste vergunningen onder de Wet windenergie op zee, dit zijn de parken vanaf windpark Borssele, bestond er nog niet genoeg informatie over de beschikbaarheid en technische haalbaarheid van het gebruik van monitoringsapparatuur voor de situatie op zee. In de vergunningen zit de verplichting om mee te werken aan de algemene monitoring onderzoeken die via eerder genoemde programma’s worden uitgezet. Daarnaast zijn verplichtingen tot mitigatie en monitoring afhankelijk van de lokale situatie. Wanneer er grotere druk op lokale populaties wordt verwacht zal er eerder mitigatie en monitoring nodig zijn. Dit wordt dan in de betreffende kavelbesluiten als verplichtend voorschrift opgenomen.
4
De toepassing van Aircraft Detection Lighting Systems (ADLS) wordt onderzocht met een proefproject in kavel VI van windenergiegebied Hollandse Kust (west). Bij een positief resultaat kan ADLS in toekomstige kavelbesluiten bindend voorgeschreven worden, mits aan alle (internationale) randvoorwaarden kan worden voldaan. De leden van de fractie van de BBB vragen waarom de Minister niet kiest voor een verplichting van ADLS bij een positief resultaat en als aan de (internationale) randvoorwaarden wordt voldaan.
Antwoord
Het kabinet wacht eerst testresultaten af voor een verdere beslissing wordt genomen. Afhankelijk van deze pilot zal er afstemming gezocht moeten worden met betrokken partijen als ILT, Kustwacht en het Ministerie van IenW. Dan wordt besproken hoe het gegaan is sinds de introductie en of er eventuele knelpunten zijn. Het kabinet is voornemens bij positief resultaat dit bij komende kavelbesluiten voor te schrijven.
5
De leden van de BBB-fractie stellen dat gebieden met veel windmolens zoals Noord-Holland Noord inmiddels op een «red light district» lijken. De molens verstoren het nachtelijk duister in het landelijk gebied. Sinds oktober 2023 is de Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land van kracht die provincies ondersteunt bij de financiering van naderingsdetectie.4 Voor bestaande turbines met een SDE+(+)-beschikking is een kostenverdeling afgesproken (60% windsector, 20% provincie, 20% rijk). Provincies kunnen hiervoor een eigen subsidieregeling opstellen. Voor nieuwbouwprojecten worden de kosten van naderingsdetectie sinds 2023 meegenomen in de SDE++-bedragen. De regeling is verlengd tot september 2025. Hoeveel provincies hebben uiteindelijk gebruik gemaakt van de regeling? Hoeveel procent van de windmolens die rode lichten hebben beschikt inmiddels over naderingsdetectie? Overweegt u een overgangstermijn waarna dit verplicht wordt? Zo niet, dan ontvangen deze leden daarop graag een toelichting.
Antwoord
Vanaf oktober 2023 tot september 2025 was de «Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie» op land van kracht. Met deze regeling ondersteunt het Rijk de financiering van naderingsdetectie bij bestaande windparken. Zeven provincies hebben hier gebruik van gemaakt en hebben inmiddels een Specifieke uitkering ontvangen. Provincies kunnen een subsidieregeling openstellen voor eigenaren van windparken. Omdat een aantal van de provinciale subsidieregelingen nog open staat voor aanvragen of nog wordt opengesteld, is nog geen totaaloverzicht beschikbaar over het aantal windparken dat gebruik heeft gemaakt van de subsidieregelingen.
De «Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie» betreft een vrijwillige regeling voor provincies t.a.v. bestaande windparken. De regeling is verlengd om provincies voldoende tijd te geven om hier gebruik van te maken. Voor nieuwe windparken worden de kosten van naderingsdetectie sinds 2023 meegenomen in de SDE++-bedragen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor de nieuwe milieuregels voor windturbines op land. Het Ontwerpbesluit «Windturbines Leefomgeving» maakt het mogelijk dat een naderingsdetectiesysteem wordt toegepast op verzoek van de exploitant van de windturbine. Het betreft geen algemene verplichting. De aard van de omgeving van het windpark speelt namelijk een rol bij hinderbeleving door omwonenden. Zo zal obstakelverlichting van windturbines in een havengebied met veel andere achtergrondverlichting en weinig omwonenden minder hinderlijk zijn dan obstakelverlichting in een landelijk gebied met weinig andere verlichting. In een havengebied heeft naderingsdetectie in het algemeen weinig toegevoegde waarde om hinder te voorkomen. In de Nota van Toelichting van het Ontwerpbesluit6 wordt dit nader toegelicht.
Samenstelling:
Van Gasteren (BBB), Kroon (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Straus (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien, (PVV), Baumgarten (JA21), Van Aelst-den Uijl (SP), Holterhues (ChristenUnie), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van der Goot (OPNL), Van Rooijen (50PLUS), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)
Zie de documenten bij ontwerpbesluit Windturbines leefomgeving op Platform Participatie https://www.platformparticipatie.nl/windturbinesleefomgeving/ontwerpbesluit-windturbines-leefomgeving/documenten-ontwerpbesluit-windturbinesleefomgeving/default.aspx#folder=2566926
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-JQ.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.