22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 984
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 6 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling inzake een publiek-privaat partnerschap voor het internet van de toekomst;

2. Mededeling inzake garanderen van efficiente, veilige en gezonde derivatenmarkten; (Kamerstuk 22 112, nr. 985)

3. Beschikking inzake een gemeenschappelijk onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor de Oostzee; (Kamerstuk 22 112, nr. 986)

4. Mededeling inzake Solidariteit in de Gezondheidszorg; (Kamerstuk 22 112, nr. 987)

5. Mededeling elektronische industrie; (Kamerstuk 22 112, nr. 988)

6. Verordening inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart. (Kamerstuk 22 112, nr. 989)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake een publiek-privaat partnerschap voor het internet van de toekomst

1. Algemene gegevens

Voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Een publiek-privaat partnerschap voor het internet van de toekomst.

Datum Commissiedocument: 28 oktober 2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009) 479

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=198743#

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: VTE-Raad (telecomdeel) naar verwachting onder Spaans voorzitterschap, Raadswerkgroep Telecommunicatie en Informatiemaatschappij

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

De Europese Commissie heeft met haar mededeling een ambitieuze strategie voor het internet van de toekomst voorgesteld. Daarmee wordt beoogd Europa een leidende rol te laten innemen in het onderzoek naar en de invoering van «slimme» internettechnologie op gebieden, als de gezondheidszorg, vervoer (verkeersgeleidingssystemen) en energie(netwerken). In haar mededeling roept de Commissie de nationale overheden van de lidstaten en het bedrijfsleven op gezamenlijk in te spelen op de toenemende vraag naar deze innovatieve toepassingen van het internet, en doet zij onder meer een concreet voorstel voor een publiek-privaat partnerschap op dat gebied.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie stelt een drietal actielijnen voor.

Met de eerste actielijn wil de Commissie een aanpak op lange termijn voor het internet van de toekomst, waarvoor aanhoudende investeringen in onderzoek nodig zijn zonder dat dit leidt tot concurrentievervalsing. In het ICT-werkprogramma van KP7 over de periode 2011–2013 wil de Commissie dan ook minimaal 200 miljoen euro per jaar uittrekken ter ondersteuning van het onderzoek voor het internet van de toekomst op middellange en lange termijn. Deze bijdrage staat los van het bedrag dat gemoeid is met de uitvoering van het publiek-private partnerschap dat de Commissie als derde actielijn voorstelt (zie hierna). De Commissie zal tevens in haar wetgevings- en onderzoeksbeleid een algehele benadering van onderzoek en ontwikkeling voor het internet van de toekomst hanteren om daarmee technische barrières op te heffen. Daarbij zal aandacht worden geschonken aan de gebruiker, governance, standaardisatie en intellectuele eigendomsrechten.

Met de tweede actielijn wil de Commissie een versnippering van de initiatieven van de lidstaten op het gebied van het internet van de toekomst zoveel mogelijk beperken. Daartoe wil de Commissie een actieve bijdrage leveren tot een ambitieus werkprogramma voor het bestaande «Future Internet Forum» waar de lid-staten hun beste ervaringen en praktijken op dat gebied al delen. De Commissie zal ook intensiever gaan werken aan een verbetering van de bilaterale en multilaterale samenwerking van de EU met andere soortgelijke vooraanstaande initiatieven om mondiale standaarden en interoperabiliteit van het internet van de toekomst te stimuleren.

Met de derde actielijn wil de Commissie een publiek-privaat partnerschap (PPP), waartoe de industrie medio 2008 het initiatief had genomen, verder vormgeven, en formuleert voor deze vorm van samenwerking een zestal doelstellingen. Een essentieel kenmerk van een dergelijk PPP moet volgens de Commissie de ontwikkeling van open, gestandaardiseerde, sectoroverschrijdende dienstenplatforms zijn. Vanuit Europees beleid bezien, komen volgens de Commissie de gezondheidszorg, mobiliteit, milieu en energiebeheer als prioritaire sectoren in aanmerking om te profiteren van nieuwe slimme – door het internet aangestuurdeinfrastructuren.

De Commissie zal via het huidige kaderprogramma (KP7) in samenwerking met de lid-staten en de industrie het werkprogramma en de werkwijze van het PPP voor het internet van de toekomst ontwikkelen.

Om het PPP snel van de grond te krijgen is de Commissie van plan binnen de laatste uitvoeringsperiode van het thema ICT van KP7 (2011–2013) 300 miljoen euro uit te trekken. Dit bedrag zal binnen het bestaande budget voor het ICT-werkprogramma van KP7 worden gereserveerd en komt dus bovenop het bedrag van 200 miljoen euro dat jaarlijks gaat naar ICT-ondersteuning van lopend onderzoek op het gebied van internettechnologie en tevens gefinancierd zal worden uit het bestaande budget van KP7.

Subsidiariteit, proportionaliteit en financiële gevolgen

Er is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten op het gebied van internet en telecommunicatie (artikel 4, lid 3 van het EU-Werkingsverdrag). In de dialoog met derde landen is het wenselijk dat de EU met één stem spreekt.

De subsidiariteit wordt vooralsnog positief beoordeeld. Het internet, zijn netwerken en diensten zijn grensoverschrijdend en binnen de EU in toenemende mate onderling verbonden. De acties die de Commissie in haar mededeling voorstelt kunnen het beste gecoördineerd worden op Europees niveau om op wereldniveau effect te sorteren.

De proportionaliteit wordt vooralsnog positief beoordeeld. De acties die de Commissie in haar mededeling voorstelt laten voldoende ruimte aan de lidstaten om binnen het bestaande Europese financiële kader hieraan uitvoering te geven op een gecoördineerde wijze en in samenwerking met andere relevante partijen. De rol van de Commissie blijft hierbij beperkt tot aanjager, facilitator en mede-financierder.

Er zijn vooralsnog geen financiële gevolgen van deze mededeling voor de rijksoverheid. Mochten deze wel ontstaan, dan dienen deze te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline. Het KP7 gaat uit van het principe van een bijdrage (subsidie) aan de kosten (budget) van een onderzoeksproject. Aanvragers (onderzoeksinstellingen, universiteiten, bedrijven en particuliere organisatie) die kiezen voor deelname aan de in de mededeling genoemde activiteiten zijn zelf verantwoordelijk voor de financiering van het resterende deel. De kosten die gemoeid zijn met het opstarten van het publiek-private partnerschap voor het toekomstige internet (éénmalig 300 miljoen euro) en met het lopende onderzoek naar internettechnologie (jaarlijks 200 miljoen euro) vallen binnen KP7. Nederland is ook van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden gevonden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland staat positief tegenover deze mededeling en vindt het belangrijk dat Europa goed is voorbereid op het internet van de toekomst. Nederland is binnen de EU koploper op het gebied van breedband en sterk verweven met de wereldeconomie waar het internet een steeds grotere rol speelt. Het is dus vooral voor Nederland van belang het internet van de toekomst te omarmen. Daarvoor is onder meer een krachtenbundeling in de vorm van een publiek-privaat partnerschap in het onderzoek naar en de invoering van slimme internettechnologie, zoals de Commissie voorstelt, essentieel. Daarbij valt aan te tekenen dat de te ontwikkelen inzichten en innovatieve toepassingen voor de digitale infrastructuur ook van groot belang zijn vanuit het oogpunt van gestandaardiseerde en duurzame toegang tot culturele informatie, dienstenperspectief en auteursrechtondersteunende systemen, zoals het project «Europeana». Nederland wil tenslotte benadrukken dat coördinatie op Europees niveau, bijvoorbeeld op het gebied van National Research and Education Networks (zoals het Nederlandse SURFnet) zoals dat plaats vindt via DANTE (Delivery of Advanced Network Technology to Europe) niet mag leiden tot vertraging. SURFnet loopt binnen Europa voorop. Het is van belang dat een dergelijk nationaal netwerk zelfstandig moet kunnen blijven functioneren, waardoor maximale innovatie bereikt wordt.

Naar boven