22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 977
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 11 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Mededeling en aanbeveling Digitaal Dividend (Kamerstuk 22 112, nr. 973);

2. Mededeling Global Monitoring for Environment and Security (GMES) (Kamerstuk 22 112, nr. 974);

3. Mededeling inzake bestrijding hiv/aids (Kamerstuk 22 112, nr. 975);

4. Mededeling grensoverschrijdende elektronische handel tussen ondernemingen en consumenten in de EU(Kamerstuk 22 112, nr. 976);

5. Mededeling «een beter werkende voedselvoorzieningsketen in Europa»

6. Verordening inzake financiele bijstand van de gemeenschap voor de ontmanteling van de eenheden 1 t/m 4 van de kerncentrale Kozloduy in Bulgarije (Kamerstuk 22 112, nr. 978);

7. Mededeling inzake Europees transparantie-initiatief (Kamerstuk 22 112, nr. 979);

8. Verslag over etikettering voor dierenwelzijn (Kamerstuk 22 112, nr. 980);

9. Mededeling inzake nieuw partnerschap EU en Landen en Gebieden Overzee, LGO (Kamerstuk 22 112, nr. 981);

10. Kwalificatierichtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 982);

11. Procedurerichtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 983).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling «een beter werkende voedselvoorzieningsketen in Europa»

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Mededeling inzake een beter werkende voedselvoorzieningsketen in Europa

Datum Commissiedocument: 28 oktober 2009

Nr. Commissiedocument; COM (2009)/591

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=198766

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad: Landbouw & Visserij Raad

Eerstverantwoordelijk ministerie: LNV

2. Essentie voorstel

De Commissie presenteert een visie op manieren om het functioneren van de voedselvoorzieningketen in Europa te verbeteren. Dit is een vervolg op eerdere mededelingen gericht op het verbeteren van het functioneren in de praktijk van de interne markt en agrarische ketens, in het bijzonder mededelingen over de stijging van de voedselprijzen sinds medio 2007 tot begin 2008 en de daaropvolgende daling van de prijzen (COM(2008) 321 en COM(2008) 821). Een opvallend fenomeen is de vertraging, van ongeveer zes maanden, waarmee de prijsdaling van agrarische grondstoffen heeft doorgewerkt in de prijzen van de levensmiddelenindustrie en een even lange periode voordat de daling zichtbaar werd in de voedselprijzen voor consumenten. Een ander zorgpunt van de Commissie is de grote fluctuatie in de prijzen van agrarische grondstoffen (prijsvolatiliteit). Primaire producenten zijn in 2008 en 2009 geconfronteerd met een sterke daling van prijzen. Voor sommige producten lijkt inmiddels enig herstel op te treden. Voor consumenten duurde het gemiddeld een jaar voor de prijsdaling merkbaar werd. De analyse van de Commissie is onder meer gebaseerd op een systeem voor het monitoren van de voedselprijzen dat sinds 2007 is ontwikkeld. De Commissie geeft met deze mededeling verder invulling aan het stappenplan dat eind 2008 werd gepresenteerd in de mededeling inzake voedselprijzen (COM)2008821. Het omvat de volgende onderdelen:

1. Bevorderen van het concurrentievermogen van de voedselvoorzieningsketen,

2. Waarborgen van een krachtige en consequente handhaving van de mededingingsregels en voorschriften inzake consumentenbescherming,

3. Toetsen op nationaal en EU-niveau van regelgeving die markttoegang of prijsconcurrentie beperkt en van praktijken die de relatie tussen leveranciers en detailhandel verstoren,

4. Verstrekken van betere informatie over prijzen aan consumenten, overheid en marktpartijen door een Europees systeem voor het monitoren van voedselprijzen,

5. Onderzoek naar maatregelen om excessieve speculatie op de markt voor agrarische grondstoffen te voorkomen.

De Commissie stelt nu nadere maatregelen voor om dit te effectueren (zie ad 3). De Commissie zal in november 2010 een voortgangsrapport over de voorgestelde acties publiceren.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie stelt een aantal maatregelen voor om op drie punten het functioneren van de ketens te verbeteren:

1. Voorkómen van oneerlijke handelspraktijken en misbruik van verschillen in onderhandelingsmacht door uitwisseling tussen lidstaten van informatie en «best practices» en grotere bewustwording over contracten tussen de verschillende schakels in de keten, het ontwikkelen van modelcontracten als voorbeelden en nauwe samenwerking met het Europese netwerk voor mededinging (ECN);

2. Vergroten van inzicht in en transparantie van de agrarische derivatenmarkt ter voorkoming van uitzonderlijke speculatie en onevenredig grote prijsbewegingen, het verder ontwikkelen van het systeem voor het monitoren van voedselprijzen door de keten heen en het op lidstatenniveau ontwikkelen van websites voor prijsvergelijking;

3. Bevorderen van concurrentie en concurrentiekracht op de verschillende niveaus in de keten en versterken van de integratie van de markten in Europa. Specifiek noemt de Commissie daarbij het aansluiten bij bestaande voorstellen over wetgeving ten aanzien van etikettering, het bevorderen van producentengroeperingen in het kader van het vernieuwde Gemeenschappelijk Landbouw Beleid en de voorstellen van de High Level Group on the Competitiveness of the Agro-Food Industry.

Vanuit het oogpunt van subsidiariteit is het oordeel positief. Borgen van de competitiviteit en verdere integratie van de markten binnen Europa voor agrarische grondstoffen en voedsel vraagt om gecoördineerde actie op Europees niveau. De concrete voorgestelde maatregelen vragen inspanningen op communautair en nationaal niveau en respecteren de bestaande verdeling van verantwoordelijkheden.

Hoewel een oordeel wat betreft de proportionaliteit van de maatregelen als geheel mede door de grote diversiteit tussen verschillende productketens en regionale markten binnen de Unie moeilijk te geven is kunnen de voorstellen over het algemeen als proportioneel worden beschouwd. De Commissie doet geen nieuwe voorstellen voor wet- of regelgeving maar kiest voor minder ingrijpende alternatieven of het aansluiten bij bestaande voorstellen voor herziening van wetgeving ten aanzien van labeling. De vorm en omvang van de administratieve lasten die voortvloeien uit het monitoren van prijzen moeten in verhouding staan tot de te bereiken doelen en bepalen daarmee mede de uiteindelijke beoordeling van de proportionaliteit. In de mededeling benadrukt de Commissie tevens het belang van een benadering van geval tot geval en de behoefte aan maatwerk. Zo heeft de Commissie een High Level Expert Group ingesteld voor de zuivelketen. De achterliggende factoren ten aanzien van de scherpe prijsfluctuaties, asymmetrische prijsontwikkelingen en verschuivingen in de margeverdeling tussen de schakels in de keten, vormen een complex geheel. Het gaat hierbij naast eventuele marktimperfecties ook om conjuncturele en structurele factoren die niet het gevolg zijn van eventuele imperfecties in de markten.

Voor wat betreft de financiële en budgettaire gevolgen is nog geen eindoordeel aan te geven omdat de mogelijke maatregelen nog niet voldoende zijn geconcretiseerd. Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat de financiële gevolgen van de toekomstige voorstellen zullen zijn. Bij de verdere uitwerking van de voorstellen zullen door Nederland financiële gevolgen nader worden beoordeeld en zullen nationale financiële gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen conform de regels voor budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland onderschrijft de benadering van de Commissie op hoofdlijnen.

De verdienste van de mededeling is dat het een integraal beeld schetst en een Europees kader biedt. Het is van belang zich te realiseren dat agrarische grondstoffen uit de agroketens zowel binnen als buiten de EU geproduceerd worden. Beter functionerende en meer transparante agroketens zijn in het belang van de consument. Ze dragen ook bij aan versterking van de (internationale) concurrentiepositie van de agrofoodsector als geheel en de ondernemers die de keten dragen: primaire producenten (waaronder b.v. tuinders, graanproducenten en telers in derde landen), toeleveranciers, verwerkers, handelaren, distributeurs en retailers.

Voor Nederland met zijn open economie is een Europees kader dat onbeperkte markttoegang door de gehele Unie verzekert extra belangrijk. Het goed functioneren van de markten voor agrarische grondstoffen en voedsel is ook van belang in het kader van het verder doorvoeren van wijzigingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie in een meer marktgeoriënteerde richting.

De maatregelen dienen in de verdere uitwerking behalve op bijdragen aan de werking van markten ook getoetst te worden op hun bijdrage aan en gevolgen voor duurzaamheidaspecten, de relatie tussen voeding en gezondheid en gevolgen voor ontwikkelingslanden.

Ten aanzien van de voornemens tot het vergroten van transparantie geeft de Commissie onder meer aan het systeem voor monitoren van prijzen dat in 2007 is opgezet verder te willen ontwikkelen in samenwerking met de nationale statistische instellingen. Hoewel Nederland het belang van transparantie en het zicht op het functioneren van markten ten algemene onderschrijft is over deze concrete Commissievoornemens reeds eerder een terughoudende positie ingenomen, met name vanuit het oogpunt van administratieve lasten voor overheid en bedrijfsleven. Concrete voorstellen van de Commissie dienen beoordeeld te worden om een nadere afweging en standpuntbepaling mogelijk te maken. Bij de verdere ontwikkeling dient in ieder geval zo veel mogelijk voorkomen te worden dat er nieuwe statistische verplichtingen ontstaan. Nederland zal er bij de Europese Commissie op aandringen, dat met betrekking tot de ontwikkeling en het verzamelen van gegevens zoveel mogelijk wordt aangesloten bij thans beschikbare nationale en internationale gegevensbronnen.

Ten slotte staat Nederland positief ten aanzien van de Commissievoorstellen gericht op het voorkomen van oneerlijke handelspraktijken en misbruik van verschillen in onderhandelingsmacht. De voorgestelde uitwisseling van informatie en «best practices» en het ontwikkelen van modelcontracten als voorbeelden kunnen hieraan bijvoorbeeld zeker een bijdrage leveren. Meer transparantie in de handelsketen op de interne markt zal ook bijdragen aan een eerlijker level playing field voor derde (ontwikkelings)landen die hun producten naar de EU exporteren.

Naar boven