22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 963
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 november 2009

Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken1 hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 5 oktober 2009 inzake de reactie op het Witboek ICT-standaardisatie, enkele vragen en opmerkingen voor te leggen (Kamerstuk 22112–931).

De vragen en opmerkingen zijn op 21 oktober 2009 aan de staatssecretaris van Economische Zaken voorgelegd. Bij brief van 16 november 2009 zijn ze, voorzien van een inleiding, door de staatssecretaris beantwoord.

De voorzitter van de commissie,

Timmer

De adjunct-griffier van de commissie,

Zaal

Inhoudsopgave Blz.

• Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2

• Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP 2

• Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD 3

Reactie van de staatssecretaris van Economische Zaken 3

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van de Europese Commissie en de kabinetsreactie hierop. Op een groot aantal punten kunnen deze leden zich vinden in de voorstellen van de commissie en de inzet en opmerkingen van het kabinet daarover. Deze leden hebben met betrekking tot een aantal specifieke punten nog opmerkingen en vragen. En een algemene vraag; denkt het kabinet dat er met deze Commissievoorstellen voor wordt gezorgd dat ICT-normalisatie echt voldoet aan de normen van een open standaard? Of is er nog steeds een gevaar dat de gekozen standaard gevoelig is voor lobby vanuit het bedrijfsleven? Met andere woorden, hoe groot is het gevaar dat belangen van sommige bedrijven onevenredig zwaar meewegen in het (keuze)proces om tot een standaard te komen?

De leden van de SP-fractie hebben de volgende specifieke vragen en opmerkingen. De Commissie stelt voor bepaalde kenmerken op te nemen in het toekomstige beleid voor ICT-normalisatie. Deze leden steunen het Commissievoorstel voor de regels omtrent standaarden en intellectueel eigendom, met name dat het intellectuele eigendom dat voor de toepassing van normen van essentieel belang is, op redelijke en niet-discriminerende wijze in licentie wordt gegeven aan personen die hierom verzoeken, waarbij de eigenaar van het intellectuele eigendom kan besluiten essentieel intellectueel eigendom zonder vergoeding in licentie te geven. Wat deze leden betreft is de Commissie hier nog te voorzichtig en mag het kabinet daar stevig op inzetten, zodat patenten voor (delen van) standaarden ook echt op royalty free basis beschikbaar zijn.

De Commissie stelt voor dat de lidstraten op nationaal niveau een soortgelijke aanpak hanteren voor Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) initiatieven op ICT-gebied. Het kabinet geeft aan dat Nederland geen zelfstandige rol speelt op O&O gebied als het gaat om het beïnvloeden en het zetten van standaarden. Het kabinet draagt hier als argument aan dat Nederland een geografisch klein land is. De leden van de SP-fractie vragen of het niet belangrijker is dat Nederland wel grote spelers huisvest als het gaat om de ontwikkeling van en onderzoek naar hardware, systeemsoftware en uitwisselingsformats. Denk aan bedrijven als Philips, ASML en NXP. Volgens deze leden kan een geografisch klein land daar best groot in zijn, en zijn we dat ook. Met andere woorden, het lijkt deze leden dat er wel degelijk standaarden zijn die met name in Nederland worden bepaald. Volgens deze leden kan het kabinet wel degelijk een eigenstandige ambitie formuleren en aanpak hanteren voor O&O-initiatieven op ICT-gebied. Is het kabinet hier niet te voorzichtig? Als alternatief zou nog kunnen worden overwogen om een dergelijke aanpak in Benelux verband te ontwikkelen. Wat is de reactie van het kabinet op dit alternatief?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de kabinetsreactie op het witboek ICT-standaardisatie. Deze leden kunnen over het algemeen instemmen met de lijn die het kabinet inneemt bij de benadering van het ICT vraagstuk.

Deze leden zijn van mening dat het harmoniseren van normen zoals in het witboek is aangegeven een positief effect heeft op de onderlinge samenwerking tussen EU landen. Het optuigen van een nieuwe gestandaardiseerde EU-norm daarentegen moet volgens deze leden in eventuele verdere besluitvorming worden voorkomen vanwege extra lasten en kosten.

De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen met betrekking tot het begeleidend schrijven bij de kabinetsreactie. Hierin begint het kabinet met de woorden, «enige tijd geleden heeft de Europese Commissie een Witboek uitgebracht». Deze leden vragen waarom het kabinet niet concreet de datum aangeeft van de publicatie van het Witboek. Is het niet zo dat het Witboek op 3 juli 2009 uitgebracht is en dat het kabinet de facto twee maanden de tijd heeft gehad om op dit voorstel te reageren? Deze leden vragen hoe het kan dat de Kamer pas op 5 oktober 2009 geïnformeerd wordt dat een reactie op dit Witboek niet op tijd kan worden gegeven, gezien de deadline gesteld op 15 september 2009. Deze leden vragen wat de reden is van het uitblijven van deze reactie. Verder vragen zij of het uitblijven van een reactie van het kabinet vaker is voorgekomen. Is dit dan ook de reden van de vertraging van implementatie van bepaalde richtlijnen?Verwacht het kabinet dat dit in de toekomst vaker voor zal komen? Deze leden vragen hoe het kabinet dit probleem denkt te voorkomen. Tot slot vragen deze leden hoe het kan dat de Kamer pas na twee weken op de hoogte is gesteld van het achterblijven van de Nederlandse reactie.

II. REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS

Inleiding

Het kabinet heeft gereageerd op het Witboek Modernisering van de ICT-normalisatie (=standaardisatie) in de EU, doc. COM(2009) 324 def. De tekst van het Witboek, alsook de reactie zijn aangeboden aan de Tweede Kamer (TK 22 112, nr. 931). Naar aanleiding hiervan zijn vragen ingediend door twee fracties. Onderstaand geef ik mijn antwoord. De kabinetsreactie is spoedshalve reeds aangeboden aan de Europese Commissie, die had gevraagd om reacties uiterlijk op 15 september 2009.

De reactie is gegeven in geanonimiseerde vorm. Dit maakt het mogelijk alsnog bijstellingen aan te brengen, rekening houdend met eventuele wensen van uw Kamer. De Europese Commissie heeft aangegeven dat de Nederlandse reactie nog kan worden bijgesteld, indien nodig. Daarna kan formalisering van de kabinetsreactie volgen door de Europese Commissie te verzoeken om opheffing van de anonimiteit.

Vragen en opmerkingen van de fractie van de SP en de reactie van het kabinet.

Vraag

Is voldoende gezorgd voor ontplooiingsmogelijkheden voor open standaarden in het kader van ICT-normalisatie en dient de Europese Commissie stevig in te zetten op het gebruik hiervan?

Antwoord

Tot een aanpak als hier gevraagd, is nog niet besloten door de Europese Commissie. De komende periode zal de Europese Commissie haar koers bepalen, gebruikmakend van de reacties op het Witboek, waarbij de komst van een nieuwe Commissie, in begin 2010, belangrijk zal zijn.

Dit laat onverlet dat de Nederlandse overheid in de afgelopen periode de Europese Commissie heeft geattendeerd op het belang van open standaarden (open specificaties) en het actieplan Nederland Open in Verbinding. Ook andere lidstaten, al dan niet daartoe bewogen door Nederland, hebben de Europese Commissie gewezen op kansen verbonden aan open standaarden.

Vraag

Wat kan gezegd worden over de mogelijke beïnvloeding van sommige bedrijven bij het (keuze)proces om tot een standaard te komen?

Antwoord

De Europese Commissie heeft aangegeven dat zij zich neutraal wenst op te stellen tegenover de bestaande «business models». Hiermee bedoelt zij dat geen voorkeur uitspreekt voor ICT-standaarden ontwikkeld volgens het principe van FRAND (eerlijk, redelijk en niet-discriminerend) respectievelijk open standaarden waarvan zonder vergoeding gebruik kan worden gemaakt. Het Witboek laat ruimte voor de verdere ontwikkeling van beide soorten standaarden.

Het Witboek besteedt ruime aandacht aan open standaarden en de ontplooiingsmogelijkheden hiervan. Zo is het Witboek in lijn met het EU-programma ID ABC (Interoperable Delivery of European eGovernment Services to Public Administrations, Businesses and Citizens). Dit programma speelt nadrukkelijk in op kansen door toepassing van open standaarden.

Dankzij de nauwe betrokkenheid van nationale overheden bij ID ABC en andere Europese ICT-activiteiten mag worden gerekend op een evenwichtige deelname aan het standaardisatieproces van alle «stakeholders», inclusief het bedrijfsleven.

Vraag

Is het zinvol om via onderzoek en ontwikkeling bij grote bedrijven die zijn gevestigd in Nederland, invloed te hebben op het zetten van ICT-standaarden en is het ontwikkelen van een aanpak in Benelux verband een mogelijke optie?

Antwoord

De regering wijst er op dat de ICT-sector bij uitstek een geglobaliseerde sector is, werkzaam op de wereldmarkt, waardoor nationale grenzen zeer veel hebben ingeboet aan betekenis. De vraag verwijst naar Philips, ASML en NXP. Juist deze ondernemingen met wortels in Nederland verrichten hun beleidsvorming en standaardisatieactiviteiten op wereldschaal. Hierom lijkt het nemen van eigen initiatieven door de Benelux niet de aangewezen weg.

Vragen en opmerkingen van de fractie van de VVD en de reactie van het kabinet.

Vraag

Waarom is de Kamer laat betrokken bij de voorbereiding van de kabinetsreactie op het Witboek?

Antwoord

Hierover kan worden opgemerkt dat het in dit geval gaat om een tekst over een complex onderwerp, die aan de vooravond van het zomerverlof aan de lidstaten is toegestuurd. Het is gebleken dat naast Nederland ook enkele andere landen er niet in zijn geslaagd te reageren voor 15 september jl., zoals door de Europese Commissie gevraagd.

De Nederlandse overheid heeft tijdig formeel verzocht om uitstel tot 1 november. Hierop is geen reactie ontvangen van de Europese Commissie. Informeel heeft de Europese Commissie aangegeven dat zij ook ten volle rekening zal houden met reacties ontvangen na 15 september. Er is derhalve alle reden om aan te nemen dat de Nederlandse kabinetsreactie ten volle wordt meegewogen.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GL), Ten Hoopen (CDA), Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Timmer (PvdA), voorzitter, Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), ondervoorzitter, Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Vos (PvdA), De Rouwe (CDA) en Elias (VVD).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Dijk (CDA), Sap (GL), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Ko°er Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Boelhouwer (PvdA), Kalma (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Atsma (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Bosma (PVV), Meeuwis (VVD), Van Dam (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA), Algra (CDA) en Weekers (VVD).

Naar boven